Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (8562)


Wetstoelichtingen

1 Onterecht vermelde omzetbelasting op factuur Art. 37 Wet OB bepaalt dat als op een factuur melding wordt gemaakt van omzetbelasting, hoewel geen omzetbelasting is verschuldigd, deze belasting toch


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Art. 31 lid 1 Wet OB regelt de situatie van een belastingplichtige die een teruggaaf van omzetbelating wenst. De belastingplichtige moet het verzoek om teruggaaf indienen bij de aangifte


Wetstoelichtingen

De ondernemer die niet in Nederland woont of is gevestigd en aldaar geen vaste inrichting heeft, maar wel Nederlandse btw is verschuldigd, kan in Nederland een fiscaal vertegenwoordiger aanstellen. De


Wetstoelichtingen

1 Subjectieve belastingplicht in de inkomstenbelasting Belastingplichtig voor de inkomstenbelasting zijn de natuurlijke personen die in Nederland wonen  (binnenlandse belastingplichtigen) en die


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een natuurlijk persoon die in Nederland woont, is belastingplichtig voor de inkomstenbelasting (art. 2.1 lid 1 onder a Wet IB 2001). Met Nederland wordt in dit verband bedoeld 'het in Europa


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Inkomstenbelasting wordt geheven over het door de belastingplichtige in het kalenderjaar genoten inkomen. Hierbij worden drie categorieen onderscheiden: a. belastbaar inkomen uit werk en


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Per 1 januari 2015 is het keuzerecht voor een buitenlands belastingplichtige vervallen. Hieronder wordt de regeling beschreven zoals deze tot en met 31 december 2014 gold. Een natuurlijk


Wetstoelichtingen

Rangorderegeling en boxhopping Op grond van de rangorderegeling (art. 2.14 Wet IB 2001) vallen voordelen of vermogensbestanddelen die al dan niet vrijgestelde voordelen genereren onder de eerst mogelijke


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Op grond van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (Stb. 2023, 508) is per 1 januari 2025 een nieuw art. 2.14bis Wet IB 2001 in werking getreden. Dit artikel codificeert de bestaande


Wetstoelichtingen

1 Uitsluiting aftrek voorbelasting Op grond van art. 16 Wet OB is de aftrek van voorbelasting uitgesloten voor goederen en diensten die worden gebruikt voor het voeren van een zekere staat, voor het


Wetstoelichtingen

Algemeen Met ingang van 1 januari 2024 is een tweeschijventarief in box 2 ingevoerd. Het tarief bedraagt in 2025 24,5% over de eerste € 67.804 aan belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang en 31% over


Wetstoelichtingen

Het tarief over het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) bedraagt in 2025 evenals in 2024 36%. In 2023 was het tarief 32% en in 2022 31%. In de jaren tot en met 2021 bedroeg het tarief 30%.


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Het resultaat uit overige werkzaamheden wordt belast in box 1. De wet geeft geen definitie van het begrip werkzaamheid. Wel worden in art. 3.91 en 3.92 Wet IB 2001 een aantal gevallen omschreven


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Indien de IB-ondernemer zijn onderneming staakt, moet worden afgerekend over de voordelen uit de onderneming die niet eerder in de heffing van inkomstenbelasting zijn betrokken (art. 3.61


Wetstoelichtingen

De redactie van Vakstudie Nieuws (V-N 2023/27.5) stelt in de aantekening op het hiervoor onder 3.2 genoemde kennisgroepstandpunt KG:212:2023:4 dat het kennisgroepstandpunt en het hiervoor genoemde


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Per 1 januari 2007 is de MKB-winstvrijstelling opgenomen in art. 3.79a Wet IB 2001, om het evenwicht te bewaren in de effectieve belastingdruk tussen ondernemers in de vennootschapsbelasting


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Vermogen dat naar zijn aard slechts ondernemingsdoelen kan dienen, behoort naar de leer van de vermogensetikettering verplicht tot het ondernemingsvermogen (box 1). Als dit vermogen zou worden


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Een van de drie fiscale reserves is de fiscale oudedagsreserve (FOR) (tot en met 2022: art. 5.53 lid 1 onder c Wet IB 2001). Een ondernemer die aan het urencriterium voldoet en nog


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De belastbare winst uit onderneming is het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen verminderd met de ondernemersaftrek


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Wanneer een ondernemer overlijdt, gaat de onderneming onder algemene of bijzondere titel over op diens erfgenamen respectievelijk legatarissen. Omdat de onderneming bij de erfgenamen/legatarissen


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Behoort een onderneming tot een algehele of beperkte goederen gemeenschap, dan is elke echtgenoot (hieronder moet in dit verband ook worden verstaan de geregistreerd partner) civielrechtelijk


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Vermogen dat naar zijn aard slechts ondernemingsdoelen kan dienen, behoort naar de leer van de vermogensetikettering verplicht tot het ondernemingsvermogen (box 1). Als dit vermogen zou


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Als resultaat uit overige werkzaamheden wordt ook aangemerkt het voordeel dat men behaalt uit lucratieve belangen waarbij de voordelen die uit deze lucratieve belangen worden behaald, gelet


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Art. 3.93 Wet IB 2001 bevat een aantal bijzondere bepalingen die van belang zijn voor de terbeschikkingstellingsregelingen van art. 3.91 Wet IB 2001  en art. 3.92 Wet IB 2001 en voor


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Het resultaat uit een werkzaamheid wordt gevormd door alle voordelen (hieronder worden de baten en de lasten begrepen) die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden behaald met een