Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Opheffing gemeenschap bij beschikking (art. 1:109 - 1:113 BW)

Bijgewerkt tot 01-10-2022 Auteur mr. dr. M.R. (Marcel) Kremer

1 Inleiding De regeling van art. 1:109-113 BW biedt een echtgenoot/geregistreerd partner de mogelijkheid om de gemeenschap van goederen te laten opheffen door de rechter. Door het verzoek tot opheffing eindigt boedelmenging (art. 1:99 lid 1 sub d BW). Na het verzoek tot opheffing verkregen goederen vallen in het eigen vermogen van de respectieve echtgenoten/geregistreerde partners. Nadien aangegane verbintenissen zijn privé-verbintenissen. Opheffing van de gemeenschap biedt uitkomst in…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 109

Een echtgenoot kan opheffing van de gemeenschap verzoeken, wanneer de andere echtgenoot op lichtvaardige wijze schulden maakt, de goederen der gemeenschap verspilt, handelingen verricht, die kennelijk indruisen tegen het bestuur van de andere echtgenoot over goederen der gemeenschap, of weigert de nodige inlichtingen te geven omtrent de stand van de goederen der gemeenschap en van de daarop verhaalbare schulden en het over die goederen gevoerde bestuur.


Artikel 110

De echtgenoot die de opheffing van de gemeenschap verzoekt, kan tot behoud van zijn recht de maatregelen nemen, die in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering nader zijn aangegeven.


Artikel 111

  • 1

    Indien de echtgenoot tegen wie het verzoek is toegewezen, de gemeenschap heeft benadeeld doordat hij na de aanvang van het geding of binnen zes maanden daarvóór lichtvaardig schulden heeft gemaakt, goederen der gemeenschap heeft verspild, of een rechtshandeling als bedoeld in artikel 88 van dit boek zonder de vereiste toestemming of beslissing van de rechtbank heeft verricht, is hij gehouden de aangerichte schade aan de gemeenschap te vergoeden.

  • 2

    Een op het vorige lid gegronde vordering kan niet later worden ingesteld dan drie jaren nadat het verzoek tot opheffing van de gemeenschap bij de rechtbank is ingediend.


Artikel 113

Is de gemeenschap door opheffing ontbonden, dan kunnen de echtgenoten daarna, echter alleen bij huwelijkse voorwaarden, wederom een gemeenschap overeenkomen.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Gemeenschap van goederen Categorie Familievermogensrecht
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Civiel