Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Levering onroerende zaken (art. 11.1.a Wet OB)

Bijgewerkt tot 02-01-2024 Auteur De redactie

1 InleidingDe levering van onroerende zaken en van rechten waaraan deze zijn onderworpen, is in beginsel vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting (art. 11 lid 1 onder a Wet OB). Hierop zijn drie uitzonderingen:de levering van een (gedeelte van een) gebouw en het erbij behorend terrein vóór, op of uiterlijk twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming (art. 11 lid 1 onder a ten eerste Wet OB);de levering van een bouwterrein (art. 11 lid 1 onder a ten eerste Wet OB);le…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 11

  • 1

    Onder bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen voorwaarden zijn van de belasting vrijgesteld:

    • a.

      de levering van onroerende zaken en van rechten waaraan deze zijn onderworpen, met uitzondering van:

      • 1°.

        de levering van een gebouw of een gedeelte van een gebouw en het erbij behorend terrein vóór, op of uiterlijk twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming, alsmede de levering van een bouwterrein;

      • 2°.

        leveringen, andere dan die bedoeld onder 1°, aan personen die de onroerende zaak gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van belasting op de voet van artikel 15 bestaat, mits de ondernemer die de levering verricht en degene aan wie wordt geleverd, blijkens de notariële akte van levering daarvoor hebben gekozen of in andere gevallen gezamenlijk een verzoek daartoe aan de inspecteur hebben gedaan en overigens voldoen aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden;

    • b.

      de verhuur (de verpachting daaronder begrepen) van onroerende zaken, met uitzondering van:

      • 1°.

        de verhuur van blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines;

      • 2°.

        de verhuur binnen het kader van het hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen, die daar slechts voor een korte periode verblijf houden;

      • 3°.

        de verhuur van parkeerruimte voor voertuigen en de verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen;

      • 4°.

        de verhuur van safeloketten;

      • 5°.

        de verhuur van onroerende zaken, andere dan gebouwen en gedeelten daarvan welke als woning worden gebruikt, door een verhuurder, die niet de vrijstelling, bedoeld in artikel 25, eerste lid, toepast, aan personen die de onroerende zaak gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van de belasting op de voet van artikel 15 bestaat mits de verhuurder en de huurder blijkens de schriftelijke huurovereenkomst daarvoor hebben gekozen of in andere gevallen gezamenlijk een verzoek daartoe aan de inspecteur hebben gedaan en overigens voldoen aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden;

      onder verhuur van onroerende zaken wordt mede verstaan iedere andere vorm waarin onroerende zaken voor gebruik, anders dan als levering, ter beschikking worden gesteld;

    • c.

      het verzorgen en het verplegen van in een inrichting opgenomen personen, alsmede de handelingen die daarmee nauw samenhangen, waaronder begrepen het verstrekken van spijzen en dranken, geneesmiddelen en verbandmiddelen aan die personen;

    • d.

      de diensten aan de jeugd en de jeugdleiders door organisaties voor het algemene jeugdwerk die door de overheid als zodanig zijn erkend;

    • e.

      diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding en die door instellingen worden verricht voor personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen, met uitzondering van:

      • het verlenen van toegang tot wedstrijden, demonstraties en dergelijke;

      • het ter beschikking stellen van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen die op grond van objectieve kenmerken niet geschikt zijn voor sportbeoefening;

    • f.

      de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen leveringen en diensten van sociale of culturele aard, mits de ondernemer geen winst beoogt en niet een verstoring van concurrentieverhoudingen optreedt ten opzichte van ondernemers die winst beogen;

    • g.

      • 1°.

        de volgende leveringen en diensten:

        • a.

          de diensten op het vlak van de gezondheidskundige verzorging van de mens door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep die een op dit beroep gerichte opleiding hebben voltooid waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor zover deze diensten tot het gebied van deskundigheid van dit beroep behoren en onderdeel vormen van bedoelde opleiding;

        • b.

          diensten die door tandtechnici als zodanig worden verricht; de leveringen van tandprothesen door tandartsen en tandtechnici; het vervoer van zieken of gewonden met ambulance-automobielen;

      • 2°.

        de verblijfszorg, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onder a, en de zorg, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onder b en c, van de Wet langdurige zorg, alsmede huishoudelijke hulp, voor zover die zorg niet gepaard gaat met verblijf in een instelling en plaatsvindt aan personen ten behoeve van wie in een indicatiebesluit op grond van de Wet langdurige zorg is vastgesteld dat ze op de in die onderdelen bedoelde zorg zijn aangewezen;

      • 3°.

        de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diensten die deel uitmaken van een voorziening ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, verleend aan personen van wie vaststaat dat zij ingevolge die wet op die diensten zijn aangewezen;

      • 4°.

        de diensten door ondernemers bestaande in het verlenen van dagbesteding, arbeidstraining of dagopvang aan:

    • h.

      de diensten door lijkbezorgers;

    • i.

      de volgende leveringen en diensten:

      • 1°.

        de handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deviezen, bankbiljetten en munten, welke in enig land de hoedanigheid van wettig betaalmiddel bezitten, met uitzondering van bankbiljetten en munten, welke gewoonlijk niet als wettig betaalmiddel worden gebruikt of welke een verzamelwaarde hebben;

      • 2°.

        de handelingen, bemiddeling daaronder begrepen doch uitgezonderd bewaring en beheer, inzake effecten en andere waardepapieren met uitzondering van documenten welke goederen vertegenwoordigen;

      • 3°.

        het beheer van door beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen ter collectieve belegging bijeengebrachte vermogens;

    • j.

      de volgende diensten:

      • 1°.

        het verlenen van en de bemiddeling inzake krediet;

      • 2°.

        de handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende giro- en rekeningcourantverkeer, deposito's, betalingen, overmakingen, schuldvorderingen, cheques en andere handelspapieren, met uitzondering van de invordering van schuldvorderingen;

      • 3°.

        het aangaan van en het bemiddelen bij borgtochten en andere zekerheids- en garantieverbintenissen;

    • k.

      handelingen ter zake van verzekering en herverzekering met inbegrip van daarmee samenhangende diensten, verricht door assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen;

    • l.
    • m.

      de diensten, en de daarmee gepaard gaande leveringen, bedoeld in artikel 16 van de Postwet 2009, die worden verricht door een verlener van de universele postdienst, bedoeld in die wet;

    • n.

      de niet-commerciële activiteiten van openbare radio- en televisieorganisaties;

    • o.

      het verzorgen van:

      • 1°.

        onderwijs, met inbegrip van de diensten en leveringen die daarmee nauw samenhangen, door daartoe bestemde scholen en instellingen, als is omschreven bij of krachtens de wetten tot regeling van het onderwijs dat krachtens wettelijk voorschrift is onderworpen aan het toezicht door de Inspectie van het onderwijs of aan een ander toezicht door de minister die met de zorg voor het desbetreffende onderwijs is belast;

      • 2°.

        bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen onderwijs, met inbegrip van de diensten en leveringen die daarmee nauw samenhangen, waarbij kan worden bepaald, dat de vrijstelling slechts toepassing vindt ten aanzien van ondernemers die met dat onderwijs geen winst beogen;

    • p.

      de voordrachten en dergelijke diensten in bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen, mits tegen een vergoeding die in hoofdzaak strekt tot dekking van kosten;

    • q.

      de diensten door componisten, schrijvers en journalisten;

    • r.

      de levering van een roerende zaak die in het bedrijf van de ondernemer uitsluitend is gebruikt ten behoeve van vrijgestelde prestaties of voor doeleinden als zijn bedoeld in artikel 16, ingeval ter zake van de voorafgaande levering van die zaak geen belasting in aftrek is gebracht;

    • s.

      de levering van menselijke organen, menselijk bloed en moedermelk;

    • t.

      de diensten en daarmee nauw samenhangende leveringen door werkgevers- en werknemersorganisaties, alsmede door organisaties van politieke, godsdienstige, vaderlandslievende, levensbeschouwelijke of liefdadige aard aan hun leden tegen een statutair vastgestelde contributie;

    • u.

      bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diensten welke door zelfstandige groeperingen van personen of lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, die prestaties verrichten welke zijn vrijgesteld of waarvoor zij geen ondernemer zijn, worden verleend aan hun leden en welke rechtstreeks nodig zijn voor het verrichten van voornoemde prestaties, mits die groeperingen van hun leden slechts terugbetaling vorderen van hun aandeel in de gezamenlijke uitgaven en geen verstoring van concurrentieverhoudingen optreedt;

    • v.

      leveringen en diensten van bijkomstige aard door organisaties waarvan de prestaties overigens op grond van onderdeel c, d, e, f, o, onder 1°, of t zijn vrijgesteld, voor zover die leveringen en diensten voortvloeien uit activiteiten ter verkrijging van financiële steun voor deze organisaties, mits de ontvangsten ter zake van leveringen niet meer bedragen dan € 68 067 per jaar en ter zake van diensten niet meer dan € 22 689 per jaar, met dien verstande dat voor organisaties als bedoeld in onderdeel e, laatstgenoemd bedrag € 50 000 bedraagt;

    • w.

      opvang van kinderen in kinderopvang of gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang, indien het betreft kinderopvang in een overeenkomstig die wet geregistreerd kindercentrum of gastouderopvang door tussenkomst van een overeenkomstig die wet geregistreerd gastouderbureau en overigens wordt voldaan aan de in voormelde wet gestelde eisen, opvang van kinderen als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, onderdeel a, van die wet, alsmede nader bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vormen van kinderopvang.

  • 2

    De nauw samenhangende leveringen en diensten, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen c, e, o en t, zijn van de vrijstelling uitgesloten wanneer zij:

    • a.

      niet onontbeerlijk zijn voor het verrichten van de vrijgestelde handelingen; of

    • b.

      in hoofdzaak ertoe strekken aan de instelling extra opbrengsten te verschaffen door de uitvoering van handelingen welke worden verricht in rechtstreekse mededinging met aan de heffing van belasting onderworpen handelingen van commerciële ondernemingen.

  • 3

    De vrijstellingen, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen c, e en t, zijn slechts van toepassing, indien de ondernemer geen winst beoogt. Onder het beogen van winst wordt mede verstaan het behalen van exploitatieoverschotten, tenzij deze worden aangewend voor de instandhouding of verbetering van de diensten die worden verricht.

  • 4

    Voor toepassing van het eerste lid, onderdeel e, is geen sprake van een instelling die winst beoogt, indien:

    • a.

      de instelling direct of indirect bijdragen ontvangt die geen vergoeding vormen of een vergoeding vormen hoger dan de normale waarde voor een prestatie en de instelling zonder die bijdragen geen overschot zou behalen; of

    • b.

      aan de instelling direct of indirect een sportaccommodatie of een gedeelte daarvan ter beschikking wordt gesteld door een publiekrechtelijk lichaam dat ter zake van die terbeschikkingstelling niet ten minste de aan die accommodatie of het gedeelte daarvan toerekenbare integrale kosten aan zijn afnemer in rekening brengt.

  • 5

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 1°:

    • a.

      wordt als gebouw beschouwd ieder bouwwerk dat vast met de grond is verbonden;

    • b.

      wordt na de verbouwing van een gebouw de ingebruikneming als eerste ingebruikneming aangemerkt, indien door die verbouwing een vervaardigd goed is voortgebracht;

    • c.

      wordt als erbij behorend terrein beschouwd ieder terrein dat naar maatschappelijke opvattingen behoort bij dan wel dienstbaar is aan het gebouw.

  • 6

    Onder een bouwterrein als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt verstaan onbebouwde grond die kennelijk bestemd is om te worden bebouwd met een of meer gebouwen.

  • 7

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen a, onder 2°, en b, onder 5°, worden onder het gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van belasting op de voet van artikel 15 bestaat, niet begrepen de handelingen, bedoeld in de artikelen 3, derde lid, en 4, tweede lid.

  • 8

    Tot de leveringen of diensten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen f, g, onder 2° en onder 3°, t, u of v, behoren niet de bij ministeriële regeling, in verband met het voorkomen van een verstoring van concurrentieverhoudingen, aan te wijzen leveringen of diensten.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Bouwterrein Categorie Registergoederenrecht
Titel Koop en levering onroerende zaken Categorie Registergoederenrecht
Titel Nieuwbouw Categorie Registergoederenrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Door aard en omvang verrichte werkzaamheden aan onroerende zaak is geen nieuw vervaardigd goed geleverd Instantie Hoge Raad Datum 11-11-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1609
Percelen met restanten van bebouwing onder maaiveld kwalificeren als bouwterrein, maar belastingplichtige mocht vertrouwen ontlenen aan beleidsbesluit Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 27-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:3518
Perceel grond kwalificeert niet als bouwterrein door op de grond aanwezige constructies Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:703
Samenloopvrijstelling niet van toepassing omdat pand al in gebruik was genomen als bedrijfsmiddel Instantie Rechtbank Gelderland Datum 13-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:109
Geen verrekening overdrachtsbelasting met naheffing omzetbelasting inzake levering percelen met restanten bebouwing Instantie Rechtbank Gelderland Datum 01-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:6405
Overdracht perceel belast met overdrachtsbelasting, omdat sloopwerkzaamheden voor rekening van koper zijn geweest Instantie Hoge Raad Datum 13-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:408
Ingrijpende verbouwing voormalig postgebouw leidt tot vervaardiging nieuwe onroerende zaak Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:839
Resten van bebouwing op perceel verhinderen niet dat perceel als bouwterrein moet worden aangemerkt Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 18-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2782
Volgens Hof is mobiel chalet onroerend voor de heffing van omzetbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:4636
Appartementsrechten vormen afzonderlijke onroerende zaken voor de btw Instantie Hoge Raad Datum 19-10-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1966
HvJ EU: verbouwing duidt op verandering van betekenis bedoeld om gebruik te wijzigen Instantie Hof van Justitie EU Datum 16-11-2017 Nummer ECLI:EU:C:2017:869
Naheffingsaanslag overdrachtsbelasting terecht opgelegd na vernietiging naheffingsaanslag omzetbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-11-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:4939
Begrip 'vervaardigen' moet voor roerende zaken op dezelfde wijze worden uitgelegd als bij onroerende zaken Instantie Hoge Raad Datum 23-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2137
Geen vrijstelling overdrachtsbelasting nu levering oud onroerend goed behelst wegens niet gesloopte kelder Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 05-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2015:6171
Feitelijke situatie ter plaatse mede van belang voor uitleg splitsingsakte (Bakermans c.s./Mitros) Instantie Hoge Raad Datum 14-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:337
Verkrijging onroerende zaak belast met overdrachtsbelasting nu verkoper niet handelt als BTW-ondernemer Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-10-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3578
HR (Maasdriel): definitie ?bouwterrein? in art. 11 lid 4 Wet OB in strijd met BTW-richtlijn Instantie Hoge Raad Datum 07-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA2222
Bij verbouwing en splitsing van pand is geen sprake van in wezen nieuwbouw Instantie Hoge Raad Datum 15-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BX6651
Levering van pand waaraan sloopwerkzaamheden zijn verricht met het oog op vervaardiging van nieuwe onroerende zaak niet belast met BTW (J.J. Komen en Zonen Beheer) Instantie Hoge Raad Datum 11-01-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY8089
Doorlevering van gedeelte bouwterrein waarop inmiddels waterberging is gerealiseerd moet belast met BTW geschieden Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 30-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0975
Levering van terrein met gedeeltelijk gesloopt gebouw kan kwalificeren als onbebouwde grond (Don Bosco) Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 02-03-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BV8564
In parallel procedure Don Bosco kwalificeert onroerende zaak als een bouwterrein Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 24-02-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BW1141
Don Bosco uitspraak geen grond voor herziening eerder arrest Instantie Hoge Raad Datum 24-06-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BM9272
Grondige interne verbouwing en subtiele externe wijzigingen leiden niet tot in wezen nieuwbouw Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 15-06-2011 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2011:BS1753
Aanwijzen van 'nader te noemen meester' tegen vergoeding is een met BTW-belaste dienst Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-07-2008 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BD8278
Golfcomplex; clubhuis en golfbaan als twee aparte onroerende zaken aangemerkt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-01-2008 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2008:BC6781
Bouwterrein in de omzetbelasting verliest niet snel status van bouwterrein Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO7691
Bouwmeester/Van Leeuwen Instantie Hoge Raad Datum 22-04-1994 Nummer ECLI:NL:HR:1994:ZC1345

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-12-2023 Nummer 2023-26908 Samenvatting Bij besluit van 12 december 2023 (nr. 2023-26908) is het btw-vastgoedbesluit van 19 september 2013 (nr. BLKB2013/1686M) geac…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-06-2022 Nummer 2022-166914 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-02-2019 Nummer 2019-0000016727 Samenvatting X heeft in het verleden een perceel grond in een recreatiepark verkregen, waarop hij een mobiel chalet (recreatiewoning) hee…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-03-2017 Nummer 2017-51500 Samenvatting Dit besluit over de samenloop van overdrachtsbelasting en omzetbelasting actualiseert enkele voorgaande besluiten. Nieuwe st…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-07-2015 Nummer DGB/2015/3164 Samenvatting Bij de exploitatie of ontwikkeling van een gebied voor woningbouw door een gemeente maakt zij grondexploitatiekosten voor on…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-09-2014 Nummer BLKB2014/112M Samenvatting Bij verkoop onder voorwaarden (VOV) verkopen ondernemers nieuwbouw woningen met korting op de marktwaarde. Woningcorporaties…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-10-2012 Nummer DGB/2012/5345 U Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-09-2013 Nummer BLKB2013/1686M Samenvatting Op 22 maart 2013 heeft de Hoge Raad (nr 12/02180) geoordeeld dat gelet op het Don Bosco-arrest de handelingen die een aannem…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-03-2011 Nummer BLKB 2011/445 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-07-2009 Nummer CPP2008/137M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-08-2004 Nummer DGB2004/4221M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-08-2003 Nummer CPP2003/1857M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-12-2001 Nummer CPP2001/3087M Samenvatting

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Ontwikkelingen in de btw en overdrachtsbelasting in de bouw- en handelsfase Auteur(s) M.D.J. van der Wulp Bron TFO 2024/191.4
Titel In wezen nieuwbouw: een bouwkundige beoordeling Auteur(s) M.D.J. van der Wulp Bron BR 2024/2
Titel Omzetbelasting – levering appartementsrecht ‘op tekening’ Auteur(s) P. Berkhuizen, J.C. van Straaten Bron FBN 2023/33
Titel Btw-belaste levering van verbouwde fabriek en bouwterrein Auteur(s) R.N.G. van der Paardt Bron WPNR 2022/7359
Titel Wanneer onroerend voor de overdrachtsbelasting en wanneer voor de omzetbelasting? Auteur(s) P. Berkhuizen, J.C. van Straaten Bron FBN 2019/19
Titel Transformatiepanden: overdrachtsbelasting en/of btw? Auteur(s) P. Berkhuizen, J.C. van Straaten Bron FBN 2016/18
Titel Btw en bouwterreinen; het HvJ doet zich gelden op vastgoedgebied Auteur(s) R.A. Wolf Bron FTV 2014/26

Praktisch

Titel Bron Type Categorie
Bewust nieuwbouw Bron - Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)