Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Fictieve onroerende zaken (art. 4 WBR)

Bijgewerkt tot 23-04-2024 Auteur De redactie

1 InleidingDe verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken is belast met overdrachtsbelasting (art. 2 lid 1 WBR). De heffing van overdrachtsbelasting zou eenvoudig kunnen worden ontlopen door de onroerende zaken in te brengen in een rechtspersoon, bijvoorbeeld een BV. Weliswaar is over de inbreng in de BV overdrachtsbelasting verschuldigd (tenzij een beroep kan worden gedaan op een vrijstelling), maar een daarop volgende verkrijging van de aandelen in de BV zou zonder nadere regeling…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 4

  • 1

    Als zaken als bedoeld in artikel 2 worden mede aangemerkt (fictieve onroerende zaken):

    • a.

      aandelen in een rechtspersoon, waarvan de bezittingen op het tijdstip van de verkrijging of op enig tijdstip in het daaraan voorafgaande jaar grotendeels bestaan of hebben bestaan uit onroerende zaken en tegelijkertijd ten minste 30% van de bezittingen bestaat of heeft bestaan uit in Nederland gelegen onroerende zaken, mits de onroerende zaken, als geheel genomen, op dat tijdstip geheel of hoofdzakelijk dienstbaar zijn of waren aan het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van die onroerende zaken;

    • b.

      rechten van lidmaatschap van verenigingen of coöperaties, indien in die rechten is begrepen het recht op uitsluitend of nagenoeg uitsluitend gebruik van een in Nederland gelegen gebouw of van een gedeelte daarvan dat blijkens zijn inrichting is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid worden onder onroerende zaken mede verstaan fictieve onroerende zaken, rechten waaraan onroerende zaken of fictieve onroerende zaken zijn onderworpen, alsmede de economische eigendom van deze zaken of rechten.

  • 3

    Bij toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt ter zake van de verkrijging van aandelen alleen belasting geheven wanneer de verkrijger met inbegrip van de reeds aan hem toebehorende aandelen en ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst nog te verkrijgen aandelen:

    • a.

      als natuurlijk persoon, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie of een verbonden lichaam, voor ten minste een derde gedeelte, en, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, voor meer dan zeven percent belang in de rechtspersoon heeft;

    • b.

      als rechtspersoon, al dan niet tezamen met een verbonden lichaam of een verbonden natuurlijk persoon, voor ten minste een derde gedeelte belang in de rechtspersoon heeft.

  • 4

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a:

    • a.

      heeft, wanneer een rechtspersoon, al dan niet tezamen met een tot hetzelfde concern als gedefinieerd krachtens artikel 15, eerste lid, onderdeel h, behorend lichaam, of met een natuurlijk persoon die, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot of zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie, een geheel of nagenoeg geheel belang heeft in de rechtspersoon, voor ten minste een derde gedeelte een belang bezit of heeft bezeten in een ander lichaam, bij het bepalen van zijn bezittingen naar evenredigheid toerekening plaats van de bezittingen en schulden van het andere lichaam;

    • b.

      worden, na toepassing van de toerekening uit onderdeel a, vorderingen van de rechtspersoon op de verkrijger of op met de rechtspersoon of de verkrijger verbonden lichamen en verbonden natuurlijke personen als bedoeld in het derde, zesde, zevende of achtste lid van dit artikel, niet tot de bezittingen gerekend, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat deze vorderingen voortvloeien of voortvloeiden uit een bij de aard en omvang van de rechtspersoon en de verkrijger, of daarmee verbonden lichamen of natuurlijke personen, passende normale bedrijfsuitoefening;

    • c.

      worden, na toepassing van de toerekening uit onderdeel a, bezittingen van de rechtspersoon, andere dan onroerende zaken en de vorderingen bedoeld in onderdeel b, bij aanwezigheid van schulden van de rechtspersoon aan de verkrijger of aan met de rechtspersoon of de verkrijger verbonden lichamen of verbonden natuurlijke personen als bedoeld in het derde, zesde, zevende of achtste lid van dit artikel, geacht te zijn gefinancierd door die schulden en worden die bezittingen in zoverre niet in aanmerking genomen, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat deze bezittingen voortvloeien of voortvloeiden uit een bij de aard en omvang van de rechtspersoon en de verkrijger, of daarmee verbonden lichamen of natuurlijke personen, passende normale bedrijfsuitoefening.

  • 5

    Voor de toepassing van het derde en vierde lid:

    • a.

      wordt onder degene die een belang heeft mede verstaan degene die, anders dan als pandhouder, rechthebbende is op rechten waaraan het in dat lid bedoelde belang is onderworpen, alsmede degene die rechthebbende is op de economische eigendom van dat belang. Deze rechten en economische eigendom worden geacht een belang in de rechtspersoon te vertegenwoordigen dat overeenstemt met het belang dat kan worden toegekend aan de aandelen waarop ze betrekking hebben;

    • b.

      worden de volgende verkrijgingen beschouwd als te hebben plaatsgehad ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst:

      • 1°.

        verkrijgingen binnen een tijdsverloop van twee jaren door dezelfde verkrijger als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, zijn echtgenoot, zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en door een lichaam waarin hij, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot en zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie, een geheel of nagenoeg geheel belang heeft;

      • 2°.

        verkrijgingen binnen een tijdsverloop van twee jaren door dezelfde verkrijger als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, en door een tot hetzelfde concern als gedefinieerd krachtens artikel 15, eerste lid, onderdeel h, behorend lichaam;

    • c.

      wordt ter vaststelling van het belang van de verkrijger, bij:

      • samenloop van middellijk belang via een verbonden lichaam met het belang van het verbonden lichaam, uitsluitend het belang van het verbonden lichaam in aanmerking genomen;

      • samenloop van middellijk belang van een verbonden lichaam of een verbonden natuurlijk persoon via de verkrijger met het belang van de verkrijger, uitsluitend het belang van de verkrijger in aanmerking genomen; en

      • samenloop van belang bij wege van economische eigendom met belang bij wege van juridische eigendom, dan wel van blote eigendom met vruchtgebruik, het belang slechts eenmaal in aanmerking genomen.

  • 6

    Voor de toepassing van het derde lid, onderdeel a, wordt als een met de verkrijger verbonden lichaam aangemerkt een lichaam waarin de verkrijger, zijn echtgenoot of zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie, al dan niet tezamen, voor ten minste een derde gedeelte belang heeft.

  • 7

    Voor de toepassing van het derde lid, onderdeel b, wordt als een met de verkrijger verbonden lichaam aangemerkt:

    • a.

      een lichaam waarin de verkrijger voor ten minste een derde gedeelte belang heeft;

    • b.

      een lichaam dat voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de verkrijger;

    • c.

      een lichaam waarin een derde, zijn echtgenoot of zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie, al dan niet tezamen, voor ten minste een derde gedeelte belang heeft, terwijl deze derde al dan niet tezamen met zijn echtgenoot of zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie tevens voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de verkrijger.

  • 8

    Voor de toepassing van het derde lid, onderdeel b, wordt als een met de verkrijger verbonden natuurlijk persoon aangemerkt een natuurlijk persoon die, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot en zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie, voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de verkrijger of in een met de verkrijger verbonden lichaam, alsmede de echtgenoot van deze persoon en de bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie van deze persoon.

  • 9

    De rechtspersonen, bedoeld in het eerste lid, zijn gehouden met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels bij aangifte de gegevens te verstrekken waarvan de kennisneming van belang kan zijn voor de heffing van de belasting. Met betrekking tot deze verplichtingen blijft artikel 53, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen buiten toepassing.

  • 10

    Voor de toepassing van dit artikel is artikel 2, zevende lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 11

    Onder aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en het derde lid worden mede verstaan rechten uit bestaande aandelen.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Economische eigendomsoverdracht Categorie Registergoederenrecht
Titel Aandelenoverdracht Categorie Ondernemingsrecht
Titel Certificering en decertificering Categorie Ondernemingsrecht
Titel Ficties Categorie Belastingrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Bij uitgifte van aandelen in onroerendezaakrechtspersoon is vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15 lid 1 onder b WBR) niet van toepassing Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-03-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:1917
BV voldoet aan doeleis art. 4 WBR bij exploitatie van parkeergarages Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 03-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:69
Inkoop aandelen belast met overdrachtsbelasting omdat onderlinge gerechtigdheid wijzigt Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 11-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:7073
Voldaan aan doeleis, geen consolidatie en geen materiële onderneming Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 09-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5619
Voldaan aan doeleis, geen consolidatie 5% belang Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 09-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5616
Overdracht van aandelen in OZR door verbonden lichamen leidt tot heffing van overdrachtsbelasting bij verkrijger, ook al wijzigt uiteindelijke gerechtigdheid niet Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-03-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:1033
Intern gegenereerde goodwill is geen bezitting bij beoordeling bezitseis art. 4 WBR Instantie Hoge Raad Datum 27-01-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:103
Consolidatieregeling van art. 4 WBR mist toepassing, omdat verkrijger voorafgaand geen belang had in de rechtspersoon Instantie Rechtbank Gelderland Datum 23-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:292
Doorkijkarrest leidt niet tot wegdenken van bij transactie betrokken rechtspersonen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 05-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:7527
Onderneming die opslagruimtes verhuurt met bijkomend dienstbetoon kwalificeert als onroerendezaakrechtspersoon Instantie Hoge Raad Datum 18-11-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1682
Aandelen in BV die een recreatiepark exploiteert kwalificeren als fictieve onroerende zaken Instantie Hoge Raad Datum 22-10-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1586
Verkrijging juridisch eigendom van art. 4 WBR-aandelen is belastbaar feit voor overdrachtsbelasting bij verkrijging door (beheerder van) Sondervermögen Instantie Hoge Raad Datum 09-04-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:504
Bij beoordeling of sprake is van exploitatie van vastgoed moet worden gekeken naar feitelijke werkzaamheden die vennootschap zelf verricht Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 22-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:2230
Op basis van een feitelijke werkzaamhedentoets oordeelt de Rechtbank dat aan de doeleis van art. 4 WBR is voldaan Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 22-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:2230
Van aandelenfusie geen sprake indien doel is uitstel van inkomstenbelasting bij beoogde verkoop Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:763
Aandelen worden verkregen door een rechtspersoon en beroep op doorkijkarresten treft geen doel Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 27-07-2020 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2020:2730
Vrijstelling overdrachtsbelasting voor bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) ook van toepassing op verkrijging aandelen in BV/onroerendezaaklichaam Instantie Hoge Raad Datum 30-11-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2110
Fraus legis bij samenstel van rechtshandelingen gericht op verijdeling van overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:126
BV die datacentrum exploiteert is geen art. 4 WBR-lichaam Instantie Hoge Raad Datum 10-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2925
Heffingsmaatstaf overdrachtsbelasting: erfpachtrecht omvat recht tot vestigen pompstation Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:875
Heffing overdrachtsbelasting over verkrijging aandeel in onroerendezaaklichaam is niet in strijd met btw-richtlijn Instantie Hof van Justitie EU Datum 20-03-2014 Nummer ECLI:EU:C:2014:174
Grove schuld niet aannemelijk bij hanteren onjuiste maatstaf verkrijging art. 4-aandelen: geen boete Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 06-02-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:388
Verkoopconstructie aandelen met gecreëerde hoge vordering bestreden met fraus legis Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 20-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BY4676
Naheffingsaanslag overdrachtsbelasting terecht vernietigd omdat geen sprake is van de verkrijging van een aanmerkelijk belang in een onroerende-zaaklichaam Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-06-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BW9474
Geen belaste verkijging art. 4-aandelen door spreidingsconstructie Instantie Hoge Raad Datum 15-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV1922
Heffing overdrachtsbelasting bij onroerendezaaklichamen door verbonden personen/lichamen niet in strijd met discriminatieverbod Instantie Hoge Raad Datum 07-10-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BT6737
Verkrijging aandelen in onroerendezaaklichaam valt ook onder art. 15.1.a WBR Instantie Hoge Raad Datum 10-06-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ7580
Onderhanden werk moet in aanmerking worden genomen voor beoordeling of aan beziteis wordt voldaan Instantie Rechtbank Haarlem Datum 18-05-2011 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ8220
Inspecteur maakt niet aannemelijk dat stichting een verbonden lichaam is Instantie Hoge Raad Datum 05-02-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BI8506
Aankoop direct belang in onroerende-zaaklichaam geheel belast ondanks middellijk belang Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 14-07-2009 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ2838
HR 10-07-2009, nr 43363 Instantie Hoge Raad Datum 10-07-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BJ2006
Economische eigendomsoverdracht van art. 4 WBR-aandelen Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 23-12-2008 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2008:BH1394
Aandelen in camping-BV zijn geen fictieve onroerende zaken Instantie Hoge Raad Datum 19-12-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD6385
Monumentenvrijstelling overdrachtsbelasting ook voor middellijke verkrijging van het monument via artikel 4-aandelen Instantie Hoge Raad Datum 23-02-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AU8559
Geen consolidatie bij zustervennootschappen Instantie Hoge Raad Datum 17-03-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AV5025
Moeiende holding of exploitatie-BV? Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-09-2005 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2005:AU4321
Houdstermaatschappij geen art. 4-lichaam als aan dochter verhuurde onroerende zaken niet worden gebruikt voor handel of exploitatie Instantie Hoge Raad Datum 06-11-1985 Nummer 22834

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Wetsvoorstel vastgoedaandelentransacties Dossiernr. nog niet bekend Status Ter consultatie aangeboden Samenvatting -
Overige fiscale maatregelen 2014 Dossiernr. 33753 Status In werking getreden Samenvatting -
Belastingplan 2011 Dossiernr. 32504 Status In werking getreden Samenvatting -
Overige fiscale maatregelen 2008-1 Dossiernr. 31206 Status In werking getreden Samenvatting -
Belastingplan 2008 Dossiernr. 31205 Status In werking getreden Samenvatting -
Wijziging van de Wet op belastingen van rechtsverkeer en de Natuurschoonwet 1928 Dossiernr. 27030 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-06-2023 Nummer 2023-0000143537 Samenvatting Het eerder dit jaar ter consultatie aangeboden wetsvoorstel op grond waarvan de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-04-2021 Nummer 2021-64140 Samenvatting Op 23 april 2021 is een nieuw besluit gepubliceerd inzake het belastbare feit in de overdrachtsbelasting. Het besluit vervan…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-03-2006 Nummer DV 2006-00192 U Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-10-2015 Nummer BLKB 2015/794M Samenvatting Dit besluit bevat het beleid over het belastbaar feit in de overdrachtbelasting. Het besluit vervangt het besluit van 3 juni…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-06-2014 Nummer BLKB/2014/194M Samenvatting Op 4 juni 2014 is het besluit ‘Overdrachtsbelasting. Belastbaar feit’ in werking getreden. Het bevat drie nieuwe…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-09-2012 Nummer BLKB2012/101M Samenvatting Dit beleidsbesluit is ingetrokken bij besluit van 9 maart 2018 (nr 2018-27139).Het beleidsbesluit inzake de aanmerkelijkbela…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2011 Nummer BLKB2011/1803M Samenvatting Aandacht wordt besteed aan de fiscale gevolgen van de invoering van de derde tranche.
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-06-2011 Nummer BLKB2011/137M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-08-2007 Nummer CPP2007/1355M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-11-2006 Nummer CPP2006/2674M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-07-1991 Nummer VB1991/1044 Samenvatting Goedgekeurd wordt onder meer dat met de mogelijkheid van tussentijdse herziening van canon door middel van een schatting gee…

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel De doeleis van art. 4 WBRV in groepsverband Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2024/9
Titel Inkoop van eigen aandelen door een onroerendezaakrechtspersoon (overdrachtsbelasting) Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2024/8
Titel Zelfgekweekte goodwill en de bezitseis van art. 4 WBR Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2023/35
Titel Doorkijkbenadering in de overdrachtsbelasting Auteur(s) A. Rozendal Bron WPNR 2023/7404
Titel Verkoopregulerende bedingen bij de verkrijging van aandelen Auteur(s) M. Albers Bron FBN 2023/5
Titel De doeleis en toerekeningsbepaling van art. 4 Wet BRV 1970 een lastige combinatie Auteur(s) A. Rozendal Bron WPNR 2023/7400
Titel Reactie op: De doeleis en toerekeningsbepaling van art. 4 Wet BRV 1970; een lastige combinatie Auteur(s) P.G.H. Albert Bron WPNR 2023/7408
Titel De belang- en doeleis van art. 4 WBRV Auteur(s) J.C. van Straaten Bron VGFC 2021/7
Titel Twee recente arresten inzake artikel 4 WBRV Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2021/32
Titel Enkele perikelen rondom de toerekeningsbepaling in art. 4 WBRV Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2020/63
Titel De BOF-arresten van april 2016 Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2016/24
Titel Artikel 4 WBR Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2015/15
Titel Schenking of vererving van aandelen in vastgoedvennootschappen Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2015/64
Titel De toegenomen reikwijdte van art. 4 WBR Auteur(s) A. Rozendal Bron WPNR 2015/7060
Titel Recente uitspraken over meer dan normaal vermogensbeheer bij vastgoed Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron FBN 2014/46
Titel Bedrijfsopvolging en vastgoed: mission impossible? Auteur(s) N.M.P. Govers-de Louw, J.H.J. Jansen Bron WPNR 2014/7032
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)