Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (8337)


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In beginsel vindt een periodieke of finale verrekening van inkomsten en/of vermogen plaats in geld (art. 1:137 lid 1 BW). 2 Inbetalinggeving van goederen, art. 1:137 lid 3 BW Inbetalinggeving


Wetstoelichtingen

Jaarlijkse opgave van te verrekenen inkomsten/vermogen Om de nadelige effecten van het bewijsvermoeden van art. 1:136 lid 2 BW, zoveel mogelijk te beperken, is een opgave van het verrekenen inkomsten


Wetstoelichtingen

1 Opheffing verrekenverplichting Wederkerige verrekenbedingen pakken ongunstig uit, indien een verrekeningsgerechtigde echtgenoot lichtvaardig schulden maakt of zijn goederen verspilt. Het vermogen


Wetstoelichtingen

1 Verjaring vordering tot periodieke verrekening na echtscheiding De wet bevat een speciale verjaringsregeling voor een periodiek verrekenbeding (Amsterdams verrekenbeding), art. 1:141 lid 6 BW. Anders


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Partijen definiëren zelf in huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden in verband met een periodiek verrekenbeding (Amsterdams verrekenbeding) wat zij onder inkomsten begrijpen. Indien


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een vervalbeding gekoppeld aan een periodiek verrekenbeding (Amsterdams verrekenbeding) doet de verrekenplicht in beginsel vervallen. Het Burgerlijk Wetboek bevat geen definitie van een vervalbeding


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Art. 1:141 BW is alleen van toepassing op periodieke verrekenbedingen (Amsterdamse verrekenbedingen). Indien in een in de huwelijkse voorwaarden omschreven tijdvak van het huwelijk niet is


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Echtgenoten/geregistreerd partners kunnen in huwelijksvoorwaarden/partnerschapsvoorwaarden een finaal verrekenbeding overeenkomen. Op grond daarvan delen zij bij het eindigen van hun huwelijk


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Bij de invoering op 1 september 2002 van de regels ten aanzien van verrekenbedingen (Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Het huwelijk kan op verschillende manieren eindigen. De meest voorkomende manieren zijn beëindiging door overlijden van een van de echtgenoten en beëindiging door echtscheiding. De beëindiging


Wetstoelichtingen

1 Echtscheidingsgrond De enige grond tot echtscheiding is duurzame ontwrichting van het huwelijk. Of sprake is van duurzame ontwrichting moet objectief worden beoordeeld. Echtscheiding kan worden uitsproken


Wetstoelichtingen

Benadeling van schuldeisers Indien een huwelijksgemeenschap door een van de echtgenoten is benadeeld, is de benadelende echtgenoot gehouden tot schadevergoeding aan de gemeenschap (art. 1:164 BW).


Wetstoelichtingen

1 Grondslag voor alimentatie De voltrekking van het huwelijk heeft tot gevolg dat tussen de echtgenoten een lotsverbondenheid ontstaat. Lotsverbondenheid komt ook tot stand bij een schijnhuwelijk (


Wetstoelichtingen

1 Reparatiehuwelijk Als gescheiden echtgenoten met elkaar hertrouwen of opnieuw met elkaar een geregistreerd partnerschap aangaan en geen van hen in de tussentijd met een ander gehuwd/geregistreerd partner


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In art. 1:94 lid 2 aanhef en onder b BW zijn de (ouderdoms-) pensioenrechten waarop de Wvps van toepassing is, alsmede de daarmee verband houdende rechten op nabestaandenpensioen (waaronder


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Echtgenoten kunnen van tafel en bed scheiden op grond van art. 1:169 e.v. BW. Zij kiezen er in dat geval voor om gescheiden van elkaar te leven, zonder dat het huwelijk wordt ontbonden. Religieuze


Wetstoelichtingen

1 Familierechtelijke betrekking (art. 1:197 BW) Een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten staan in familierechtelijke betrekking tot elkaar (art. 1:197 BW). De familierechtelijke betrekking wordt ook


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een staande huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren kind, dan wel een kind dat binnen 306 dagen na de beëindiging van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap door de dood van


Wetstoelichtingen

1 Ontkenning moederschap De ontkenning van het moederschap ziet op de ontneming van het juridisch ouderschap van de vrouw als bedoeld in art. 1:198 lid 1 onderdeel b BW. Deze vrouw (hierna: duomoeder


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Erkenning is geregeld in Titel 11, Afdeling 3 van Boek 1. Door erkenning verkrijgt een persoon het juridisch ouderschap over een kind.  Iemand kan een kind erkennen wanneer diegene niet is


Wetstoelichtingen

1 Gerechtelijke vaststelling De gerechtelijke vaststelling van het ouderschap (art. 1:207 BW) is een van de manieren waarop een kind juridisch aan zijn ouder kan worden verbonden. Deze procedure biedt


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Adoptie heeft afstammingsrechtelijke gevolgen. Door adoptie komt een kind in familierechtelijke betrekking tot de adoptiefouder(s) te staan en worden de juridische banden met de biologische


Wetstoelichtingen

1 Minderjarigheid (art. 1:233 BW) Minderjarigheid is geregeld in Titel 13 van Boek 1 BW . Als minderjarigen worden aangemerkt zij die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt en evenmin op grond


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Bij handlichting kent de Kantonrechter aan een minderjarige op zijn verzoek bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige toe (art. 1:235 BW). Ook als sprake is van handlichting, blijft de betrokkene


Wetstoelichtingen

1 Gezamenlijk gezag van ouders Tijdens het huwelijk en geregistreerd partnerschap oefenen de ouders het gezag gezamenlijk uit (art. 1:251 en 1:253aa BW). Dit gezamenlijk gezag blijft doorlopen na (echt