Wetstoelichtingen
1 Inleiding Vermogen dat naar zijn aard slechts ondernemingsdoelen kan dienen, behoort naar de leer van de vermogensetikettering verplicht tot het ondernemingsvermogen (box 1). Als dit vermogen zou worden
Wetstoelichtingen
Hof Den Haag schaart zich de facto achter de mening van de redactie van Vakstudie Nieuws en baseert zich op het in de genoemde brief gegeven antwoord op de voorgelegde vraag.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In art. 3.65 Wet IB 2001 is de mogelijkheid opgenomen van een geruisloze inbreng van een onderneming in een naamloze of een besloten vennootschap (hierna wordt omwille van de eenvoud gesproken
Wetstoelichtingen
1 Basispartnerbegrip in de AWR Het basispartnerbegrip is opgenomen in art. 5a AWR . Tot dat begrip behoren gehuwden, geregistreerde partners en ongehuwde samenwoners met een notarieel samenlevingscontract
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen komen in aftrek bij degene die de uitgaven doet (art. 6.1 lid 2 onder a jo. art. 6.2 Wet IB 2001) en worden bij de ontvanger belast (art. 3.100 jo.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Art. 3.100 Wet IB 2001 geeft een opsomming van de in box 1 belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen. Een categorie hiervan zijn de 'aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen
Wetstoelichtingen
1 Renteaspect bij nalatenschappen die vóór 1 januari 2001 zijn opengevallen (art. AK en AKa)
Bij de introductie van de Wet IB 2001 heeft de wetgever in de Invoeringswet IB 2001 regelingen getroffen
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In box 2 wordt het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in de heffing betrokken. Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang is het inkomen uit aanmerkelijk belang verminderd met
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Als inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) worden aangemerkt ‘reguliere voordelen’ (verminderd met de aftrekbare kosten) en ‘vervreemdingsvoordelen’ ( art. 4.12 Wet IB 2001 ). Anders gezegd
Wetstoelichtingen
1 Grondslag sparen en beleggen In box 3 wordt het inkomen uit sparen en beleggen belast. Dit inkomen bestaat uit het saldo van het voordeel uit sparen en beleggen verminderd met de persoonsgebonden
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Voor ondernemers die hun onderneming willen overdragen aan hun bedrijfsopvolger zonder fiscale afrekening, is in art. 3.63 Wet IB 2001 een doorschuiffaciliteit / doorschuifregeling in de
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Wanneer een ouder overlijdt, komt het vaak voor dat de kinderen als erfgenaam niet direct vermogen tot hun beschikking krijgen, maar slechts hun erfdeel in de vorm van een vordering op de
Wetstoelichtingen
Dit was mede gebaseerd op oude beleidsbesluiten, welke op dat punt echter zijn ingetrokken.
Wetstoelichtingen
1 Totaalwinst versus jaarwinst Art. 3.8 Wet IB 2001 geeft als definitie van winst: ‘Winst uit een onderneming (winst) is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Indien de IB-ondernemer zijn onderneming staakt, moet worden afgerekend over de voordelen uit de onderneming die niet eerder in de heffing van inkomstenbelasting zijn betrokken (art. 3.61
Wetstoelichtingen
Uit Hoge Raad 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:705 vloeit voort dat wanneer het werkelijk rendement lager is dan het uit beide hiervoor genoemde wetsvoorstellen resulterende forfaitaire rendement de box
Wetstoelichtingen
1 Algemeen
Voorwerpen van kunst en wetenschap behoren niet tot de bezittingen van de rendementsgrondslag van box 3, tenzij deze voorwerpen hoofdzakelijk (70% of meer) worden aangehouden als belegging
Wetstoelichtingen
1 Inleiding De kosten met betrekking tot de eigen woning die in aftrek moeten worden gebracht bij de bepaling van de belastbare inkomsten uit eigen woning zijn in art. 3.120 lid 1 Wet IB 2001 opgesomd
Wetstoelichtingen
1 Medegerechtigde tot de onderneming
De belastingplichtige die, anders dan als ondernemer of aandeelhouder, medegerechtigd is tot het vermogen van een onderneming, geniet (ook) belastbare winst uit
Wetstoelichtingen
Algemeen
Indien een aandelenbezit dat op grond van art. 4.6 of 4.7 Wet IB 2001 een zelfstandig aanmerkelijk belang vormt, bijvoorbeeld door een gedeeltelijke vervreemding, door vererving, door een emissie
Wetstoelichtingen
1 Afschrijving op bedrijfsmiddelen
In art. 3.30 Wet IB 2001 zijn regels opgenomen betreffende de afschrijving op bedrijfsmiddelen. De wetgever verstaat onder bedrijfsmiddelen goederen die voor het drijven
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Art. 3.55 lid 1 Wet IB 2001 geeft voor tot een ondernemingsvermogen behorende aandelen een doorschuifregeling indien een meerwaarde/winst op deze aandelen wordt gerealiseerd als gevolg van
Wetstoelichtingen
1 Algemeen In het kader van een juridische fusie of splitsing gaat vermogen van een vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden, van rechtswege over op een andere vennootschap
Wetstoelichtingen
1 Regels voor afschrijving op gebouwen Art. 3.30a Wet IB 2001 bevat specifieke regels voor de afschrijving op gebouwen. Deze regeling geldt dus niet voor andere onroerende zaken dan gebouwen. Daarvoor
Wetstoelichtingen
1 Begrip ondernemer, onderneming en medegerechtigdheid
Belastbare winst uit onderneming is het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen