Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Genietingstijdstip (art. 13a Wet LB)

Bijgewerkt tot 27-09-2021

1 Algemeen Het tijdstip waarop loon wordt genoten, is het moment waarop het betaald of verrekend wordt, ter beschikking van de werknemer wordt gesteld, rentedragend wordt dan wel vorderbaar en tevens inbaar wordt, art. 13a lid 1 Wet LB 1964.Loonbelasting moet worden ingehouden door (a) degene, tot wie een of meer personen in dienstbetrekking staan, (b) degene, die aan een of meer personen loon uit een vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander verstrekt of (c) degene, die ingevolge…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 13a

  • 1

    Loon wordt beschouwd te zijn genoten op het tijdstip waarop het:

    • a.

      betaald of verrekend wordt, ter beschikking van de werknemer wordt gesteld of rentedragend wordt, dan wel

    • b.

      vorderbaar en tevens inbaar wordt.

  • 2

    Indien is overeengekomen dat het loon geheel of gedeeltelijk op een ongebruikelijk tijdstip zal worden genoten, wordt daarmee voor de toepassing van het eerste lid geen rekening gehouden.

  • 3

    Voor zover ingevolge artikel 12a het loon hoger is dan het werkelijk genoten loon, wordt het meerdere geacht te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of het einde van de dienstbetrekking zo deze in de loop van het kalenderjaar eindigt.

  • 4

    In afwijking van het eerste lid:

    • a.

      wordt het bedrag dat als gevolg van de toepassing van artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, of twaalfde lid tot het loon behoort geacht te zijn genoten ten tijde van de uitoefening van het aandelenoptierecht, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, onder 1°;

    • b.

      wordt het bedrag dat als gevolg van de toepassing van artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, tot het loon behoort geacht te zijn genoten ten tijde van het verhandelbaar worden van de aandelen, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, onder 2°;

    • c.

      wordt het bedrag dat als gevolg van de toepassing van artikel 10a, elfde lid, tot het loon behoort geacht te zijn genoten ten tijde van de vervreemding van de aandelen, bedoeld in artikel 10a, elfde lid;

    • d.

      wordt loon dat ingevolge artikel 27bis is begrepen in de laatste aangifte van het kalenderjaar, geacht te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of het einde van de dienstbetrekking zo deze in de loop van het kalenderjaar eindigt;

    • e.

      worden vergoedingen ter zake van vervoer in het kader van de dienstbetrekking, waaronder woon-werkverkeer, op andere wijze dan per taxi, luchtvaartuig, schip of vervoer vanwege de inhoudingsplichtige, voor zover deze € 0,23 per kilometer te boven gaan en voor zover deze niet hoger zijn dan de werkelijke kosten, geacht te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of bij het einde van de dienstbetrekking zo deze in de loop van het kalenderjaar eindigt, indien in het kalenderjaar ook vergoedingen ter zake van de hiervoor bedoelde wijze van vervoer zijn of naar verwachting zullen worden berekend naar een bedrag van minder dan € 0,23 per kilometer.

  • 5

    Het vierde lid, onderdeel e, is niet van toepassing op vergoedingen ter zake van vervoer in het kader van de dienstbetrekking, waaronder woon-werkverkeer, per openbaar vervoer indien deze vergoedingen zijn vastgesteld op basis van de werkelijke kosten.

  • 6

    Voor de toepassing van het vierde lid, onderdeel e, wordt onder vervoer vanwege de inhoudingsplichtige verstaan:

    • 1°.

      vanwege de inhoudingsplichtige georganiseerd vervoer;

    • 2°.

      het reizen per openbaar vervoer op basis van door de inhoudingsplichtige aangeschafte en door hem aan de werknemer verstrekte plaatsbewijzen.

  • 7

    In afwijking van het eerste lid wordt loon dat door de inhoudingsplichtige overeenkomstig een door hem bestendig gevolgde gedragslijn aan een eerder in het kalenderjaar gelegen tijdvak wordt toegerekend dan het tijdvak waarin het ingevolge het eerste lid wordt genoten, geacht in dat eerdere tijdvak te zijn genoten.


Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Ook niet uitgekeerd deel van pensioen is genoten Instantie Rechtbank Gelderland Datum 28-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:3247
Uitkering uit stamrecht-BV belast, omdat lening niet waarschijnlijk is Instantie Hoge Raad Datum 25-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP5756

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 12-12-2017 Nummer 2017-188201 Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 15-07-2016 Nummer BLKB2016/765M Samenvatting
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)