Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Recht op pensioenverevening (art. 2 Wvps)

Bijgewerkt tot 01-07-2025 Auteur mr. F.M.H. (Frank) Hoens

1 InleidingOnder de Wvps geldt dat zonder andersluidende afspraak – gemaakt bij huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden of bij een schriftelijk gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding – het na de huwelijkssluiting en vóór de scheiding verworven ouderdomspensioen in de verevening wordt betrokken (art. 2 lid 1 Wvps). Daarmee krijgt de ene echtgenoot recht op een gedeelte van het door de andere echtgenoot verworven ouderdomspensioen. De daadwerkelijke ve…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 2

  • 1

    In geval van scheiding en voor zover de ene echtgenoot na de huwelijkssluiting en voor de scheiding pensioenaanspraken heeft opgebouwd, heeft de andere echtgenoot overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze wet recht op pensioenverevening, tenzij de echtgenoten de toepasselijkheid van deze wet hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding.

  • 2

    Ingevolge het in het eerste lid bedoelde recht op verevening ontstaat jegens het uitvoeringsorgaan een recht op uitbetaling van een deel van elk van de uit te betalen termijnen van het pensioen, mits binnen twee jaar na het tijdstip van scheiding van die scheiding en van het tijdstip van scheiding door een van beide echtgenoten mededeling is gedaan aan het uitvoeringsorgaan door middel van een formulier waarvan het model wordt vastgesteld door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en bekend gemaakt in de Staatscourant. Een recht op uitbetaling jegens het uitvoeringsorgaan sluit een recht op uitbetaling jegens de tot verevening verplichte echtgenoot uit. Ingeval partijen de toepasselijkheid van deze wet hebben uitgesloten moeten zij een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van de in het eerste lid bedoelde overeenkomst aan het uitvoeringsorgaan overleggen. Indien de echtgenoten zulks nalaten kan deze overeenkomst niet aan het uitvoeringsorgaan worden tegengeworpen, zelfs indien de overeenkomst ingeschreven was in het openbaar huwelijksgoederenregister bedoeld in artikel 116, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 3

    De uitbetaling geschiedt onder de voorwaarden vermeld in de toepasselijke regeling. Indien het tijdstip van scheiding voor pensioeningang ligt of daarmee samenvalt, gaat de uitbetaling in op het tijdstip van pensioeningang, met dien verstande dat deze uitbetaling niet eerder ingaat dan een maand na de datum waarop het uitvoeringsorgaan het in het tweede lid bedoelde formulier heeft ontvangen. Indien het tijdstip van scheiding na pensioeningang ligt, gaat de uitbetaling in een maand na de datum waarop het uitvoeringsorgaan het in het tweede lid bedoelde formulier heeft ontvangen.

  • 4

    Het recht op uitbetaling eindigt op het tijdstip waarop het recht op pensioen eindigt of met het einde van de maand waarin de tot verevening gerechtigde echtgenoot is overleden. Het recht op uitbetaling eindigt eveneens met het einde van de maand waarin de echtgenoten een schriftelijke mededeling aan het uitvoeringsorgaan hebben gedaan, dat zij met elkaar zijn hertrouwd dan wel, ingeval van scheiding van tafel en bed, in het huwelijksgoederenregister, aangewezen in artikel 116 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, hebben doen inschrijven dat de scheiding heeft opgehouden te bestaan.

  • 5

    Na ontvangst van het in het tweede lid bedoelde formulier verstrekt het uitvoeringsorgaan aan de tot verevening gerechtigde echtgenoot een bewijsstuk waaruit de tijdens het huwelijk opgebouwde aanspraak waarop de verevening zal worden gebaseerd blijkt alsmede de in het derde lid bedoelde ingangsdatum van de uitbetaling. De andere echtgenoot ontvangt daarvan een afschrift.

  • 6

    De tot verevening gerechtigde echtgenoot heeft een recht op uitbetaling jegens de andere echtgenoot indien niet ingevolge het tweede lid een recht op uitbetaling jegens het uitvoeringsorgaan is ontstaan, alsmede indien de uitbetaling ingevolge het derde lid ingaat na pensioeningang. In dit laatste geval houdt het recht op uitbetaling jegens de andere echtgenoot op zodra de uitbetaling door het uitvoeringsorgaan ingaat. Op het recht op uitbetaling jegens de andere echtgenoot is het bepaalde bij of krachtens deze wet van overeenkomstige toepassing.


Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Stopzetten van pensioenopbouw valt niet onder art. 3a lid 6 Wvps Instantie Hoge Raad Datum 17-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1596
Voorhuwelijkse pensioenverevening en eerder huwelijk Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-07-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2043
Erfgenaam verplicht tot voldoening openstaande vereveningsvordering pensioen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:925
Pensioen in eigen beheer en risico waardeontwikkeling na afstorting Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 20-05-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:4678
Pensioen in eigen beheer en tijdstip commerciële waarde pensioenaanspraak Instantie Hoge Raad Datum 14-02-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:276
Tekort van het pensioen in eigen beheer moet bij verevening door beide echtgenoten worden gedragen Instantie Hoge Raad Datum 14-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:693
Beding tot uitsluiting van pensioenverevening wordt op grond van de redelijkheid en billijkheid vernietigd Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 22-11-2011 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2011:BU5775
Pensioenlichaam kan ondanks termijnoverschrijding toch rechtstreeks uitbetalen aan oorspronkelijke vereveningsgerechtigde Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum 06-02-2008 Nummer ECLI:NL:RBZLY:2008:BC9497
De eisen van redelijkheid en billijkheid brengen met dat de tot pensioenverevening verplichte dga dient zorg te dragen voor afstorting met een externe verzekeraar Instantie Hoge Raad Datum 09-02-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ2658
Boon/Van Loon Instantie Hoge Raad Datum 27-11-1981 Nummer ECLI:NL:HR:1981:AG4271

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Het wel en wee van een afgestort PEB (I). Conversie is pas conversie als er conversie (op) staat Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2021/23
Titel Het wel en wee van een afgestort PEB (II). De aard van de aangekochte verzekering Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2021/27
Titel CNR-Huwelijksvoorwaardenonderzoek, deel III: pensioen Auteur(s) F.M.H. Hoens, F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2015/7049
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Diversen