Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Winstbepaling (art. 8 Wet Vpb)

Bijgewerkt tot 07-05-2024

1 Bepaling van de winst in de vennootschapsbelastingDe bepaling van de winst in de vennootschapsbelasting vindt in de basis op een gelijke wijze plaats als in de inkomstenbelasting. In art. 8 lid 1 Wet Vpb wordt daarom voor de winstbepaling verwezen naar een reeks van artikelen in de Wet IB 2001, die van overeenkomstige toepassing zijn. Met name is van belang de verwijzing naar art. 3.25 Wet IB 2001, waardoor begrippen als goed koopmansgebruik en de foutenleer ook onverkort voor de Wet Vpb…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 8

  • 1

    De winst wordt opgevat en bepaald op de voet van de artikelen 3.8, 3.11 en 3.12, 3.13, eerste lid, onderdelen g, h en i, 3.14, eerste lid, onderdelen b tot en met i, en tweede tot en met vijfde lid, 3.21 tot en met 3.30, 3.30a, eerste tot en met zevende lid, 3.31 tot en met 3.52, 3.53, eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid, 3.54, 3.55 tot en met 3.57, 10.10, 10a.2, 10a.3 en 10a.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001, waarbij voor ondernemer wordt gelezen belastingplichtige.

  • 2

    Het eerste lid is niet van toepassing voorzover:

  • 3

    Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen is artikel 2.14bis, eerste tot en met derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    Tot de winst behoren niet voordelen verkregen door het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten door schuldeisers, voor zover de voordelen de som van het verlies dat overigens mocht zijn geleden in het jaar van het prijsgeven en de te verrekenen verliezen uit het verleden overtreffen. Indien het bedrag aan te verrekenen verliezen uit het verleden meer bedraagt dan € 1.000.000, behoren in afwijking van de eerste zin de voordelen verkregen door het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten door schuldeisers niet tot de winst, voor zover de voordelen het verlies dat overigens mocht zijn geleden in het jaar van het prijsgeven overtreffen. In dat geval worden de te verrekenen verliezen uit het verleden verminderd met het bedrag van de niet tot de winst behorende voordelen, bedoeld in de vorige zin, in de volgorde waarin de verliezen zijn ontstaan. Voor de toepassing van dit lid wordt met het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten gelijkgesteld het niet afdwingbaar worden van een vordering ingevolge artikel 358 van de Faillissementswet.

  • 5

    Bij aanwezigheid in een jaar van een of meer werknemers in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt de winst mede opgevat en bepaald op de voet van artikel 3.15, eerste, tweede, derde en vijfde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001. Daarbij wordt voor de toepassing van genoemd eerste lid het aldaar vermelde bedrag vervangen door 0,4% van het gezamenlijke bedrag van het door de desbetreffende werknemers in het jaar genoten belastbare loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964 indien deze uitkomst hoger is dan € 5.700. Indien de belastingplichtige daarvoor bij de aangifte kiest, wordt voor de toepassing van de tweede volzin tot het loon niet gerekend het loon uit een vroegere dienstbetrekking. Voor de toepassing van genoemd vijfde lid wordt het aldaar vermelde percentage vervangen door 73,5%.

  • 6

    Voor de toepassing van artikel 3.30a van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt verstaan onder:

  • 7

    Artikel 3.53, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 is niet van toepassing op kosten en lasten in verband met een regeling voor vervroegde uittreding als bedoeld in artikel 32ba van de Wet op de loonbelasting 1964 ten behoeve van werknemers als bedoeld in artikel 12a van die wet. Een voorziening ter zake van een zodanige regeling voor vervroegde uittreding voor bedoelde werknemers is niet mogelijk. De eerste en tweede volzin zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot een stellig voornemen tot het toekennen van pensioenaanspraken aan werknemers als bedoeld in artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 8

    Voor de toepassing van de artikelen 3.40 tot en met 3.46 van de Wet inkomstenbelasting 2001 worden niet in aanmerking genomen verplichtingen aangegaan door een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

    • a.

      ter zake van de verwerving van een onderneming of een gedeelte van een onderneming tegen uitreiking van aandelen;

    • b.

      tegenover een persoon die of een lichaam dat voor ten minste een derde gedeelte van het nominaal gestorte kapitaal onmiddellijk of middellijk aandeelhouder is of in de loop van de laatste vijf jaren is geweest in die vennootschap;

    • c.

      tegenover een andere naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, indien hetzij de belastingplichtige in die vennootschap, hetzij een derde in beide vennootschappen voor ten minste een derde gedeelte van het nominaal gestorte kapitaal onmiddellijk of middellijk aandeelhouder is of in de loop van de laatste vijf jaren is geweest.

  • 9

    De artikelen 3.40 tot en met 3.46 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn niet van toepassing ten aanzien van lichamen welke als beleggingsinstelling zijn aangemerkt.

  • 10

    Voor de toepassing van artikel 3.47 van de Wet inkomstenbelasting 2001 worden aan het einde van het jaar, voorafgaande aan dat met ingang waarvan een lichaam als beleggingsinstelling wordt aangemerkt, de goederen van zulk een lichaam geacht te zijn vervreemd voor de waarde in het economische verkeer van die goederen.

  • 11

    Onze Minister kan bepalen dat het achtste lid niet van toepassing is.

  • 12

    Artikel 3.55 van de Wet inkomstenbelasting 2001 vindt geen toepassing ingeval de aandelen of winstbewijzen die worden vervreemd behoren tot het vermogen van een lichaam dat als beleggingsinstelling is aangemerkt.

  • 13

    Voor de toepassing van artikel 3.54 van de Wet inkomstenbelasting 2001, wordt een deelneming als bedoeld in artikel 13 niet tot de bedrijfsmiddelen gerekend.

  • 14

    Het in het vijfde lid aan het slot vermelde bedrag wordt bij het begin van het kalenderjaar van rechtswege vervangen door het bedrag dat krachtens artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt vastgesteld ter vervanging van het in artikel 3.15, eerste lid, van die wet vermelde bedrag.

  • 15

    Voor de toepassing van de artikelen 8c, 10a, 12a, 13b, 13ba, 20a, 25 en 28 zijn de artikelen 2.14a en 10a.7 van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat artikel 2.14a, zevende lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 voor de toepassing van artikel 10a buiten toepassing blijft.

  • 16

    Het vierde lid is niet van toepassing indien de belastingplichtige deel heeft uitgemaakt van een fiscale eenheid en sinds het ontvoegingstijdstip minder dan zes jaren zijn verstreken, behoudens voor zover de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de in dat lid bedoelde voordelen niet tot zijn winst zouden behoren, indien hij geen deel zou hebben uitgemaakt van de fiscale eenheid. Artikel 15ac, tweede lid, tweede zin, is van overeenkomstige toepassing.


Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Aankoop pand voor hogere waarde en verkoop panden voor lagere waarde aangemerkt als winstuitdeling BV Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 18-06-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:4653
Aandeelhouderschap vloeit voort uit kredietverlening zodat afwaardering ten laste van de winst mag komen Instantie Hoge Raad Datum 03-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BW1971
Salaris dga kan onder omstandigheden worden uitgesteld en in later jaar ten laste van de winst worden gebracht Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 13-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2012:BY7786
Betaling aankoopkosten pand door verkoper (BV) aan koper (DGA) is winstuitdeling Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 23-01-2009 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2009:BH5043
Aandeelhouder heeft volle debiteurenrisico aanvaard met bedoeling haar belang in BV te dienen; geldverstrekking is onzakelijk Instantie Hoge Raad Datum 09-05-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD1108
Liquidatie-uitkering van pensioenstichting Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 12-09-2005 Nummer ECLI:NL:GHARN:2005:AU4247

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Belastingplan 2014 Dossiernr. 33752 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-03-2019 Nummer 2019-6904 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 3 juli 2008 (nr CPP2008/447M). De aanpassingen betreffen met name verwi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-03-2019 Nummer 2019/0000012049 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-03-2018 Nummer 2018-2954 Samenvatting Dit besluit vervangt het besluit van 7 maart 2017 (nr 2017-22042). Goedgekeurd wordt dat bij de waardering van langlope…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-12-2016 Nummer 2016/101667 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-01-2016 Nummer BLKB2016/99M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-10-2014 Nummer BLKB2014/1782M Samenvatting Dit besluit betreft de fiscale behandeling van de aanspraken van medisch specialisten op een transitiefonds in het geval zij…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-03-2014 Nummer BLBK2014/106m Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-02-2014 Nummer BLKB2014/15M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-07-2008 Nummer CPP2008/447M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-11-2004 Nummer CPP2004/814M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-06-2004 Nummer CPP2004/1010M Samenvatting
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng onderneming in personenvennootschap en omzetting in NV of BV (art. 15.1.e WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling herverkaveling en kavelruil (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Beperking samenloopvrijstelling bij verkrijging aandelen (art. 15 lid 11 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR) Tijdelijke vrijstellingen overdrachtsbelasting 2024