Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Aanneming van werk (art. 7:750 - 7:769 BW)

1 Algemeen 1.1 Invoering Wet koop onroerende zaken 1.2 Evaluatie en rapportage Wet koop onroerende zaken 1.3 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen 1.4 Notariële vastgoedpraktijk 2 Aanneming van werk algemeen 2.0.1 Arbeidsovereenkomst en overeenkomst van opdracht 2.0.2 Koopovereenkomst en koop-/aannemingsovereenkomst 2.1 Model koop-/aannemingsovereenkomst en garantie- en waarborgregelingen in de bouw 2.1.1 Praktijk 2.1.2 Garantie- en waarborgregeling Woningborg, SWK en Stichting Bouwgarant 2.2 Notariële vastgoedpraktijk: koop-/aannemingsovereenkomst 3 Consumentenbescherming bouw van een woning (artt. 7:765 BW - 7:769 BW) 3.1 Wettelijke vereisten aanneming van werk 3.1.1 Een woning, bestaande uit een onroerende zaak of bestanddeel daarvan 3.1.2 In opdracht van een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf 3.2 Schriftelijkheidsvereiste en bedenktijd (art. 7:766 BW) 3.2.1 Uitzondering 3.2.2 Wijzigingen Wkb (waarschuwings- en informatieplicht) 3.3 Voorfinanciering (art. 7:767 BW) 3.3.1 Vooruitbetalingen in overeenstemming met voortgang van de bouw 3.3.2 10% van de aanneemsom in depot of vervangende zekerheid 3.4 Bijzonder opschortingsrecht (art. 7:768 BW) 3.4.1 5%-regeling (art. 7:768 lid 1 BW) 3.4.2 Onduidelijkheden in de praktijk 3.4.3 Nieuw lid 2 sinds Wkb (art. 7:768 lid 2 BW) 3.4.4 Vrijgave depot door notaris (art. 7:768 lid 3 en 4 BW) 3.4.5 Geen schadevergoeding (art. 7:768 lid 5 BW) 3.5 Dwingend recht 4 Overeenkomstige toepassing nieuw gebouwde of te bouwen woning voor natuurlijk persoon (art. 7:8 BW) 5 Schuldenaarsverzuim (art. 6:83 BW) 6 Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG) 7 Bouwrechter 8 Zelfbewoningsplicht en opkoopbescherming  9 Conceptueel bouwen 10 Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO)
Bijgewerkt tot 15-03-2024 Auteur mr. S.M.J. (Sabine) Jongen-Schutgens

1 Algemeen1.1 Invoering Wet koop onroerende zakenSinds 1 september 2003 geldt de Wet koop onroerende zaken. Bij deze wet is ook Titel 12 van Boek 7 BW inzake aanneming van – allerhande soorten – werk (waarvan afdeling 2 specifiek ziet op de bouw van woningen in opdracht van consumenten) ingevoerd. Voor consumenten bevatten de titels 1 en 12 van Boek 7 BW gelijksoortige beschermingsmaatregelen, waarover hierna meer (zie afdeling 2 van titel 12). Deze samenhang wordt expliciet ge…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 750

  • 1

    Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren, tegen een door de opdrachtgever te betalen prijs in geld.

  • 2

    Bestaat de tegenprestatie niet of niet geheel in geld, dan vindt deze titel toepassing, voor zover de aard van de tegenprestatie zich daartegen niet verzet.


Artikel 751

De aannemer is bevoegd het werk onder zijn leiding door anderen te doen uitvoeren, en ten aanzien van onderdelen ook de leiding aan anderen over te laten, zulks onverminderd zijn aansprakelijkheid voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst.


Artikel 752

  • 1

    Indien de prijs bij het sluiten van de overeenkomst niet is bepaald of slechts een richtprijs is bepaald, is de opdrachtgever een redelijke prijs verschuldigd. Bij de bepaling van de prijs wordt rekening gehouden met de door de aannemer ten tijde van het sluiten van de overeenkomst gewoonlijk bedongen prijzen en met de door hem ter zake van de vermoedelijke prijs gewekte verwachtingen.

  • 2

    Indien een richtprijs was bepaald, zal deze richtprijs met niet meer dan 10% mogen worden overschreden, tenzij de aannemer de opdrachtgever zo tijdig mogelijk voor de waarschijnlijkheid van een verdere overschrijding heeft gewaarschuwd, om hem de gelegenheid te geven het werk alsnog te beperken of te vereenvoudigen. De aannemer zal binnen de grenzen van het redelijke aan zulke beperking of vereenvoudiging moeten meewerken.

  • 3

    Lid 2 is van overeenkomstige toepassing op aannemingen van werk waarbij de prijs afhankelijk is gesteld van de bij de overeenkomst geschatte tijdsduur voor de uitvoering van het werk.


Artikel 753

  • 1

    Indien na het sluiten van de overeenkomst kostenverhogende omstandigheden ontstaan of aan het licht komen zonder dat zulks aan de aannemer kan worden toegerekend, zal de rechter op vordering van de aannemer de overeengekomen prijs geheel of gedeeltelijk aan de kostenverhoging kunnen aanpassen, mits de aannemer bij het bepalen van de prijs geen rekening heeft behoeven te houden met de kans op zulke omstandigheden.

  • 2

    De aannemer mag de prijs zonder tussenkomst van de rechter aanpassen, indien de kostenverhoging het gevolg is van door de opdrachtgever verschafte onjuiste gegevens welke voor de prijsbepaling van belang zijn, tenzij de aannemer de onjuistheid der gegevens vóór het vaststellen van de prijs had behoren te ontdekken.

  • 3

    Het in de leden 1 en 2 bepaalde geldt slechts indien de aannemer de opdrachtgever zo spoedig mogelijk voor de noodzaak van een prijsverhoging heeft gewaarschuwd, opdat deze tijdig hetzij gebruik kan maken van het hem in artikel 764 toegekende recht, hetzij een voorstel kan doen tot beperking of vereenvoudiging van het werk.


Artikel 754

  • 1

    De aannemer is bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Hetzelfde geldt in geval van gebreken en ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever, daaronder begrepen de grond waarop de opdrachtgever een werk laat uitvoeren, alsmede fouten of gebreken in door de opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften.

  • 2

    Bij aanneming van een bouwwerk geschiedt een waarschuwing als bedoeld in lid 1 schriftelijk en ondubbelzinnig en wijst de aannemer de opdrachtgever tijdig op de mogelijke gevolgen voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.


Artikel 755

In geval van door de opdrachtgever gewenste toevoegingen of veranderingen in het overeengekomen werk kan de aannemer slechts dan een verhoging van de prijs vorderen, wanneer hij de opdrachtgever tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen. Van deze bepaling kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, behoudens bij een standaardregeling als bedoeld in artikel 214 van Boek 6.


Artikel 756

  • 1

    Indien reeds vóór de vastgestelde tijd van oplevering waarschijnlijk wordt dat het werk niet op tijd of niet behoorlijk zal worden opgeleverd, kan de rechter de overeenkomst op vordering van de opdrachtgever geheel of gedeeltelijk ontbinden.

  • 2

    Indien reeds vóór de oplevering waarschijnlijk wordt dat de opdrachtgever niet op tijd of niet behoorlijk aan zijn verplichtingen zal voldoen, of dat de aannemer de overeenkomst niet zal kunnen uitvoeren ten gevolge van een omstandigheid die hem niet kan worden toegerekend, kan de rechter de overeenkomst op vordering van de aannemer geheel of gedeeltelijk ontbinden.

  • 3

    De rechter bepaalt de gevolgen van de ontbinding; hij kan de ontbinding ook doen afhangen van door hem te stellen voorwaarden.


Artikel 757

  • 1

    Wordt de uitvoering van het werk onmogelijk doordat de zaak waarop of waaraan het werk moet worden uitgevoerd, tenietgaat of verloren raakt zonder dat dit aan de aannemer kan worden toegerekend, dan is de aannemer gerechtigd tot een evenredig deel van de vastgestelde prijs op grondslag van de reeds verrichte arbeid en gemaakte kosten. In geval van opzet of grove schuld van de opdrachtgever is de aannemer gerechtigd tot een bedrag berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 764 lid 2.

  • 2

    Bevond de zaak zich echter in het geval, bedoeld in het vorige lid, onder de aannemer, dan is de opdrachtgever tot geen enkele vergoeding gehouden, tenzij het tenietgaan of verloren raken aan zijn schuld was te wijten, in welk geval het vorige lid onverminderd toepassing vindt.


Artikel 758

  • 1

    Indien de aannemer te kennen heeft gegeven dat het werk klaar is om te worden opgeleverd en de opdrachtgever het werk niet binnen een redelijke termijn keurt en al dan niet onder voorbehoud aanvaardt dan wel onder aanwijzing van de gebreken weigert, wordt de opdrachtgever geacht het werk stilzwijgend te hebben aanvaard. Na de aanvaarding wordt het werk als opgeleverd beschouwd.

  • 2

    Na oplevering is het werk voor risico van de opdrachtgever. Derhalve blijft hij de prijs verschuldigd, ongeacht tenietgaan of achteruitgang van het werk door een oorzaak die niet aan de aannemer kan worden toegerekend.

  • 3

    De aannemer is ontslagen van de aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken.

  • 4

    In afwijking van het derde lid, is bij aanneming van bouwwerken de aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In andere gevallen kan van dit lid alleen ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, indien dit uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen.


Artikel 759

  • 1

    Indien het werk na oplevering gebreken vertoont waarvoor de aannemer aansprakelijk is, moet de opdrachtgever, tenzij zulks in verband met de omstandigheden niet van hem kan worden gevergd, aan de aannemer de gelegenheid geven de gebreken binnen een redelijke termijn weg te nemen, onverminderd de aansprakelijkheid van de aannemer voor schade ten gevolge van de gebrekkige oplevering.

  • 2

    De opdrachtgever kan vorderen dat de aannemer de gebreken binnen redelijke termijn wegneemt, tenzij de kosten van herstel in geen verhouding zouden staan tot het belang van de opdrachtgever bij herstel in plaats van schadevergoeding.


Artikel 760

  • 1

    De gevolgen van een ondeugdelijke uitvoering van het werk, die te wijten is aan gebreken of ongeschiktheid van door de aannemer gebruikte materialen of hulpmiddelen, komen voor rekening van de aannemer.

  • 2

    Is de ondeugdelijke uitvoering echter te wijten aan gebreken of ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever, daaronder begrepen de grond waarop hij een werk laat uitvoeren, dan komen de gevolgen voor zijn rekening, voor zover de aannemer niet zijn in artikel 754 bedoelde waarschuwingsplicht heeft geschonden of anderszins met betrekking tot deze gebreken in deskundigheid of zorgvuldigheid tekort is geschoten.

  • 3

    Lid 2 is van overeenkomstige toepassing in geval van fouten of gebreken in door de opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften.


Artikel 761

  • 1

    Elke rechtsvordering wegens een gebrek in het opgeleverde werk verjaart door verloop van twee jaren nadat de opdrachtgever ter zake heeft geprotesteerd. Indien de opdrachtgever de aannemer een termijn heeft gesteld waarbinnen deze het gebrek zal kunnen wegnemen, begint de verjaring pas te lopen bij het einde van die termijn, of zoveel eerder als de aannemer te kennen heeft gegeven het gebrek niet te zullen herstellen.

  • 2

    De rechtsvordering verjaart in ieder geval door verloop van twintig jaren na de oplevering in geval van aanneming van bouwwerken en door verloop van tien jaren na de oplevering in alle andere gevallen.

  • 3

    Indien de rechtsvordering krachtens het bepaalde in de vorige leden zou verjaren tussen het tijdstip waarop de aannemer aan de opdrachtgever heeft medegedeeld dat hij het gebrek zal onderzoeken of herstellen, en het tijdstip waarop hij het onderzoek en de pogingen tot herstel kennelijk als beëindigd beschouwt, wordt de verjaringstermijn verlengd overeenkomstig artikel 320 van Boek 3.

  • 4

    De leden 1–3 laten onverlet de bevoegdheid van de opdrachtgever om aan een vordering tot betaling van de prijs zijn recht op vermindering daarvan door gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst of op schadevergoeding tegen te werpen.


Artikel 762

De aansprakelijkheid van de aannemer voor hem bekende verborgen gebreken die hij heeft verzwegen, kan niet worden uitgesloten of beperkt, noch kan zij aan kortere verjaringstermijnen worden onderworpen dan die voorzien in artikel 761. Verzwijging door degenen die de aannemer met de leiding over de uitvoering van het werk heeft belast, wordt gelijkgesteld met verzwijging door de aannemer.


Artikel 763

Indien de aannemer na het sluiten van de overeenkomst overlijdt of duurzaam arbeidsongeschikt wordt, kan ieder der partijen de overeenkomst beëindigen, voor zover zij, gezien de aard van de overeenkomst, aan het overlijden of de duurzame arbeidsongeschiktheid een redelijk belang bij beëindiging kan ontlenen. Voor de reeds verrichte arbeid en gemaakte kosten is de opdrachtgever een naar redelijkheid en met inachtneming van alle omstandigheden te bepalen vergoeding verschuldigd.


Artikel 764

  • 1

    De opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen.

  • 2

    In geval van zulke opzegging zal hij de voor het gehele werk geldende prijs moeten betalen, verminderd met de besparingen die voor de aannemer uit de opzegging voortvloeien, tegen aflevering door de aannemer van het reeds voltooide werk. Indien de prijs afhankelijk was gesteld van de werkelijk door de aannemer te maken kosten, wordt de door de opdrachtgever verschuldigde prijs berekend op grondslag van de gemaakte kosten, de verrichte arbeid en de winst die de aannemer over het gehele werk zou hebben gemaakt.


Artikel 765

Deze afdeling is van toepassing op aanneming van werk die strekt tot de bouw van een woning, bestaande uit een onroerende zaak of bestanddeel daarvan, in opdracht van een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.


Artikel 766

  • 1

    Een overeenkomst als bedoeld in artikel 765 wordt schriftelijk aangegaan.

  • 2

    De tussen partijen opgemaakte akte of een afschrift daarvan moet aan de opdrachtgever ter hand worden gesteld, desverlangd tegen afgifte aan de aannemer van een gedateerd ontvangstbewijs. Gedurende drie dagen na deze terhandstelling heeft de opdrachtgever het recht de overeenkomst te ontbinden. Komt, nadat de opdrachtgever van dit recht gebruik gemaakt heeft, binnen zes maanden tussen dezelfde partijen met betrekking tot dezelfde te bouwen woning opnieuw een overeenkomst tot stand, dan ontstaat het recht niet opnieuw.

  • 3

    De leden 1–2 zijn niet van toepassing indien de overeenkomst strekt tot de bouw van een woning op grond die de opdrachtgever reeds toebehoort, en de overeenkomst niet met de koop van deze grond in verband staat.


Artikel 767

De opdrachtgever kan slechts worden verplicht tot het doen van betalingen die, althans bij benadering, overeenstemmen met de voortgang van de bouw of met de waarde van de aan hem overgedragen goederen, behoudens dat kan worden bedongen dat hij ter verzekering van de nakoming van zijn verplichtingen een bedrag dat niet hoger is dan 10% van de aanneemsom, in depot stort bij een notaris dan wel voor dit bedrag vervangende zekerheid stelt. Het teveel betaalde geldt als onverschuldigd betaald.


Artikel 768

  • 1

    De opdrachtgever kan, zonder beroep te doen op artikel 262 van Boek 6 en onder behoud van zijn recht op oplevering, maximaal 5% van de aanneemsom inhouden op de laatste termijn of laatste termijnen en dit bedrag in plaats van aan de aannemer te betalen, in depot storten bij een notaris.

  • 2

    De aannemer stelt de opdrachtgever uiterlijk twee maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid gebruik wenst te maken. De aannemer stuurt hiervan een afschrift aan de notaris.

  • 3

    De notaris brengt het bedrag in de macht van de aannemer nadat drie maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, indien hij het afschrift, bedoeld in het tweede lid, heeft ontvangen, tenzij de opdrachtgever van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken. In dat geval deelt de opdrachtgever aan de notaris mee tot welk bedrag het depot moet worden gehandhaafd.

  • 4

    De notaris brengt het bedrag voorts in de macht van de aannemer voor zover de opdrachtgever daarin toestemt, de aannemer een aan het depot gelijkwaardige zekerheid stelt of bij een uitspraak die partijen bindt, is beslist dat een depot niet of niet langer gerechtvaardigd is.

  • 5

    Indien de opdrachtgever aan de aannemer schadevergoeding verschuldigd is wegens de in lid 1 bedoelde depotstorting of de door de aannemer gestelde gelijkwaardige zekerheid, wordt deze gesteld op de wettelijke rente bedoeld in artikel 119 van Boek 6. Gedurende de drie maanden bedoeld in lid 3, is zij niet verschuldigd, zelfs niet indien geen gebreken worden geconstateerd.



Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Nieuwbouw Categorie Registergoederenrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Toepassing tenzij-bepaling niet van belang of opdrachtgever ook inzicht had in omvang van prijsverhoging dan wel de te verwachten meerkosten Instantie Hoge Raad Datum 01-07-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:989
Onrechtmatige daad notaris en bank door onzorgvuldig handelen op basis van bankgarantie Instantie Hoge Raad Datum 03-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1804
Vooruitbetaling is onverschuldigd omdat deze niet overeenstemt met voortgang van de bouw Instantie Rechtbank Overijssel Datum 05-04-2019 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2019:1205
Overschrijding overeengekomen bouwtermijn is fataal (art. 6:83) Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:10102
Verbouwing van gedeelte van bestaande woning kwalificeert niet als 'bouw van een woning' in de zin van art. 7:765 BW Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 23-08-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:2391
Vooruitbetalingen bij de bouw van een woning moeten in overeenstemming met de voortgang van de bouw Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 06-03-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BV8245

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen Dossiernr. 34453 Status Aangenomen door de Eerste Kamer Samenvatting -

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel CPO: Samen bouwen aan een eigen thuis Auteur(s) I. Kort Bron Vp-bulletin 2023/2
Titel De rol van de notaris bij het stellen van een bankgarantie als vervangende zekerheid Auteur(s) M. Michels, L.G.L. Ohnesorge Bron JBN 2022/30
Titel Conceptwetsvoorstel 'Opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur' vraagt de aandacht Auteur(s) W.G. Huijgen Bron JBN 2021/20
Titel De juridische kwalificatie van verdienstelijking in de gebouwde omgeving Auteur(s) S. van Gulijk Bron WPNR 2021/7326
Titel Serie Bouw- en Aanbestedingsrecht Auteur(s) M.A.B. Chao-Duivis, M.A. van Wijngaarden Bron Paris 2018
Titel Studiereeks Burgerlijk Recht, Bijzondere overeenkomsten (Hoofdstuk 16) Auteur(s) M.A.B. Chao-Duivis Bron Kluwer 2013
Titel E.M. Bruggeman, dissertatie: 'De koop-/aannemingsovereenkomst in breed perspectief', 2010
Titel Rapportage Wet koop onroerende zaken; de evaluatie Auteur(s) A.L.M. Keirse e.a. Bron Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2009
Titel De 5%-regeling bij de bouw van een appartementencomplex Auteur(s) J.J. Storm Bron WPNR 2007/6694

Praktisch

Titel Bron Type Categorie
Modelovereenkomst Conceptueel Bouwen Bron Stichting Netwerk Conceptueel Bouwen Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Bewust nieuwbouw Bron - Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Inhoudsopgave
1 Algemeen 1.1 Invoering Wet koop onroerende zaken 1.2 Evaluatie en rapportage Wet koop onroerende zaken 1.3 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen 1.4 Notariële vastgoedpraktijk 2 Aanneming van werk algemeen 2.0.1 Arbeidsovereenkomst en overeenkomst van opdracht 2.0.2 Koopovereenkomst en koop-/aannemingsovereenkomst 2.1 Model koop-/aannemingsovereenkomst en garantie- en waarborgregelingen in de bouw 2.1.1 Praktijk 2.1.2 Garantie- en waarborgregeling Woningborg, SWK en Stichting Bouwgarant 2.2 Notariële vastgoedpraktijk: koop-/aannemingsovereenkomst 3 Consumentenbescherming bouw van een woning (artt. 7:765 BW - 7:769 BW) 3.1 Wettelijke vereisten aanneming van werk 3.1.1 Een woning, bestaande uit een onroerende zaak of bestanddeel daarvan 3.1.2 In opdracht van een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf 3.2 Schriftelijkheidsvereiste en bedenktijd (art. 7:766 BW) 3.2.1 Uitzondering 3.2.2 Wijzigingen Wkb (waarschuwings- en informatieplicht) 3.3 Voorfinanciering (art. 7:767 BW) 3.3.1 Vooruitbetalingen in overeenstemming met voortgang van de bouw 3.3.2 10% van de aanneemsom in depot of vervangende zekerheid 3.4 Bijzonder opschortingsrecht (art. 7:768 BW) 3.4.1 5%-regeling (art. 7:768 lid 1 BW) 3.4.2 Onduidelijkheden in de praktijk 3.4.3 Nieuw lid 2 sinds Wkb (art. 7:768 lid 2 BW) 3.4.4 Vrijgave depot door notaris (art. 7:768 lid 3 en 4 BW) 3.4.5 Geen schadevergoeding (art. 7:768 lid 5 BW) 3.5 Dwingend recht 4 Overeenkomstige toepassing nieuw gebouwde of te bouwen woning voor natuurlijk persoon (art. 7:8 BW) 5 Schuldenaarsverzuim (art. 6:83 BW) 6 Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG) 7 Bouwrechter 8 Zelfbewoningsplicht en opkoopbescherming  9 Conceptueel bouwen 10 Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO)
Overzicht
Wetstructuur
Civiel