Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Makingen onder tijdsbepaling en onder voorwaarde (art. 4:136 - 4:140 BW)

Bijgewerkt tot 01-02-2023 Auteur mr. M.N. (Mariëlle) Bende

1 InleidingEen rechtshandeling kan onder een tijdsbepaling of onder een voorwaarde worden verricht, tenzij uit de wet of uit de aard van de rechtshandeling anders voortvloeit (art. 3:38 lid 1 BW). Dit geldt ook voor makingen (erfstellingen en legaten). Makingen onder tijdsbepaling zijn erfstellingen of legaten die afhankelijk zijn van een toekomstige gebeurtenis die zeker zal plaatsvinden, terwijl makingen onder voorwaarde erfstellingen of legaten zijn die afhankelijk zijn van een toekomst…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 136

  • 1

    Bevat een uiterste wil een erfstelling onder tijdsbepaling, dan wordt deze beschikking aangemerkt als een dadelijk ingaande erfstelling van degene die, bij uitvoering van de uiterste wil zoals deze luidt, het laatst tot het erfdeel zou zijn geroepen, belast met een legaat van vruchtgebruik van het erfdeel voor de gestelde tijd ten behoeve van degene die het eerst tot het erfdeel zou zijn geroepen.

  • 2

    In geval van een erfstelling onder een ontbindende tijdsbepaling zonder een daarbij aansluitende erfstelling onder opschortende tijdsbepaling komt de eerstgeroepene vruchtgebruik met bevoegdheid tot vervreemding en vertering toe, voor zover de erflater deze bevoegdheid niet heeft uitgesloten.


Artikel 137

Om aan een making onder opschortende voorwaarde een recht te kunnen ontlenen, moet men nog bestaan op het ogenblik dat de voorwaarde wordt vervuld, tenzij uit de uiterste wil of uit de aard van de beschikking het tegendeel voortvloeit.


Artikel 138

  • 1

    Wanneer een erfstelling onder een voorwaarde is gemaakt, wordt degene aan wie het vermaakte tot de vervulling der voorwaarde toekomt, als de uitsluitend rechthebbende aangemerkt voor zover het betreft de door en tegen derden uit te oefenen rechten en rechtsvorderingen.

  • 2

    Voor het overige vinden, zolang de vervulling der voorwaarden onzeker is, de wettelijke voorschriften betreffende het vruchtgebruik, zoals geregeld in titel 8 van Boek 3, overeenkomstige toepassing. Dientengevolge is hij verplicht het vermaakte gelijk een vruchtgebruiker te bewaren en in stand te houden, tenzij de erflater hem de bevoegdheid heeft toegekend om de goederen te verteren en onvoorwaardelijk te vervreemden.

  • 3

    In geval van een erfstelling onder een ontbindende voorwaarde zonder een daarbij aansluitende erfstelling onder opschortende voorwaarde is hij jegens degene aan wie het vermaakte bij vervulling van de voorwaarde toekomt, bevoegd de goederen te vervreemden en te verteren op dezelfde voet als een vruchtgebruiker aan wie deze bevoegdheid is gegeven, voor zover de erflater niet anders heeft bepaald.


Artikel 139

  • 1

    Is de vervulling van een aan een erfstelling toegevoegde voorwaarde belet door iemand aan wie het vermaakte toekomt zolang de voorwaarde niet is vervuld, dan geldt zij als vervuld, indien de redelijkheid en billijkheid dit verlangen.

  • 2

    Is de vervulling van de voorwaarde teweeggebracht door iemand aan wie het vermaakte bij vervulling van de voorwaarde toekomt, dan geldt zij als niet vervuld, indien de redelijkheid en billijkheid dit verlangen.


Artikel 140

  • 1

    Is een aan een erfstelling toegevoegde voorwaarde dertig jaren na het overlijden van de erflater nog niet vervuld, dan vervalt de beschikking, wanneer het een opschortende voorwaarde is; is het een ontbindende voorwaarde, dan vervalt de voorwaarde. Hiermede strijdige beschikkingen van de erflater zijn nietig.

  • 2

    Het vorige lid vindt mede toepassing op een legaat van een bepaald goed der nalatenschap of van een beperkt recht op een zodanig goed.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Afwikkeling en vereffening nalatenschap Categorie Erfrecht
Titel Termijnen in het erfrecht Categorie Erfrecht
Titel Testament Categorie Erfrecht
Titel Tweetrapsmaking Categorie Erfrecht
Titel Zaaksvervanging Categorie Diversen

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Berispring vanwege het achterwege laten van de 30-dagenclausule bij testamentbespreking Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:559
Besteding van geld aan verbouwing van woning is vertering van fideï-commissair vermogen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-02-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2834
Zaaksvervanging bij een fideï-commis de residuo (oud erfrecht) Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 05-10-2007 Nummer ECLI:NL:PHR:2007:BA6756

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Het fideicommis en de dertigdagenclausule Auteur(s) R.E. Brinkman Bron WPNR 2018/7204
Titel R.E. Brinkman, dissertatie: 'Het fideicommis in de notariële praktijk', 2014
Titel De dertigdagenclausule in nader perspectief Auteur(s) M.M.F.J. van Bakel Bron WPNR 2011/6887
Titel J.B. Spath, dissertatie: 'Zaaksvervanging', 2010.
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Civiel