Derdenbescherming bij de verkrijging van registergoederen (art. 3:24 - 3:26 BW)
1 Inleiding Voor de rechtszekerheid is van groot belang dat uit de openbare registers de juiste rechtstoestand van een onroerende zaak kan worden achterhaald. Omdat in Nederland bij eigendomsoverdracht het causale stelsel geldt en omdat ten aanzien van inschrijvingen in de openbare registers een negatief stelsel geldt, zijn in art. 3:24–3:26 BW beschermende bepalingen opgenomen voor verkrijgers van registergoederen. Zo worden derden onder voorwaarden beschermd tegen onjuistheden in het op…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 24
Artikel 24
1 Indien op het tijdstip waarop een rechtshandeling tot verkrijging van een recht op een registergoed onder bijzondere titel in de registers wordt ingeschreven, een eveneens voor inschrijving in de registers vatbaar feit niet met betrekking tot dat registergoed ingeschreven was, kan dit feit aan de verkrijger niet worden tegengeworpen, tenzij hij het kende.
2 Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van:
a. feiten die naar hun aard vatbaar zijn voor inschrijving in een register van de burgerlijke stand, een huwelijksgoederenregister of een boedelregister, ook indien het feit in een gegeven geval daarin niet kan worden ingeschreven, omdat daarop de Nederlandse wet niet van toepassing is;
b. in het curatele- en bewindregister ingeschreven ondercuratelestelling en opheffing van curatele;
c. in het faillissementsregister, het surséanceregister en het register schuldsaneringsregeling natuurlijke personen ingeschreven rechterlijke uitspraken;
d. aanvaarding en verwerping van een nalatenschap;
e. verjaring.
3 Het eerste lid is evenmin van toepassing ten aanzien van erfopvolgingen en uiterste wilsbeschikkingen die op het tijdstip van de inschrijving van de rechtshandeling nog niet ingeschreven waren, doch daarna, mits binnen drie maanden na de dood van de erflater, alsnog in de registers zijn ingeschreven.
Artikel 25
Artikel 25
Indien op het tijdstip waarop een rechtshandeling ter verkrijging van een recht op een registergoed onder bijzondere titel wordt ingeschreven, een feit met betrekking tot dat registergoed in de registers was ingeschreven krachtens een authentieke akte waarin het feit door een ambtenaar met kracht van authenticiteit werd vastgesteld, kan de onjuistheid van dit feit aan de verkrijger niet worden tegengeworpen, tenzij hij deze onjuistheid kende of door raadpleging van de registers de mogelijkheid daarvan had kunnen kennen.
Artikel 26
Artikel 26
Indien op het tijdstip waarop een rechtshandeling ter verkrijging van een recht op een registergoed onder bijzondere titel wordt ingeschreven, met betrekking tot dat registergoed een onjuist feit in de registers ingeschreven was, kan de onjuistheid van dit feit door hem die redelijkerwijze voor overeenstemming van de registers met de werkelijkheid had kunnen zorgdragen, aan de verkrijger niet worden tegengeworpen, tenzij deze de onjuistheid kende of door raadpleging van de registers de mogelijkheid daarvan had kunnen kennen.
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Geen bescherming voor verkrijger van erfdienstbaarheid door onvolkomenheden in kadastrale registratie | Instantie Hoge Raad | Datum 25-09-2020 | Nummer ECLI:NL:HR:2020:1527 |
Geen bescherming ex art. 3:24 BW als gevolg van niet in de ruilverkavelingsakte vermelde hypotheekrechten | Instantie Hoge Raad | Datum 20-03-2020 | Nummer ECLI:NL:HR:2020:484 |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Bescherming tegen onbekende hypotheken na herverkaveling | Auteur(s) L.M. de Hoog | Bron WPNR 2020/7292 |