Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Lidmaatschap vereniging (art. 2:33 - 2:36 BW)

Bijgewerkt tot 16-05-2024 Auteur De redactie

1 Vrijheid van vereniging, persoonlijkheid van het lidmaatschapEen vereniging is vrij om personen als lid tot de vereniging toe te laten. Dit vloeit voort uit de vrijheid van vereniging (art. 8 Grondwet jo. art. 11 EVRM). In beginsel hebben verenigingen het recht zelf te bepalen wie zij ‘erbij willen hebben’. Een inbreuk op deze verenigingsvrijheid is toelaatbaar wanneer een vereniging een open en zakelijk karakter heeft. Ook als een vereniging geen open en zakelijk karakter heeft,…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 33

Tenzij de statuten anders bepalen, beslist het bestuur over de toelating van een lid en kan bij niet-toelating de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.


Artikel 34

  • 1

    Het lidmaatschap van de vereniging is persoonlijk, tenzij de statuten anders bepalen.

  • 2

    Tenzij de statuten van de vereniging anders bepalen, gaat het lidmaatschap van een rechtspersoon die door fusie of splitsing ophoudt te bestaan, over op de verkrijgende rechtspersoon onderscheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving op een van de verkrijgende rechtspersonen.


Artikel 34a

Verbintenissen kunnen slechts bij of krachtens de statuten aan het lidmaatschap worden verbonden.


Artikel 35

  • 1

    Het lidmaatschap eindigt:

    • a.

      door de dood van het lid, tenzij de statuten overgang krachtens erfrecht toelaten;

    • b.

      door opzegging door het lid;

    • c.

      door opzegging door de vereniging;

    • d.

      door ontzetting.

  • 2

    De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen in de gevallen in de statuten genoemd, voorts wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten door de statuten voor het lidmaatschap gesteld, te voldoen, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Tenzij de statuten dit aan een ander orgaan opdragen, geschiedt de opzegging door het bestuur.

  • 3

    Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

  • 4

    Tenzij de statuten dit aan een ander orgaan opdragen, geschiedt de ontzetting door het bestuur. Het lid wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld. Hem staat, behalve wanneer krachtens de statuten het besluit door de algemene vergadering is genomen, binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit, beroep op de algemene vergadering of een daartoe bij de statuten aangewezen orgaan of derde open. De statuten kunnen een andere regeling van het beroep bevatten, doch de termijn kan niet korter dan op één maand worden gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

  • 5

    Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft, tenzij de statuten anders bepalen, desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

  • 6

    De vereniging draagt er zorg voor dat leden de voor opzegging van het lidmaatschap noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen raadplegen. De informatie wordt in ieder geval opvallend vermeld op de hoofdpagina van de website en op bladzijde 1, 2 of 3 van het ledenblad, indien een vereniging gebruik maakt van deze communicatiemiddelen.


Artikel 36

  • 1

    Tenzij de statuten anders bepalen, kan opzegging van het lidmaatschap slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken; op deze termijn is de Algemene termijnenwet niet van toepassing. In ieder geval kan het lidmaatschap worden beëindigd tegen het eind van het boekjaar, volgend op dat waarin wordt opgezegd, of onmiddellijk, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

  • 2

    Een opzegging in strijd met het in het vorige lid bepaalde, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.

  • 3

    Een lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing. Deze bevoegdheid tot opzegging kan de leden bij de statuten worden ontzegd voor het geval van wijziging van de daar nauwkeurig omschreven rechten en verplichtingen en voorts in het algemeen voor het geval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen.

  • 4

    Een lid kan zijn lidmaatschap ook met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Parkbeheer Categorie Registergoederenrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Vereniging maakt verboden onderscheid door lidmaatschap voor te behouden aan mannen Instantie College voor de Rechten van de Mens Datum 29-02-2024 Nummer 2024-22
Verenigingsbestuur heeft geen zelfstandige schorsingsbevoegdheid lidmaatschap zonder statutaire grondslag Instantie Rechtbank Limburg Datum 13-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:5388
Uittredingsverbod voor eigenaars in strijd met art. 2:60 BW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 09-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:2308
Dwingend lidmaatschap beroepsvereniging niet in strijd met negatieve vrijheid van vereniging Instantie Hoge Raad Datum 06-12-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1908
Opzegging lidmaatschap coöperatie heeft niet tot gevolg dat verplichtingen uit hoofde van de koop- en aannemingsovereenkomst ophouden te bestaan Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:2376
Redelijkheid en billijkheid brengen mee dat winkelier moet bijdragen aan vereniging ondanks opzegging lidmaatschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:2677
Cessionaris kan bijdragen niet vorderen op grond van het lidmaatschap van de vereniging van bungalowpark Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-03-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:2319
Statutaire basis vereist voor verbintenissen die aan lidmaatschap worden gekoppeld Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:120
Verplichte betaling servicekosten recreatiepark op grond van redelijkheid en billijkheid Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 06-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BY2904
Betalen voorzieningen op bungalowpark ondanks ontbreken verplicht lidmaatschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-04-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ2225
Vereniging heeft vordering op bungaloweigenaar op grond van ongerechtvaardigde verrijking Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 19-10-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BQ2281

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Parkmanagement en bungalowpark: de coöperatie en het uittreedverbod Auteur(s) T.F.H. Reijnen, J.M. Hekkema Bron JBN 2021/42
Titel Speelbal of spelbepaler? De positie van de gerechtigde tot een privégedeelte bij parkmanagement Auteur(s) M. Snel Bron WPNR 2021/7352
Titel Een regeling voor grondgebonden lidmaatschap van een beheersvereniging Auteur(s) A.A. van Velten, M.C. Aarts Bron WPNR 2019/7227
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Civiel