Wetstoelichtingen
1 Gezamenlijk gezag van ouders binnen huwelijk of geregistreerd partnerschap Ouders oefenen gedurende het bestaan van hun huwelijk of geregistreerd partnerschap van rechtswege gezamenlijk het gezag uit
Wetstoelichtingen
1 Bewindvoering en vertegenwoordiging ingeval van gezamenlijke gezagsuitoefening In geval van gezamenlijke gezagsuitoefening voeren de ouders gezamenlijk het bewind over het vermogen van het kind en
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Adoptie heeft afstammingsrechtelijke gevolgen. Door adoptie komt een kind in familierechtelijke betrekking tot de adoptiefouder(s) te staan en worden de juridische banden met de biologische
Wetstoelichtingen
1 Minderjarigheid (art. 1:233 BW)
Minderjarigheid is geregeld in Titel 13 van Boek 1 BW . Als minderjarigen worden aangemerkt zij die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt en evenmin op grond
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Erkenning is geregeld in Titel 11, Afdeling 3 van Boek 1. Door erkenning verkrijgt een persoon het juridisch ouderschap over een kind. Iemand kan een kind erkennen wanneer diegene niet is
Wetstoelichtingen
1 Gerechtelijke vaststelling De gerechtelijke vaststelling van het ouderschap (art. 1:207 BW) is een van de manieren waarop een kind juridisch aan zijn ouder kan worden verbonden. Deze procedure biedt
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In art. 1:94 lid 2 aanhef en onder b BW zijn de (ouderdoms-) pensioenrechten waarop de Wvps van toepassing is, alsmede de daarmee verband houdende rechten op nabestaandenpensioen (waaronder
Wetstoelichtingen
Benadeling van schuldeisers
Indien een huwelijksgemeenschap door een van de echtgenoten is benadeeld, is de benadelende echtgenoot gehouden tot schadevergoeding aan de gemeenschap (art. 1:164 BW).
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Echtgenoten kunnen van tafel en bed scheiden op grond van art. 1:169 e.v. BW. Zij kiezen er in dat geval voor om gescheiden van elkaar te leven, zonder dat het huwelijk wordt ontbonden. Religieuze
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Een staande huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren kind, dan wel een kind dat binnen 306 dagen na de beëindiging van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap door de dood van
Wetstoelichtingen
1 Ontkenning moederschap
De ontkenning van het moederschap ziet op de ontneming van het juridisch ouderschap van de vrouw als bedoeld in art. 1:198 lid 1 onderdeel b BW. Deze vrouw (hierna: duomoeder
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Bij handlichting kent de Kantonrechter aan een minderjarige op zijn verzoek bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige toe (art. 1:235 BW). Ook als sprake is van handlichting, blijft de betrokkene
Wetstoelichtingen
1 Gezamenlijk gezag van ouders Tijdens het huwelijk en geregistreerd partnerschap oefenen de ouders het gezag gezamenlijk uit (art. 1:251 en 1:253aa BW). Dit gezamenlijk gezag blijft doorlopen na (echt
Wetstoelichtingen
1 Inleiding
Bij de aanpassing van de wettelijke gemeenschap van goederen op 1 januari 2012 (Wet van 18 april 2011 tot wijziging van de titels 6, 7 en 8 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, Stb. 2011,
Wetstoelichtingen
1 Vormvereisten Huwelijkse voorwaarden kunnen zowel door aanstaande echtgenoten voor het sluiten van het huwelijk als door echtgenoten tijdens het huwelijk worden gemaakt (art. 1:114 BW). Hetzelfde geldt
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Afdeling 1.8.2 BW, dat de verrekenbedingen tot onderwerp heeft, is in werking getreden op 1 september 2002. De regeling is grotendeels codificatie van jurisprudentie tot en met 2002. De afdeling
Wetstoelichtingen
1 Tijdens de verrekenplicht verkregen inkomsten en/of vermogen Art. 1:133 lid 2 BW bepaalt dat de verplichting tot verrekening uitsluitend betrekking heeft op inkomsten die of op vermogen dat de echtgenoten
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Ten aanzien van goederen kan bij uiterste wilsbeschikking of bij de gift worden bepaald dat zij buiten de wettelijke gemeenschap van goederen vallen, art. 1:94 lid 2 letter a BW.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding
Zowel bij periodieke als bij finale verrekening geldt dat deze in beginsel bij helfte plaatsvindt . In geval van een wederkerige verrekenplicht moeten op de verrekendatum over en weer de
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Vaak zijn de te verrekenen inkomsten of het te verrekenen vermogen niet meer in de oorspronkelijke vorm aanwezig, maar is het (deels) besteed aan de aanschaf van goederen of voor de aflossing
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In beginsel vindt een periodieke of finale verrekening van inkomsten en/of vermogen plaats in geld (art. 1:137 lid 1 BW). 2 Inbetalinggeving van goederen, art. 1:137 lid 3 BW Inbetalinggeving
Wetstoelichtingen
Jaarlijkse opgave van te verrekenen inkomsten/vermogen
Om de nadelige effecten van het bewijsvermoeden van art. 1:136 lid 2 BW, zoveel mogelijk te beperken, is een opgave van het verrekenen inkomsten
Wetstoelichtingen
1 Opheffing verrekenverplichting
Wederkerige verrekenbedingen pakken ongunstig uit, indien een verrekeningsgerechtigde echtgenoot lichtvaardig schulden maakt of zijn goederen verspilt. Het vermogen
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Art. 1:141 BW is alleen van toepassing op periodieke verrekenbedingen (Amsterdamse verrekenbedingen). Indien in een in de huwelijkse voorwaarden omschreven tijdvak van het huwelijk niet is
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Een vervalbeding gekoppeld aan een periodiek verrekenbeding (Amsterdams verrekenbeding) doet de verrekenplicht in beginsel vervallen. Het Burgerlijk Wetboek bevat geen definitie van een vervalbeding