Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Aftrek premies voor lijfrenten na overlijden ondernemer (art. 3.131 Wet IB 2001)

Bijgewerkt tot 01-07-2020 Auteur De redactie

1 Inleiding Op het moment dat een ondernemer overlijdt, staakt hij zijn onderneming en wordt een stakingswinst gerealiseerd. In beginsel kan deze stakingswinst niet worden omgezet in een lijfrente, omdat de ondernemer is overleden. Dit heeft tot gevolg dat de stakingswinst in de heffing van inkomstenbelasting bij de overleden ondernemer wordt betrokken. De erfgenamen van de overleden ondernemer kunnen dit voorkomen door gebruik te maken van de faciliteit van art. 3.131 lid 1 Wet IB 2001. De fac…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 3.131 Aftrek premies voor lijfrenten na overlijden ondernemer

Artikel 3.131 Aftrek premies voor lijfrenten na overlijden ondernemer

  • 1

    Een belastingplichtige kan als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking komende premies voor onmiddellijk ingaande lijfrenten op zijn verzoek, in afwijking in zoverre van de artikel 3.124, eerste lid, onderdeel a, artikel 3.125, eerste lid, en artikel 3.126a, eerste lid, niet bij hem zelf in aanmerking nemen, maar, als uitgaven voor inkomensvoorzieningen, bij degene door het overlijden van wie een onderneming is gestaakt, waarbij deze wordt geacht de verzekeringnemer te zijn.

    Hierbij geldt als voorwaarde dat de premies zijn betaald of verrekend binnen zes maanden na het overlijden en in de overeenkomst waarbij de lijfrenten zijn bedongen, is opgenomen dat een verzoek zal worden gedaan om toepassing van deze bepaling.

  • 2

    In afwijking van artikel 3.126, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, kunnen in situaties, bedoeld in het eerste lid, ook in aanmerking komen premies voor lijfrenten die zijn verschuldigd aan degene die de onderneming voortzet, onder voorwaarde dat deze in Nederland woont of is gevestigd en de lijfrenteverplichting tot zijn binnenlandse ondernemingsvermogen rekent.

  • 3

    Het eerste lid is niet van toepassing voorzover de premies meer bedragen dan op grond van artikel 3.129 is toegestaan.

  • 4

    De bij de overledene in aanmerking te nemen premies worden in aanmerking genomen op het tijdstip van zijn overlijden.

  • 5

    Het verzoek wordt gedaan bij de aangifte van de overledene.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Ondernemer Categorie Belastingrecht

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-05-2018 Nummer BLKB 2018-66294 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 3 juni 2014 (nr BLKB 2014/816). Gewijzigd worden de onderdelen 3.2 en 9.1 over de zogeno…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-06-2014 Nummer BLKB 2014/816 Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 28 mei 2018 (nr BLKB 2018-66294).Op het moment dat een ondernemer zijn onderneming…
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-05-2008 Nummer CPP2008/1005M Samenvatting
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)