Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (7307)


Wetstoelichtingen

Levering door tussenkomst van een commissionair Goederen die worden geleverd door tussenkomst van een commissionair of dergelijke ondernemer die overeenkomsten sluit op eigen naam maar op order en voor


Wetstoelichtingen

1 Diensten Diensten zijn in art. 4 lid 1 Wet OB gedefinieerd als alle prestaties niet zijnde leveringen van goederen in de zin van art. 3 Wet OB. Voorts wordt in art. 4 lid 2 Wet OB met een dienst


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Voor het notariaat zijn de plaats van dienstregels van belang voor de vraag of over de declaratie (de vergoeding) Nederlandse omzetbelasting is verschuldigd of dat de heffing van omzetbelasting


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een ondernemer is belastingplichtig voor de Wet op de omzetbelasting (Wet OB). Het begrip ondernemer is voor de Wet OB nader ingevuld in art. 7 Wet OB. Ondernemer is een ieder die een bedrijf


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De maatstaf van heffing voor de omzetbelasting is de vergoeding (art. 8 lid 1 Wet OB). De vergoeding is het totale bedrag dat ter zake van de levering of de dienst in rekening wordt gebracht


Wetstoelichtingen

1 Tarief voor de heffing van omzetbelasting De Wet op de omzetbelasting kent drie tarieven (art. 9 Wet OB): het algemene tarief van 21% (tot 1 oktober 2012: 19%) het verlaagde tarief van 9%


Wetstoelichtingen

1 Algemeen In art. 11 Wet OB is vermeld welke leveringen en diensten van omzetbelasting zijn vrijgesteld. De ondernemer die de vrijgestelde prestatie verricht, brengt over de vergoeding geen omzetbelasting


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De levering van onroerende zaken en van rechten waaraan deze zijn onderworpen, is in beginsel vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting (art. 11 lid 1 onder a Wet OB). Hierop zijn drie


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De hoofdregel bij verhuur van onroerende zaken is dat deze van omzetbelasting is vrijgesteld (art. 11 lid 1 onder b Wet OB). Van deze hoofdregel zijn uitgezonderd de verhuur van parkeerruimtes


Wetstoelichtingen

Algemeen Handelingen met betrekking tot deviezen, betaalmiddelen, effecten en andere waardepapieren en het beheer van collectief vermogen zijn vrijgesteld van omzetbelasting (art. 11.1.i Wet OB). In


Wetstoelichtingen

Met betrekking tot dit onderdeel is (nog) geen toelichting opgenomen. De redactie heeft met betrekking tot dit onderdeel het volgende opgenomen: Beleid Vrijstellingen; Onderwijsvrijstelling,


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Organisaties waarvan de primaire activiteiten zijn vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting, verrichten naast de hoofdactiviteiten vaak bepaalde nevenactiviteiten (leveringen en diensten


Wetstoelichtingen

1 Algemeen De levering van een gebouw of een gedeelte van een gebouw en het erbij behorende terrein door een ondernemer uiterlijk twee jaar na de eerste ingebruikneming is op grond van art. 11 lid


Wetstoelichtingen

1 Begrip bouwterrein vanaf 2017 In art. 11 lid 6 Wet OB (tot 1 januari 2019: art. 11 lid 4 Wet OB) wordt invulling gegeven aan het begrip ‘bouwterrein’ uit art. 11 lid 1 onder a onderdeel 1 Wet OB


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De hoofdregel in de Wet OB met betrekking tot de afdracht van de verschuldigde omzetbelasting is dat de belasting wordt geheven van de ondernemer die de levering of dienst verricht. De ondernemer


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Op 10 oktober 2013 oordeelde het HvJ EU ( nr C-622/11, Pactor Vastgoed BV ) dat naheffing van herzienings-btw bij een ander dan de belastingplichtige die de omzetbelasting in aftrek heeft


Wetstoelichtingen

Tijdstip waarop omzetbelasting is verschuldigd Op welk tijdstip omzetbelasting wordt verschuldigd, is geregeld in art. 13 Wet OB. Dat is iets anders dan het tijdstip waarop de omzetbelasting op aangifte


Wetstoelichtingen

1 Algemeen In art. 14 Wet OB is in het eerste lid bepaald dat de in een tijdvak verschuldigd geworden belasting op aangifte moet worden voldaan. De grondslag voor de aangifte is de boekhouding. De bepaling


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Een ondernemer kan de omzetbelasting die door andere ondernemers in rekening is gebracht in zijn aangifte omzetbelasting verrekenen met de door hem af te dragen omzetbelasting die hij aan


Wetstoelichtingen

1 Uitsluiting aftrek voorbelasting Op grond van art. 16 Wet OB is de aftrek van voorbelasting uitgesloten voor goederen en diensten die worden gebruikt voor het voeren van een zekere staat, voor het


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Naar aanleiding van de Wet differentiatie overdrachtsbelasting zijn met ingang van 1 januari 2021 een aantal ingrijpende wijzigingen voor de heffing van overdrachtsbelasting ingevoerd


Wetstoelichtingen

1 Soorten erfopvolging: niet altijd automatisch plaatsvervulling (art. 4:1 BW) Erfopvolging kan op twee verschillende manieren plaatsvinden: (1) op grond van de wet (ab intestato) en (2) op grond van


Wetstoelichtingen

1 Compliance (art. 2d Wwft) 1.1 Wwft-verantwoordelijke Art. 2d lid 1 Wwft bepaalt dat indien het dagelijks beleid van een instelling wordt bepaald door twee of meer personen, de instelling één van


Wetstoelichtingen

1 Tijdig beroep op een vrijstelling van art. 15 WBR Vanaf 1 januari 2021 moet een beroep op een vrijstelling altijd in een aangifte overdrachtsbelasting worden gedaan. Dit geldt voor alle vrijstellingen


Wetstoelichtingen

1 Geen voordeel trekken uit een nalatenschap Onwaardigheid brengt mee dat een persoon vanaf het openvallen van de nalatenschap geen voordeel uit de nalatenschap mag trekken. Onder ' voordeel trekken’