Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Medehuur door echtgenoot of geregistreerde partner (art. 7:266 BW)

Bijgewerkt tot 01-01-2021 Auteur mr. dr. T.F.H. (Theo) Reijnen

De echtgenoot of de geregistreerde partner die zijn hoofdverblijf in het gehuurde heeft, is van rechtswege medehuurder. Er hoeft dus geen toestemming aan de verhuurder te worden gevraagd. Het maakt hierbij niet uit of de huurovereenkomst voor of na het aangaan van het huwelijk of het geregistreerde partnerschap is aangegaan. Dit is van groot belang voor de andere echtgenoot of geregistreerd partner, omdat hierdoor bij overlijden van de (oorspronkelijke) huurder, de andere echtgenoot van rechtsw…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 266

  • 1

    De echtgenoot of geregistreerde partner van een huurder is van rechtswege medehuurder, zolang de woonruimte de echtgenoot of geregistreerde partner tot hoofdverblijf strekt, ongeacht of de huurovereenkomst voor dan wel na het aangaan van het huwelijk of van het geregistreerde partnerschap is gesloten.

  • 2

    Voor de verplichtingen uit de huurovereenkomst, behalve voor zover deze reeds opeisbaar waren voordat de echtgenoot of geregistreerde partner medehuurder werd, zijn de huurder en de medehuurder jegens de verhuurder hoofdelijk aansprakelijk.

  • 3

    Indien de huurovereenkomst ten aanzien van de huurder eindigt, wordt de medehuurder huurder.

  • 4

    Indien de in lid 1 bedoelde echtgenoot of geregistreerde partner hetzij ingevolge een beschikking als bedoeld in artikel 826, lid 1 onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, hetzij ingevolge onderlinge overeenstemming in verband met een verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed, dan wel ingevolge beëindiging van geregistreerd partnerschap niet het gebruik heeft van de echtelijke woning, brengt dit voor de toepassing van dit artikel geen verandering in het hoofdverblijf.

  • 5

    In geval van echtscheiding of scheiding van tafel en bed of beëindiging van geregistreerd partnerschap kan de rechter op verzoek van een echtgenoot of geregistreerde partner bepalen wie van de echtgenoten of geregistreerde partners huurder van de woonruimte zal zijn. De rechter bepaalt tevens de dag van ingang van de huur met deze echtgenoot of partner. Op dezelfde dag eindigt de huur met de andere echtgenoot of partner.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Huur Categorie Registergoederenrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Geregistreerd parnerschap was schijnhandeling: geen voortgezette huur voor geregistreerd partner Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 04-06-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:3909
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Civiel