Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (8390)


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Vermogen dat naar zijn aard slechts ondernemingsdoelen kan dienen, behoort naar de leer van de vermogensetikettering verplicht tot het ondernemingsvermogen (box 1). Als dit vermogen zou worden


Wetstoelichtingen

Hof Den Haag  schaart zich de facto achter de mening van de redactie van Vakstudie Nieuws en baseert zich op het in de genoemde brief gegeven antwoord op de voorgelegde vraag.


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In art. 3.65 Wet IB 2001 is de mogelijkheid opgenomen van een geruisloze inbreng van een onderneming in een naamloze of een besloten vennootschap (hierna wordt omwille van de eenvoud gesproken


Wetstoelichtingen

1 Basispartnerbegrip in de AWR Het basispartnerbegrip is opgenomen in art. 5a AWR . Tot dat begrip behoren gehuwden, geregistreerde partners en ongehuwde samenwoners met een notarieel samenlevingscontract


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen komen in aftrek bij degene die de uitgaven doet (art. 6.1 lid 2 onder a jo. art. 6.2 Wet IB 2001) en worden bij de ontvanger belast (art. 3.100 jo.


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Art. 3.100 Wet IB 2001 geeft een opsomming van de in box 1 belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen. Een categorie hiervan zijn de 'aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen


Wetstoelichtingen

1 Renteaspect bij nalatenschappen die vóór 1 januari 2001 zijn opengevallen (art. AK en AKa) Bij de introductie van de Wet IB 2001 heeft de wetgever in de Invoeringswet IB 2001 regelingen getroffen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In box 2 wordt het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in de heffing betrokken. Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang is het inkomen uit aanmerkelijk belang verminderd met


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Als inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) worden aangemerkt ‘reguliere voordelen’ (verminderd met de aftrekbare kosten) en ‘vervreemdingsvoordelen’ ( art. 4.12 Wet IB 2001 ). Anders gezegd


Wetstoelichtingen

1 Grondslag sparen en beleggen In box 3 wordt het inkomen uit sparen en beleggen belast. Dit inkomen bestaat uit het saldo van het voordeel uit sparen en beleggen verminderd met de persoonsgebonden


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Voor ondernemers die hun onderneming willen overdragen aan hun bedrijfsopvolger zonder fiscale afrekening, is in art. 3.63 Wet IB 2001 een doorschuiffaciliteit / doorschuifregeling in de


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Wanneer een ouder overlijdt, komt het vaak voor dat de kinderen als erfgenaam niet direct vermogen tot hun beschikking krijgen, maar slechts hun erfdeel in de vorm van een vordering op de


Wetstoelichtingen

Dit was mede gebaseerd op oude beleidsbesluiten, welke op dat punt echter zijn ingetrokken.


Wetstoelichtingen

1 Totaalwinst versus jaarwinst Art. 3.8 Wet IB 2001 geeft als definitie van winst: ‘Winst uit een onderneming (winst) is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Indien de IB-ondernemer zijn onderneming staakt, moet worden afgerekend over de voordelen uit de onderneming die niet eerder in de heffing van inkomstenbelasting zijn betrokken (art. 3.61


Wetstoelichtingen

Uit Hoge Raad 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:705 vloeit voort dat wanneer het werkelijk rendement lager is dan het uit beide hiervoor genoemde wetsvoorstellen resulterende forfaitaire rendement de box


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Voorwerpen van kunst en wetenschap behoren niet tot de bezittingen van de rendementsgrondslag van box 3, tenzij deze voorwerpen hoofdzakelijk (70% of meer) worden aangehouden als belegging


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De kosten met betrekking tot de eigen woning die in aftrek moeten worden gebracht bij de bepaling van de belastbare inkomsten uit eigen woning zijn in art. 3.120 lid 1 Wet IB 2001 opgesomd


Wetstoelichtingen

1 Medegerechtigde tot de onderneming De belastingplichtige die, anders dan als ondernemer of aandeelhouder, medegerechtigd is tot het vermogen van een onderneming, geniet (ook) belastbare winst uit


Wetstoelichtingen

Algemeen Indien een aandelenbezit dat op grond van art. 4.6 of 4.7 Wet IB 2001 een zelfstandig aanmerkelijk belang vormt, bijvoorbeeld door een gedeeltelijke vervreemding, door vererving, door een emissie


Wetstoelichtingen

1 Afschrijving op bedrijfsmiddelen In art. 3.30 Wet IB 2001 zijn regels opgenomen betreffende de afschrijving op bedrijfsmiddelen. De wetgever verstaat onder bedrijfsmiddelen goederen die voor het drijven


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Art. 3.55 lid 1 Wet IB 2001 geeft voor tot een ondernemingsvermogen behorende aandelen een doorschuifregeling indien een meerwaarde/winst op deze aandelen wordt gerealiseerd als gevolg van


Wetstoelichtingen

1 Algemeen In het kader van een juridische fusie of splitsing gaat vermogen van een vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden, van rechtswege over op een andere vennootschap


Wetstoelichtingen

1 Regels voor afschrijving op gebouwen Art. 3.30a Wet IB 2001 bevat specifieke regels voor de afschrijving op gebouwen. Deze regeling geldt dus niet voor andere onroerende zaken dan gebouwen. Daarvoor


Wetstoelichtingen

1 Begrip ondernemer, onderneming en medegerechtigdheid Belastbare winst uit onderneming is het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen