Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (8531)


Wetstoelichtingen

1 Toerekening TBS-vermogen bij in gemeenschap van goederen gehuwden Per 1 januari 2011 is bij de Fiscale verzamelwet 2010 art. 3.92 lid 4 Wet IB 2001 ingevoerd. Dit artikellid bepaalt dat als tot een


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De levering van onroerende zaken en van rechten waaraan deze zijn onderworpen, is in beginsel vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting (art. 11 lid 1 onder a Wet OB). Hierop zijn drie


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De hoofdregel bij verhuur van onroerende zaken is dat deze van omzetbelasting is vrijgesteld (art. 11 lid 1 onder b Wet OB). Van deze hoofdregel zijn uitgezonderd de verhuur van parkeerruimtes


Wetstoelichtingen

1 Achtergrond van de regeling  Landbouwbedrijven die landbouwgrond in eigendom hebben en die de grond verkopen of hun onderneming beëindigen, kunnen aanspraak maken op de landbouwvrijstelling van art


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Van de in art. 3.13 Wet IB 2001 genoemde vrijstellingen is met name de vrijstelling van kwijtscheldingswinst in art. 3.13 lid 1 onder a Wet IB 2001 in de praktijk van belang. De vrijval van


Wetstoelichtingen

1 Van aftrek uitgesloten algemene kosten Bij het bepalen van de winst komen bepaalde algemene kosten niet in aftrek. Deze kosten houden verband met (art. 3.14 lid 1 Wet IB 2001): het voeren van een


Wetstoelichtingen

1 Inleiding 1.1 Afgezonderd particulier vermogen (APV) Sinds 1 januari 2010 is in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet een regeling opgenomen met betrekking tot het afgezonderd particulier


Wetstoelichtingen

1 Toerekening inkomensbestanddelen en bestanddelen van de rendementsgrondslag bij partners In art. 2.17 lid 1 Wet IB 2001 bevat de hoofdregel hoe bij fiscaal partners inkomensbestanddelen en bestanddelen


Wetstoelichtingen

Wet op de inkomstenbelasting 2001 De Wet IB 2001 is ingedeeld in hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat onder de kop Algemene bepalingen een aantal bepalingen waarin omschrijvingen van een aantal begrippen


Wetstoelichtingen

1 Basispartnerbegrip in de AWR Het basispartnerbegrip is opgenomen in art. 5a AWR . Tot dat begrip behoren gehuwden, geregistreerde partners en ongehuwde samenwoners met een notarieel samenlevingscontract


Wetstoelichtingen

1 Medegerechtigde tot de onderneming De belastingplichtige die, anders dan als ondernemer of aandeelhouder, medegerechtigd is tot het vermogen van een onderneming, geniet (ook) belastbare winst uit


Wetstoelichtingen

1 Begrip ondernemer, onderneming en medegerechtigdheid Belastbare winst uit onderneming is het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen


Wetstoelichtingen

1 Totaalwinst versus jaarwinst Art. 3.8 Wet IB 2001 geeft als definitie van winst: ‘Winst uit een onderneming (winst) is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm


Wetstoelichtingen

1 Subjectieve belastingplicht in de inkomstenbelasting Belastingplichtig voor de inkomstenbelasting zijn de natuurlijke personen die in Nederland wonen  (binnenlandse belastingplichtigen) en die


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een natuurlijk persoon die in Nederland woont, is belastingplichtig voor de inkomstenbelasting (art. 2.1 lid 1 onder a Wet IB 2001). Met Nederland wordt in dit verband bedoeld 'het in Europa


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Inkomstenbelasting wordt geheven over het door de belastingplichtige in het kalenderjaar genoten inkomen. Hierbij worden drie categorieen onderscheiden: a. belastbaar inkomen uit werk en


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Per 1 januari 2015 is het keuzerecht voor een buitenlands belastingplichtige vervallen. Hieronder wordt de regeling beschreven zoals deze tot en met 31 december 2014 gold. Een natuurlijk


Wetstoelichtingen

Algemeen Met ingang van 1 januari 2024 is een tweeschijventarief in box 2 ingevoerd. Het tarief bedraagt in 2025 24,5% over de eerste € 67.804 aan belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang en 31% over


Wetstoelichtingen

Het tarief over het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) bedraagt in 2025 evenals in 2024 36%. In 2023 was het tarief 32% en in 2022 31%. In de jaren tot en met 2021 bedroeg het tarief 30%.


Wetstoelichtingen

Rangorderegeling en boxhopping Op grond van de rangorderegeling (art. 2.14 Wet IB 2001) vallen voordelen of vermogensbestanddelen die al dan niet vrijgestelde voordelen genereren onder de eerst mogelijke


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Op grond van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (Stb. 2023, 508) is per 1 januari 2025 een nieuw art. 2.14bis Wet IB 2001 in werking getreden. Dit artikel codificeert de bestaande


Wetstoelichtingen

Samenstelling belastbaar inkomen uit werk en woning In box 1 worden diverse bronnen van inkomsten belast als het belastbaar inkomen uit werk en woning. Het belastbaar inkomen uit werk en woning bestaat


Wetstoelichtingen

Omschrijving belastbare winst Art. 3.2 Wet IB 2001 omschrijft de belastbare winst uit onderneming als het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als  ondernemer  geniet uit een


Wetstoelichtingen

1 Verhuisregelingen (art. 3.119f lid 1 Wet IB 2001) Art. 3.119f Wet IB 2001 regelt op welke schuld de gevolgen van het aflossingsschema moeten worden toegepast wanneer een belastingplichtige twee eigen


Wetstoelichtingen

1 Algemeen De bijleenregeling is ondergebracht in art. 3.119aa Wet IB 2001. Deze regeling beoogt dat de bij de verkoop van een eigen woning behaalde vervreemdingsvoordelen worden geïnvesteerd in de nieuwe