Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Dga en (bijzonder) partnerpensioen (art. 3a Wvps)

Bijgewerkt tot 01-07-2025 Auteur mr. F.M.H. (Frank) Hoens

1 InleidingKrachtens art. 1 lid 4 onder a Wvps is de vereveningswet wél van toepassing op pensioen dat is verworven krachtens een (eigen beheer-) pensioenovereenkomst van een directeur-grootaandeelhouder (dga) als bedoeld in art. 1 PW, terwijl die PW zelf niet van toepassing is op die pensioenovereenkomst. Voor de echtgenoot van de dga die in eigen beheer pensioen opbouwt, zou dit betekenen dat bij scheiding geen recht bestaat op bijzonder partnerpensioen, omdat dit recht nu eenmaal is…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 3a

  • 1

    In afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk onderdeel b, wordt onder scheiding respectievelijk tijdstip van scheiding in geval van scheiding van tafel en bed in dit artikel verstaan:

    scheiding: ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed;

    tijdstip van scheiding: de datum waarop het huwelijk is ontbonden na scheiding van tafel en bed.

  • 2

    Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap van een directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet eindigt door scheiding, verkrijgt zijn gewezen echtgenoot een aanspraak op partnerpensioen als de directeur-grootaandeelhouder ten behoeve van die gewezen echtgenoot zou hebben verkregen indien op het tijdstip van de scheiding de pensioenopbouw zou zijn beëindigd, anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

  • 3

    Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap van een gewezen directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet eindigt door scheiding, verkrijgt zijn gewezen echtgenoot een aanspraak op partnerpensioen als de directeur-grootaandeelhouder ten behoeve van die gewezen echtgenoot heeft verkregen bij beëindiging van de pensioenopbouw, anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

  • 4

    Het tweede en het derde lid vinden geen toepassing, indien de directeur-grootaandeelhouder en zijn echtgenoot bij huwelijkse voorwaarden of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding anders overeenkomen.

  • 5

    Het uitvoeringsorgaan verstrekt aan de gewezen echtgenoot een bewijs van diens aanspraak.

  • 6

    De aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de echtgenoot van een directeur-grootaandeelhouder kan zonder toestemming van die echtgenoot niet bij overeenkomst tussen de directeur-grootaandeelhouder en het uitvoeringsorgaan of de werkgever worden verminderd.


Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Stopzetten van pensioenopbouw valt niet onder art. 3a lid 6 Wvps Instantie Hoge Raad Datum 17-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1596
Afstortingsplicht ziet mede op bijzonder partnerpensioen-kapitaal Instantie Hoge Raad Datum 20-03-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BG9458
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Diversen