Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Rechtshandelingen algemeen / wilsbekwaamheid (art. 3:32 - 3:59 BW)

Bijgewerkt tot 26-02-2024 Auteur De redactie

1 InleidingHandelingen kunnen worden onderscheiden in feitelijke handelingen en rechtshandelingen. Een rechtshandeling onderscheidt zich van een feitelijke handeling, doordat de rechtshandeling op een rechtsgevolg is gericht. Van een rechtsgevolg is sprake indien een verandering optreedt in bestaande rechten, verplichtingen of bevoegdheden.Rechtshandelingen kunnen over het algemeen ook onder opschortende of ontbindende voorwaarde worden aangegaan (art. 3:38 lid 1 BW). Van de opschortende…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 32

  • 1

    Iedere natuurlijke persoon is bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaalt.

  • 2

    Een rechtshandeling van een onbekwame is vernietigbaar. Een eenzijdige rechtshandeling van een onbekwame, die niet tot een of meer bepaalde personen gericht was, is echter nietig.


Artikel 33

Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.


Artikel 34

  • 1

    Heeft iemand wiens geestvermogens blijvend of tijdelijk zijn gestoord, iets verklaard, dan wordt een met de verklaring overeenstemmende wil geacht te ontbreken, indien de stoornis een redelijke waardering der bij de handeling betrokken belangen belette, of indien de verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan. Een verklaring wordt vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan, indien de rechtshandeling voor de geestelijk gestoorde nadelig was, tenzij het nadeel op het tijdstip van de rechtshandeling redelijkerwijze niet was te voorzien.

  • 2

    Een zodanig ontbreken van wil maakt een rechtshandeling vernietigbaar. Een eenzijdige rechtshandeling die niet tot een of meer bepaalde personen gericht was, wordt door het ontbreken van wil echter nietig.


Artikel 35

Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil.


Artikel 36

Tegen hem die als derde op grond van een verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, het ontstaan, bestaan of tenietgaan van een bepaalde rechtsbetrekking heeft aangenomen en in redelijk vertrouwen op de juistheid van die veronderstelling heeft gehandeld, kan door degene om wiens verklaring of gedraging het gaat, met betrekking tot deze handeling op de onjuistheid van die veronderstelling geen beroep worden gedaan.


Artikel 37

  • 1

    Tenzij anders is bepaald, kunnen verklaringen, met inbegrip van mededelingen, in iedere vorm geschieden, en kunnen zij in een of meer gedragingen besloten liggen.

  • 2

    Indien bepaald is dat een verklaring schriftelijk moet worden gedaan, kan zij, voor zover uit de strekking van die bepaling niet anders volgt, ook bij exploit geschieden.

  • 3

    Een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet, om haar werking te hebben, die persoon hebben bereikt. Nochtans heeft ook een verklaring die hem tot wie zij was gericht, niet of niet tijdig heeft bereikt, haar werking, indien dit niet of niet tijdig bereiken het gevolg is van zijn eigen handeling, van de handeling van personen voor wie hij aansprakelijk is, of van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt.

  • 4

    Wanneer een door de afzender daartoe aangewezen persoon of middel een tot een ander gerichte verklaring onjuist heeft overgebracht, geldt het ter kennis van de ontvanger gekomene als de verklaring van de afzender, tenzij de gevolgde wijze van overbrenging door de ontvanger was bepaald.

  • 5

    Intrekking van een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet, om haar werking te hebben, die persoon eerder dan of gelijktijdig met de ingetrokken verklaring bereiken.


Artikel 38

  • 1

    Tenzij uit de wet of uit de aard van de rechtshandeling anders voortvloeit, kan een rechtshandeling onder een tijdsbepaling of een voorwaarde worden verricht.

  • 2

    De vervulling van een voorwaarde heeft geen terugwerkende kracht.


Artikel 39

Tenzij uit de wet anders voortvloeit, zijn rechtshandelingen die niet in de voorgeschreven vorm zijn verricht, nietig.


Artikel 40

  • 1

    Een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, is nietig.

  • 2

    Strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de rechtshandeling, doch, indien de bepaling uitsluitend strekt ter bescherming van één der partijen bij een meerzijdige rechtshandeling, slechts tot vernietigbaarheid, een en ander voor zover niet uit de strekking van de bepaling anders voortvloeit.

  • 3

    Het vorige lid heeft geen betrekking op wetsbepalingen die niet de strekking hebben de geldigheid van daarmede strijdige rechtshandelingen aan te tasten.


Artikel 41

Betreft een grond van nietigheid slechts een deel van een rechtshandeling, dan blijft deze voor het overige in stand, voor zover dit, gelet op inhoud en strekking van de handeling, niet in onverbrekelijk verband met het nietige deel staat.


Artikel 42

Beantwoordt de strekking van een nietige rechtshandeling in een zodanige mate aan die van een andere, als geldig aan te merken rechtshandeling, dat aangenomen moet worden dat die andere rechtshandeling zou zijn verricht, indien van de eerstgenoemde wegens haar ongeldigheid was afgezien, dan komt haar de werking van die andere rechtshandeling toe, tenzij dit onredelijk zou zijn jegens een belanghebbende die niet tot de rechtshandeling als partij heeft medegewerkt.


Artikel 43

  • 1

    Rechtshandelingen die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomende personen, strekken tot verkrijging door:

    • a.

      rechters, leden van het openbaar ministerie, gerechtsauditeurs, griffiers, advocaten, deurwaarders en notarissen van goederen waarover een geding aanhangig is voor het gerecht, onder welks rechtsgebied zij hun bediening uitoefenen;

    • b.

      ambtenaren, van goederen die door hen of te hunnen overstaan worden verkocht, of

    • c.

      personen met openbaar gezag bekleed, van goederen die toebehoren aan het Rijk, provincies, gemeenten of andere openbare instellingen en aan hun beheer zijn toevertrouwd,

    zijn nietig en verplichten de verkrijgers tot schadevergoeding.

  • 2

    Lid 1 onder a heeft geen betrekking op uiterste wilsbeschikkingen, door een erflater ten voordele van zijn wettelijke erfgenamen gemaakt, noch op rechtshandelingen krachtens welke deze erfgenamen goederen der nalatenschap verkrijgen.

  • 3

    In het geval bedoeld in het eerste lid onder c is de rechtshandeling geldig, indien zij met Onze goedkeuring is geschied of het een verkoop in het openbaar betreft. Indien de rechtshandeling strekt tot verkrijging door een lid van de gemeenteraad of een wethouder, onderscheidenlijk de burgemeester komt de in de vorige zin bedoelde bevoegdheid tot goedkeuring toe aan gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de Commissaris van de Koning.


Artikel 44

  • 1

    Een rechtshandeling is vernietigbaar, wanneer zij door bedreiging, door bedrog of door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen.

  • 2

    Bedreiging is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door onrechtmatig deze of een derde met enig nadeel in persoon of goed te bedreigen. De bedreiging moet zodanig zijn, dat een redelijk oordelend mens daardoor kan worden beïnvloed.

  • 3

    Bedrog is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen, of door een andere kunstgreep. Aanprijzingen in algemene bewoordingen, ook al zijn ze onwaar, leveren op zichzelf geen bedrog op.

  • 4

    Misbruik van omstandigheden is aanwezig, wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden, zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid, bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden.

  • 5

    Indien een verklaring is tot stand gekomen door bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden van de zijde van iemand die geen partij bij de rechtshandeling is, kan op dit gebrek geen beroep worden gedaan jegens een wederpartij die geen reden had het bestaan ervan te veronderstellen.


Artikel 45

  • 1

    Indien een schuldenaar bij het verrichten van een onverplichte rechtshandeling wist of behoorde te weten dat daarvan benadeling van een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden het gevolg zou zijn, is de rechtshandeling vernietigbaar en kan de vernietigingsgrond worden ingeroepen door iedere door de rechtshandeling in zijn verhaalsmogelijkheden benadeelde schuldeiser, onverschillig of zijn vordering vóór of na de handeling is ontstaan.

  • 2

    Een rechtshandeling anders dan om niet, die hetzij meerzijdig is, hetzij eenzijdig en tot een of meer bepaalde personen gericht, kan wegens benadeling slechts worden vernietigd, indien ook degenen met of jegens wie de schuldenaar de rechtshandeling verrichtte, wisten of behoorden te weten dat daarvan benadeling van een of meer schuldeisers het gevolg zou zijn.

  • 3

    Wordt een rechtshandeling om niet wegens benadeling vernietigd, dan heeft de vernietiging ten aanzien van de bevoordeelde die wist noch behoorde te weten dat van de rechtshandeling benadeling van een of meer schuldeisers het gevolg zou zijn, geen werking, voor zover hij aantoont dat hij ten tijde van de verklaring of het instellen van de vordering tot vernietiging niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat was.

  • 4

    Een schuldeiser die wegens benadeling tegen een rechtshandeling opkomt, vernietigt deze slechts te zijnen behoeve en niet verder dan nodig is ter opheffing van de door hem ondervonden benadeling.

  • 5

    Rechten, door derden te goeder trouw anders dan om niet verkregen op goederen die het voorwerp waren van de vernietigde rechtshandeling, worden geëerbiedigd. Ten aanzien van de derde te goeder trouw die om niet heeft verkregen, heeft de vernietiging geen werking voor zover hij aantoont dat hij op het ogenblik dat het goed van hem wordt opgeëist, niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat is.


Artikel 46

  • 1

    Indien de rechtshandeling waardoor een of meer schuldeisers zijn benadeeld, is verricht binnen één jaar voor het inroepen van de vernietigingsgrond en de schuldenaar zich niet reeds voor de aanvang van die termijn tot die rechtshandeling had verplicht, wordt vermoed dat men aan beide zijden wist of behoorde te weten dat een zodanige benadeling het gevolg van de rechtshandeling zou zijn:

    • 1°.

      bij overeenkomsten, waarbij de waarde der verbintenis aan de zijde van de schuldenaar aanmerkelijk die der verbintenis aan de andere zijde overtreft;

    • 2°.

      bij rechtshandelingen ter voldoening van of zekerheidstelling voor een niet opeisbare schuld;

    • 3°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die een natuurlijk persoon is, verricht met of jegens:

      • a.

        zijn echtgenoot, zijn pleegkind of een bloed- of aanverwant tot in de derde graad;

      • b.

        een rechtspersoon waarin hij, zijn echtgenoot, zijn pleegkind of een bloed- of aanverwant tot in de derde graad bestuurder of commissaris is, dan wel waarin deze personen, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelnemen;

    • 4°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een natuurlijk persoon:

      • a.

        die bestuurder of commissaris van de rechtspersoon is, dan wel met of jegens diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad;

      • b.

        die al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn pleegkinderen en zijn bloed- of aanverwanten tot in de derde graad, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelneemt;

      • c.

        wiens echtgenoot, pleegkinderen of bloed- of aanverwanten tot in de derde graad, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor tenminste de helft van het geplaatste kapitaal deelnemen;

    • 5°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een andere rechtspersoon, indien

      • a.

        een van deze rechtspersonen bestuurder is van de andere;

      • b.

        een bestuurder, natuurlijk persoon, van een van deze rechtspersonen, of diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad, bestuurder is van de andere;

      • c.

        een bestuurder, natuurlijk persoon, of een commissaris van een van deze rechtspersonen, of diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelneemt in de andere;

      • d.

        in beide rechtspersonen voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal rechtstreeks of middellijk wordt deelgenomen door dezelfde rechtspersoon, dan wel dezelfde natuurlijke persoon, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn pleegkinderen en zijn bloed- of aanverwanten tot in de derde graad;

    • 6°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een groepsmaatschappij.

  • 2

    Met een echtgenoot wordt een geregistreerde partner of een andere levensgezel gelijkgesteld.

  • 3

    Onder pleegkind wordt verstaan hij die duurzaam als eigen kind is verzorgd en opgevoed.

  • 4

    Onder bestuurder, commissaris of aandeelhouder wordt mede verstaan hij die minder dan een jaar vóór de rechtshandeling bestuurder, commissaris of aandeelhouder is geweest.

  • 5

    Indien de bestuurder van een rechtspersoon-bestuurder zelf een rechtspersoon is, wordt deze rechtspersoon met de rechtspersoon-bestuurder gelijkgesteld.


Artikel 47

In geval van benadeling door een rechtshandeling om niet, die de schuldenaar heeft verricht binnen één jaar vóór het inroepen van de vernietigingsgrond, wordt vermoed dat hij wist of behoorde te weten dat benadeling van een of meer schuldeisers het gevolg van de rechtshandeling zou zijn.


Artikel 48

Onder schuldenaar in de zin van de drie vorige artikelen is begrepen hij op wiens goed voor de schuld van een ander verhaal kan worden genomen.


Artikel 49

Een vernietigbare rechtshandeling wordt vernietigd hetzij door een buitengerechtelijke verklaring, hetzij door een rechterlijke uitspraak.


Artikel 50

  • 1

    Een buitengerechtelijke verklaring die een rechtshandeling vernietigt, wordt door hem in wiens belang de vernietigingsgrond bestaat, gericht tot hen die partij bij de rechtshandeling zijn.

  • 2

    Een buitengerechtelijke verklaring kan een rechtshandeling met betrekking tot een registergoed die heeft geleid tot een inschrijving in de openbare registers of tot een tot levering van een registergoed, bestemde akte, slechts vernietigen indien alle partijen in de vernietiging berusten.


Artikel 51

  • 1

    Een rechterlijke uitspraak vernietigt een rechtshandeling, doordat zij een beroep in rechte op een vernietigingsgrond aanvaardt.

  • 2

    Een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling wordt ingesteld tegen hen die partij bij de rechtshandeling zijn.

  • 3

    Een beroep in rechte op een vernietigingsgrond kan te allen tijde worden gedaan ter afwering van een op de rechtshandeling steunende vordering of andere rechtsmaatregel. Hij die dit beroep doet, is verplicht om zo spoedig mogelijk daarvan mededeling te doen aan de partijen bij de rechtshandeling die niet in het geding zijn verschenen.


Artikel 52

  • 1

    Rechtsvorderingen tot vernietiging van een rechtshandeling verjaren:

    • a.

      in geval van onbekwaamheid: drie jaren nadat de onbekwaamheid is geëindigd, of, indien de onbekwame een wettelijke vertegenwoordiger heeft, drie jaren nadat de handeling ter kennis van de wettelijke vertegenwoordiger is gekomen;

    • b.

      in geval van bedreiging of misbruik van omstandigheden: drie jaren nadat deze invloed heeft opgehouden te werken;

    • c.

      in geval van bedrog, dwaling of benadeling: drie jaren nadat het bedrog, de dwaling of de benadeling is ontdekt;

    • d.

      in geval van een andere vernietigingsgrond: drie jaren nadat de bevoegdheid om deze vernietigingsgrond in te roepen, aan degene aan wie deze bevoegdheid toekomt, ten dienste is komen te staan.

  • 2

    Na de verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging van de rechtshandeling kan deze niet meer op dezelfde vernietigingsgrond door een buitengerechtelijke verklaring worden vernietigd.


Artikel 53

  • 1

    De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht.

  • 2

    Indien de reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden, kan de rechter desgevraagd aan een vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen. Hij kan aan een partij die daardoor onbillijk wordt bevoordeeld, de verplichting opleggen tot een uitkering in geld aan de partij die benadeeld wordt.


Artikel 54

  • 1

    De bevoegdheid om ter vernietiging van een meerzijdige rechtshandeling een beroep te doen op misbruik van omstandigheden vervalt, wanneer de wederpartij tijdig een wijziging van de gevolgen van de rechtshandeling voorstelt, die het nadeel op afdoende wijze opheft.

  • 2

    Bovendien kan de rechter op verlangen van een der partijen, in plaats van een vernietiging wegens misbruik van omstandigheden uit te spreken, ter opheffing van dit nadeel de gevolgen van de rechtshandeling wijzigen.


Artikel 55

  • 1

    De bevoegdheid om ter vernietiging van een rechtshandeling een beroep op een vernietigingsgrond te doen vervalt, wanneer hij aan wie deze bevoegdheid toekomt, de rechtshandeling heeft bevestigd, nadat de verjaringstermijn ter zake van de rechtsvordering tot vernietiging op die grond een aanvang heeft genomen.

  • 2

    Eveneens vervalt de bevoegdheid om een beroep op een vernietigingsgrond te doen, wanneer een onmiddellijk belanghebbende na de aanvang van de verjaringstermijn aan hem aan wie deze bevoegdheid toekomt een redelijke termijn heeft gesteld om te kiezen tussen bevestiging en vernietiging en deze binnen deze termijn geen keuze heeft gedaan.


Artikel 56

Voor de toepassing van de artikelen 50-55 gelden mede als partij:

  • a.

    in geval van eenzijdige tot een of meer bepaalde personen gerichte rechtshandeling: die personen;

  • b.

    in geval van andere eenzijdige rechtshandelingen: zij die onmiddellijk belanghebbenden zijn bij de instandhouding van die handeling.


Artikel 57

Behoeft een rechtshandeling om het beoogde gevolg te hebben goedkeuring, machtiging, vergunning of enige andere vorm van toestemming van een overheidsorgaan of van een andere persoon, die geen partij bij de rechtshandeling is, dan kan iedere onmiddellijk belanghebbende aan hen die partij bij de rechtshandeling zijn geweest, aanzeggen dat, indien niet binnen een redelijke, bij die aanzegging gestelde termijn die toestemming wordt verkregen, de handeling te zijnen aanzien zonder gevolg zal blijven.


Artikel 58

  • 1

    Wanneer eerst na het verrichten van een rechtshandeling een voor haar geldigheid gesteld wettelijk vereiste wordt vervuld, maar alle onmiddellijk belanghebbenden die zich op dit gebrek hadden kunnen beroepen, in de tussen de handeling en de vervulling van het vereiste liggende tijdsruimte de handeling als geldig hebben aangemerkt, is daarmede de rechtshandeling bekrachtigd.

  • 2

    Het vorige lid is niet van toepassing op het geval dat een rechtshandeling nietig is als gevolg van handelingsonbekwaamheid van degene die haar heeft verricht en deze vervolgens handelingsbekwaam wordt.

  • 3

    Inmiddels verkregen rechten van derden behoeven aan bekrachtiging niet in de weg te staan, mits zij worden geëerbiedigd.


Artikel 59

Buiten het vermogensrecht vinden de bepalingen van deze titel overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de rechtshandeling of van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Wils(on)bekwaamheid Categorie Diversen

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling kunnen bezwaarlijk ongedaan worden gemaakt Instantie Hoge Raad Datum 09-02-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:208
Onzedelijke "beschermingsconstructie" leidt tot bestuursaansprakelijkheid in gefailleerde vennootschappen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 20-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:3729
Beoordeling wilsbekwaamheid per rechtshandeling Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 07-02-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:1390
Gegeven oordeel van het Hof na ambtshalve onderzoek moet worden aangemerkt als een ontoelaatbare verrassingsbeslissing Instantie Hoge Raad Datum 14-10-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1432
Hoge Raad vernietigt vonnis Hof inzake testament van 104-jarige Instantie Hoge Raad Datum 25-02-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:307
Geldleningen met strekking benadeling schuldeisers zijn nietig door strijd met goede zeden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-11-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:11048
Partner van erflater mocht er gerechtvaardigd op vertrouwen dat executeur bevoegd was om grafrecht over te dragen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 13-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:5783
Schending voorkeursrecht omdat aangetekende brief niet is ontvangen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:9565
Levering van woning door erflater toch geldig nu enige erfgenaam als eerder deelgerechtigde volledig eigendom verkrijgt van woning Instantie Rechtbank Gelderland Datum 09-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:3586
Beroep op wilsvertrouwensleer kan ook ten dele worden toegerekend Instantie Hoge Raad Datum 28-05-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:783
Koopovereenkomst met als doel het voorkomen dat de Staat verhaal zou halen nietig Instantie Rechtbank Overijssel Datum 24-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2021:1448
Koper diende bewijs te leveren bij de door hem gestelde zwarthandel Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 24-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:545
Hof oordeelt dat toelaatbaarheid monddoodclausule afhangt van omstandigheden concrete geval Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1212
Monddoodclausule nietig wegens strijd met openbare orde Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:886
Verplichtingen inzake voorkeursrecht niet nagekomen, geen bewijs van ontvangst aangetekende brief Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 08-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2020:82
Notariële geldleningsovereenkomst is nietig door strijdigheid met dwingend recht Instantie Rechtbank Den Haag Datum 09-10-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:10476
Afspraak om gedurende een periode geen echtscheidingsverzoek in te mogen dienen in strijd met openbare orde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-08-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:7063
Hypotheekrecht is nietig omdat het uitsluitend met het doel is gevestigd schuldeisers te frustreren Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:2820
Nietigverklaring testament voorafgaand aan overlijden testateur Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 03-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:2979
Schriftelijkheidsvereiste koop onroerende zaak geldt niet omdat de koper geen particulier is Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 06-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:1691
Beding inzake vergoedingsplicht na einde samenwoning in samenlevingscontract is nietig Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 22-01-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:172
Hof verklaart partieel nietige overeenkomst algeheel nietig wegens niet gemelde steunmaatregel Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:9636
Oordeel medisch deskundige over erflaters wilsonbekwaamheid leidt tot nietig testament Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 22-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:7281
Wils-vertrouwensleer ook van toepassing op telefonische uitlatingen over opzegging VOF Instantie Hoge Raad Datum 01-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:819
Bij vernietiging van koopovereenkomst woning door misbruik van omstandigheden is geen teruglevering noodzakelijk Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:9007
Niet taalkundige betekenis maar wilsvertrouwensleer bepalend voor uitleg brief Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:315
Onverplichte schenkingen door langstlevende waren paulianeus en dus vernietigbaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:643
Waar bedrog is gepleegd, past geen beroep op de onderzoeksplicht, zelfs als sprake is van een deskundige Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5377
Schuldeisers kunnen worden benadeeld door overdracht woning aan partner Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 08-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:6571
Notaris had advies arts moeten inwinnen bij oordeel wilsbekwaamheid Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:33
Daadwerkelijke benadeling van schuldeisers niet vereist bij nietigheid door strijd met goede zeden Instantie Hoge Raad Datum 19-12-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3650
Verpanding is door convalescentie (art. 3:58 BW) alsnog rechtsgeldig Instantie Hoge Raad Datum 28-11-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3460
Non-concurrentiebeding al gauw verboden concurrentiebeperking Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 23-04-2014 Nummer ECLI:NL:RBROT:2014:3194
Ouderlijke boedelverdeling nietig vanwege gelegateerd vruchtgebruik Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-09-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:7063
Ontvangsttheorie: wanneer is verklaring door geadresseerde ontvangen (art. 3:37 lid 3 BW)? Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ4104
Stichting kan toch voordeel trekken uit uiterste wilsbeschikking Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 27-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ5826
Beroep op art. 2:180 lid 2 sub a BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, bestuurders niet aansprakelijk Instantie Hoge Raad Datum 28-01-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BO7122
Geheimhoudingsplicht zorginstelling prevaleert boven informatieverzoek onterfde erfgenaam Instantie Hoge Raad Datum 20-04-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB1201
Degene wiens handtekening is vervalst niet gebonden aan rechtshandeling Instantie Hoge Raad Datum 07-02-1992 Nummer ECLI:NL:HR:1992:ZC0498

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Verslaglegging beoordeling wilsbekwaamheid van een testateur: waarom, hoe en waar doet de (kandidaat-)notaris dat? Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/3
Titel Bedingen in notariële akten: hoe nietigheid en vernietigbaarheid te voorkomen? Auteur(s) J.M. Hekkema Bron PE Notariaat 2022/14
Titel Aandachtspunten voor de beoordeling van wilsbekwaamheid van een testateur op het sterfbed Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2022/6
Titel De ‘monddoodclausule’ in de agro-praktijk: aandachtspunten en valkuilen Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron LTB 2021/17
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Civiel