Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Toerekening inkomensbestanddelen partners (art. 2.17 Wet IB 2001)

Bijgewerkt tot 20-02-2024 Auteur De redactie

1 Toerekening inkomensbestanddelen en bestanddelen van de rendementsgrondslag bij partnersIn art. 2.17 lid 1 Wet IB 2001 bevat de hoofdregel hoe bij fiscaal partners inkomensbestanddelen en bestanddelen van de rendementsgrondslag in aanmerking worden genomen. Als hoofdregel geldt dat inkomensbestanddelen van beide partners in aanmerking worden genomen bij de partner door wie deze zijn genoten of op wie deze drukken, dus individueel. De bestanddelen van de rendementsgrondslag…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 2.17 Toerekening inkomensbestanddelen, bestanddelen van de rendementsgrondslag, geheven dividendbelasting en korting voor groene beleggingen van de belastingplichtige en zijn partner

Artikel 2.17 Toerekening inkomensbestanddelen, bestanddelen van de rendementsgrondslag, geheven dividendbelasting en korting voor groene beleggingen van de belastingplichtige en zijn partner

  • 1

    Inkomensbestanddelen van de belastingplichtige en zijn partner worden in aanmerking genomen bij degene door wie de inkomensbestanddelen zijn genoten of op wie deze drukken. Bestanddelen van de rendementsgrondslag van de belastingplichtige en zijn partner worden in aanmerking genomen bij degene tot wiens bezit die bestanddelen behoren.

  • 2

    Gemeenschappelijke inkomensbestanddelen, de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen, bedoeld in artikel 5.2, vijfde lid, en de op grond van artikel 9.2 als voorheffing in aanmerking te nemen geheven dividendbelasting, van de belastingplichtige en zijn partner worden geacht bij hen op te komen, tot hun bezit te behoren onderscheidenlijk als voorheffing in aanmerking te worden genomen, in de onderlinge verhouding die zij daarvoor ieder jaar bij het doen van aangifte kiezen. De korting voor groene beleggingen, bedoeld in artikel 8.19, van de belastingplichtige en zijn partner wordt geacht bij hen op te komen in de verhouding die op grond van dit artikel wordt toegepast voor de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen. Indien de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen van de belastingplichtige en zijn partner nihil bedraagt, wordt de korting in aanmerking genomen bij degene met het hoogste verzamelinkomen. Indien het verzamelinkomen van de belastingplichtige en het verzamelinkomen van zijn partner aan elkaar gelijk zijn en de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen van de belastingplichtige en zijn partner nihil bedraagt, wordt de korting in aanmerking genomen bij degene met de hoogste leeftijd.

  • 3

    Een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel wordt geacht bij de belastingplichtige en zijn partner voor de helft op te komen, de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen wordt geacht bij de belastingplichtige en zijn partner voor de helft tot hun bezit te behoren en de geheven dividendbelasting wordt geacht bij ieder voor de helft te zijn geheven voorzover zij daarvoor geen onderlinge verhouding hebben gekozen.

  • 4

    De voor een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel, voor de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen of voor de geheven dividendbelasting tot stand gekomen onderlinge verhouding kan door de belastingplichtige en zijn partner gezamenlijk worden gewijzigd tot het moment waarop de aanslag, navorderingsaanslag, conserverende aanslag of conserverende navorderingsaanslag van de belastingplichtige en zijn partner, onherroepelijk vaststaan. In afwijking van de eerste volzin kunnen de belastingplichtige en zijn partner de tot stand gekomen onderlinge verhouding nog wijzigen tot zes weken na een uitspraak van de Hoge Raad ingeval een in de eerste volzin bedoelde aanslag vanwege die uitspraak onherroepelijk komt vast te staan.

  • 5

    Indien de belastingplichtige gedurende het gehele kalenderjaar dezelfde partner heeft, zijn gemeenschappelijke inkomensbestanddelen:

    • a.

      belastbare inkomsten uit eigen woning;

    • b.

      het inkomen uit aanmerkelijk belang vóór vermindering met de persoonsgebonden aftrek;

    • c.

      de persoonsgebonden aftrek.

  • 6

    Indien een persoonsgebonden aftrek van een belastingplichtige in aanmerking is genomen bij zijn partner wordt een met die aftrek verband houdende negatieve persoonsgebonden aftrek eveneens in aanmerking genomen bij die partner, zo die persoon nog steeds kan kwalificeren als partner van de belastingplichtige.

  • 7

    Indien de belastingplichtige gedurende een deel van het kalenderjaar een partner heeft wordt hij voor de toepassing van dit artikel geacht het gehele kalenderjaar die partner te hebben gehad indien hij daarvoor samen met die partner kiest. De keuze wordt gemaakt bij verzoeken in verband met voorlopige teruggaaf of bij aangifte. De eerste volzin is niet van toepassing ingeval de belastingplichtige of zijn partner als gevolg van emigratie of immigratie niet het gehele kalenderjaar binnenlands belastingplichtig is en geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige is als bedoeld in artikel 7.8.

  • 8

    In afwijking van het vijfde lid en artikel 5.2, vijfde lid, zijn het tweede tot en met het vierde lid ook van toepassing op de belastingplichtige en zijn partner, bedoeld in het zevende lid, derde volzin, over de periode waarin zij beiden binnenlands belastingplichtige zijn, mits de periode van binnenlandse belastingplicht gelijktijdig aanvangt en eindigt. Voor de toepassing van hoofdstuk 5 worden de belastingplichtige en zijn partner, bedoeld in de eerste volzin, geacht het gehele kalenderjaar dezelfde partner te hebben gehad.

  • 9

    Indien een keuze tot wijziging van de in het vierde lid bedoelde onderlinge verhouding zou moeten leiden tot een vermindering van een reeds onherroepelijk vaststaande aanslag, beslist de inspecteur binnen zes weken na ontvangst van de mededeling van die keuze bij een voor bezwaar vatbare beschikking. Rechtsmiddelen tegen de beschikking kunnen uitsluitend betrekking hebben op de toepassing van het vierde lid. Een beschikking als bedoeld in de eerste volzin biedt geen grond voor het opnieuw toepassen van het vierde lid.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Fiscaal partnerschap Categorie Belastingrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Woningverlater-niet-eigenaar kan ook na einde partnerschap 50% van de rente aftrekken op grond van echtscheidingsregeling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 04-02-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:347
Keuze voor voljaarspartnerschap in jaar van overlijden moet via F-biljet; terechte navordering aanmerkelijkbelangwinst Instantie Rechtbank Gelderland Datum 14-02-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:661
Wijziging toedeling AB-inkomen kan niet eenzijdig door curator failliete echtgenoot gebeuren Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:8563
Niet aangegeven vermogensbestanddelen die privé-eigendom waren van een echtgenoot na echtscheiding toch bij helfte toegerekend aan beide echtgenoten Instantie Hoge Raad Datum 06-11-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3223
Cessie helft ouderdomspensioenuitkeringen leidt niet tot belasten van deze helft bij echtgenote Instantie Hoge Raad Datum 21-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:633
Onbedoeld gebruik door ex-partner van DigiD van andere ex-partner is eigen verantwoordelijkheid Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 14-02-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:1100
Toerekening ter beschikking gesteld vermogen bij in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten Instantie Hoge Raad Datum 15-01-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BH9198
HR 08-09-06, nr 41652 Instantie Hoge Raad Datum 08-09-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU4365

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Overige fiscale maatregelen 2012 Dossiernr. 33004 Status In werking getreden Samenvatting -
Fiscale verzamelwet 2010 Dossiernr. 32401 Status In werking getreden Samenvatting -
Overige fiscale maatregelen 2008-2 Dossiernr. 31404 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2022 Nummer 2022-278079 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het Besluit van 27 oktober 2021, nr. 2021-210997. In dit besluit zijn goedkeuringen opg…
Instantie Belastingdienst Datum 01-01-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-11-2011 Nummer BLKB2011/1208M Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-11-2021 Nummer 2021-210997 Samenvatting In dit besluit zijn goedkeuringen opgenomen voor de toepassing van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting, de loonbel…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-03-2010 Nummer DGB2010/745M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-12-2007 Nummer CPP2007/2793M Samenvatting
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)