Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Navordering (art. 16 AWR)

Bijgewerkt tot 15-03-2024 Auteur De redactie

1 AlgemeenNavordering van belasting kan plaatsvinden indien enig feit het vermoeden oplevert dat een aanslag ten onrechte achterwege is gebleven of tot een te laag bedrag is vastgesteld. Navordering kan ook plaatsvinden indien een in de belastingwet voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of heffingskorting ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend (art. 16 AWR). Navordering speelt alleen bij aanslagbelastingen zoals de inkomsten- en vennootschapsbelasting en de erf- en schenkbel…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 16

  • 1

    Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden dat een aanslag ten onrechte achterwege is gelaten of tot een te laag bedrag is vastgesteld, dan wel dat een in de belastingwet voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of heffingskorting ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend, kan de inspecteur de te weinig geheven belasting dan wel de ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende heffingskorting navorderen. Een feit, dat de inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, kan geen grond voor navordering opleveren, behoudens in de gevallen waarin de belastingplichtige ter zake van dit feit te kwader trouw is.

  • 2

    Navordering kan mede plaatsvinden in alle gevallen waarin te weinig belasting is geheven, doordat:

    • a.

      een voorlopige aanslag, een voorheffing, een voorlopige teruggaaf of een voorlopige verliesverrekening ten onrechte of tot een onjuist bedrag is verrekend;

    • b.
    • c.

      ten gevolge van een fout een aanslag ten onrechte achterwege is gelaten of ten gevolge van een fout een belastingaanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld, hetgeen de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar is, waarvan in elk geval sprake is indien de te weinig geheven belasting ten minste 30 percent van de ingevolge de belastingwet verschuldigde belasting bedraagt.

  • 3

    De bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag vervalt door verloop van vijf jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. Artikel 11, vierde lid, is te dezen van toepassing. Indien voor het doen van aangifte uitstel is verleend, wordt de navorderingstermijn met de duur van dit uitstel verlengd. De eerste volzin is niet van toepassing voor zover navordering plaatsvindt met toepassing van artikel 2.17, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001. Voor zover navordering zonder toepassing van het tweede lid, onderdeel c, niet zou kunnen plaatsvinden, vervalt de bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag, in afwijking in zoverre van de eerste volzin, door verloop van twee jaren na het tijdstip waarop het besluit is genomen om geen aanslag op te leggen, dan wel de belastingaanslag is vastgesteld.

  • 4

    Indien te weinig belasting is geheven over een bestanddeel van het voorwerp van enige belasting dat in het buitenland wordt gehouden of is opgekomen, vervalt, in afwijking in zoverre van het derde lid, eerste volzin, de bevoegdheid tot navorderen door verloop van twaalf jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan.

  • 5

    Indien binnen zes maanden voor het einde van de termijn, bedoeld in het derde lid, eerste zin, of van de termijn, bedoeld in het vierde lid, een verzoek als bedoeld in artikel 6, tweede of derde lid, wordt gedaan of gegevens als bedoeld in artikel 9, vierde lid, worden verstrekt, wordt die termijn met zes maanden verlengd.

  • 6

    Indien een bedrag als verlies van een jaar door middel van verrekening in aanmerking is genomen in een voorafgaand jaar, en in verband daarmede een in de belastingwet voorziene vermindering of teruggaaf ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend, blijft de bevoegdheid tot navorderen bestaan zolang navordering mogelijk is over het jaar waaruit het als verlies verrekende bedrag afkomstig is.

  • 7

    Indien een heffingskorting ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend aan de belastingplichtige doordat het maximale bedrag, bedoeld in de artikelen 8.9, eerste lid, of 8.9a, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, is overschreden, blijft, na afloop van de navorderingstermijn bedoeld in het derde lid, de bevoegdheid tot navorderen bestaan tot acht weken na het tijdstip waarop een belastingaanslag van zijn partner welke relevant is voor die heffingskorting, of een beschikking dan wel uitspraak strekkende tot vermindering van een zodanige belastingaanslag van zijn partner onherroepelijk is geworden.

  • 8

    Voor de toepassing van het eerste lid worden gegevens en inlichtingen als bedoeld in artikel 8 bis ter, veertiende lid, van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PbEU 2011, L 64) die de inspecteur niet anders dan ingevolge die richtlijn bekend zijn geworden, geacht een feit te zijn dat de inspecteur niet bekend was en ook niet redelijkerwijs bekend had kunnen zijn.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Belasting- en invorderingsrente Categorie Belastingrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Terugwerkende kracht in maatschapsovereenkomst niet relevant voor bezitseis van de BOR Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-02-2024 Nummer ECLI:NL:GHARL:2024:888
Hoge Raad aanvaardt de werkwijze van de Inspecteur ten aanzien van de navorderingsaanslag Instantie Hoge Raad Datum 03-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1508
Ambtelijk verzuim verhindert navordering Instantie Hoge Raad Datum 27-10-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1343
Bij bepaling hoogte van verschuldigde erfbelasting gaat het om omvang van verkrijging en niet om omvang van nalatenschap Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 25-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:7090
Inspecteur pleegt geen ambtelijk verzuim door het volgen van de IB-aangifte zonder eerst andere aangiften te raadplegen Instantie Hoge Raad Datum 27-05-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:787
Navorderingsaanslag aan kind na vaststelling vaderschap ten onrechte opgelegd naar moment van overlijden erflater Instantie Hoge Raad Datum 29-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:661
Terechte navorderingsaanslag opgelegd wegens vordering op zoon Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:1085
Navordering bij echtgenote van erflater vanwege niet maken van keuze bij wie gemeenschappelijk inkomensbestanddeel moet worden belast Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 22-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:3158
Geen omkering bewijslast bij toepassing verlengde navorderingstermijn op buitenlands vermogen Instantie Hoge Raad Datum 20-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1810
Zonder gerechtigdheid tot dividend geen verrekening dividendbelasting mogelijk Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 01-07-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:1225
Inspecteur had finale IB-aangifte waarop géén fictief ab-vervreemdingsvoordeel was verantwoord, nader moeten onderzoeken Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 07-08-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:2025
Navorderingsaanslag erfbelasting niet mogelijk indien door Belastingdienst zelf is gekozen voor onjuiste tariefgroep Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 10-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:3383
Geen omkering van de bewijslast met betrekking tot de vraag of de verlengde navorderingstermijn van toepassing is Instantie Hoge Raad Datum 16-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:359
Keuze voor voljaarspartnerschap in jaar van overlijden moet via F-biljet; terechte navordering aanmerkelijkbelangwinst Instantie Rechtbank Gelderland Datum 14-02-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:661
Sluit afspraak tussen belastingplichtige en inspecteur opleggen conserverende navorderingsaanslag uit? Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3229
Navorderingsaanslagen waren niet voortvarend genoeg opgelegd Instantie Hoge Raad Datum 13-10-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2601
Inspecteur had voortvarend gehandeld Instantie Hoge Raad Datum 13-10-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2599
Navorderingsaanslag voor te weinig geheven belasting als gevolg van fout in aanslag schenkbelasting Instantie Hoge Raad Datum 11-08-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1628
Navorderingstermijn wordt verlengd met duur van verleend uitstel voor het doen van aangifte Instantie Hoge Raad Datum 14-08-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2164
Inspecteur hoeft geen akten te raadplegen die betrekking hebben op een andere belasting Instantie Hoge Raad Datum 12-06-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1515
Terechte navordering inkomstenbelasting omdat inspecteur niet beschikte over leveringsakte Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:109
Verweerder had bekend kunnen zijn met vermogenssprong bij opleggen primitieve aanslag, navordering onterecht Instantie Rechtbank Den Haag Datum 02-12-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:15426
Geen herstel beoordelingsfout ook al was fout kenbaar voor belastingplichtige Instantie Hoge Raad Datum 27-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1528
Met verlengde navorderingstermijn opgelegde navorderingsaanslagen voldoende voortvarend opgelegd Instantie Hoge Raad Datum 22-11-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1215
Levering bewijs van het beboetbare feit Instantie Hoge Raad Datum 27-09-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:717
Navordering mogelijk op grond van nieuw feit als erfgenaam die zich na ommekomst van driejaarstermijn meldt Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 20-03-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BW0453
Overdracht tegen agrarische waarde aangemerkt als schenking bij vervreemding na 1,5 jaar Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 28-09-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BO0520
Passenheim-van Schoot Instantie Hof van Justitie EU Datum 11-06-2009 Nummer ECLI:EU:C:2009:368
Fout door werkwijze komt voor rekening van Inspecteur zodat geen navorderingsaanslag kan worden opgelegd Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 16-12-2008 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2008:BG8791
Aanslag die uitging van verkeerde schenker mag worden hersteld Instantie Hoge Raad Datum 03-10-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BF3807
Navordering mogelijk na door Inspecteur gevolgde fout in aangifte? Instantie Hoge Raad Datum 07-12-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA9393
Hof Den Bosch 30-06-2004, nr 03/02113 Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-06-2004 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2004:AQ1741
Geen navordering als aanslag te laag is vastgesteld als gevolg van verwijtbaar onjuist inzicht in feiten of recht bij Inspecteur Instantie Hoge Raad Datum 08-08-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AI0921

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Wetsvoorstel vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst: makkelijker kunnen we het wel maken? Auteur(s) J. Kastelein, J.M. van der Vegt Bron FTV 2014/13
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)