Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (7325)


Wetstoelichtingen

1 Toelichting checklist UBO-kwalificatie BV / NV Deze Checklist UBO-kwalificatie kan worden gebruikt om vast te stellen: a. wie  (welke natuurlijke personen) voldoen aan het UBO-begrip van art. 1


Wetstoelichtingen

1 Vrijstelling verenigingen en stichtingen De hoofdregel van art. 2 lid 1 onder e Wet Vpb is dat verenigingen en stichtingen vennootschapsbelasting zijn verschuldigd indien en voor zover zij een onderneming


Wetstoelichtingen

1 Toelichting checklist UBO-kwalificatie overige rechtspersonen Tot de overige rechtspersonen worden gerekend de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, de vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid


Wetstoelichtingen

1 Algemeen De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 bevat twee bijzondere regelingen voor beleggingsinstellingen, de regeling voor de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI), opgenomen in art. 6a Wet


Wetstoelichtingen

1 Toelichting checklist UBO-kwalificatie personenvennootschappen Tot de personenvennootschappen worden gerekend de vof, de maatschap en de cv. Deze checklist kan ook worden gebruikt voor rederijen,


Wetstoelichtingen

1 Extra maatregelen Extra-maatregelen zijn de maatregelen die aanvullend op het basis cliëntenonderzoek moeten worden genomen gezien een geïdentificeerd verhoogd risico. Extra-maatregelen moet dus worden


Wetstoelichtingen

In elk dossier moet het risicoprofiel van de cliënt worden vastgelegd en moet de monitoring van het dossier vervolgens worden afgestemd op dat risicoprofiel. Is sprake van een verhoogd risico, dan moet


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Het PEP-onderzoek bestaat uit twee onderdelen, te weten (i) de verklaring van de cliënt en (ii) de verificatie van de verklaring op basis van één of meer onafhankelijke bronnen (zie ook de


Wetstoelichtingen

Inleiding Het beleid ten aanzien van het cliëntenonderzoek is maatwerk. Het cliëntenonderzoek moet aantoonbaar worden afgestemd op de geïdentificeerde risico’s op kantoorniveau (art. 2c lid 1 jo art


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Er wordt in de Wwft onderscheiden naar indicatoren die (kunnen) wijzen op een ongebruikelijke transactie in het kader van de meldplicht en ‘signalen’ (in praktijk ook wel indicatoren genoemd


Wetstoelichtingen

De Wwft is een omvangrijke wet die van toepassing is op diverse soorten instellingen. Omwille van de bruikbaarheid in de notariële praktijk is een uittreksel gemaakt, waarin alleen de bepalingen zijn opgenomen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Gezien de gevolgen die de Wwft verbindt aan geografische risicofactoren, is het essentieel dat de ‘landenlijstjes’ onderdeel uitmaken van de kantoorprocedures. De Wwft-functionaris zal ervoor


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Het risicoprofiel van de cliënt moet in elk dossier worden vastgesteld én vastgelegd. Het cliëntenonderzoek en de monitoring worden afgestemd op dit risicoprofiel. Eén van de factoren die


Wetstoelichtingen

1 Subjectieve belastingplicht in de inkomstenbelasting Belastingplichtig voor de inkomstenbelasting zijn de natuurlijke personen die in Nederland wonen  (binnenlandse belastingplichtigen) en die


Wetstoelichtingen

1 De elektronische handtekening Art. 3:15a BW geeft regels met betrekking tot de rechtsgevolgen van het gebruik van een elektronische handtekening. Art. 3:15a BW vloeit voort uit 'Verordening 910/2014


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een natuurlijk persoon die in Nederland woont, is belastingplichtig voor de inkomstenbelasting (art. 2.1 lid 1 onder a Wet IB 2001). Met Nederland wordt in dit verband bedoeld 'het in Europa


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Inkomstenbelasting wordt geheven over het door de belastingplichtige in het kalenderjaar genoten inkomen. Hierbij worden drie categorieen onderscheiden: a. belastbaar inkomen uit werk en


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Per 1 januari 2015 is het keuzerecht voor een buitenlands belastingplichtige vervallen. Hieronder wordt de regeling beschreven zoals deze tot en met 31 december 2014 gold. Een natuurlijk


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Dit artikel regelt het progressieve tarief dat geldt voor het belastbare inkomen uit werk en woning (box 1). Het tarief bestaat vanaf 1 januari 2020 uit drie schijven. De hoogte van de schijven


Wetstoelichtingen

Algemeen Met ingang van 1 januari 2024 is een tweeschijventarief in box 2 ingevoerd. Het tarief bedraagt 24,5% over de eerste € 67.000 aan belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang en 33% over het meerdere


Wetstoelichtingen

Het tarief over het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) bedraagt in 2024 36%. In 2023 was het tarief 32% en in 2022 31%. Tot 2022 bedroeg het tarief 30%.


Wetstoelichtingen

Rangorderegeling en boxhopping Op grond van de rangorderegeling (art. 2.14 Wet IB 2001) vallen voordelen of vermogensbestanddelen die al dan niet vrijgestelde voordelen genereren onder de eerst mogelijke


Wetstoelichtingen

1 Inleiding 1.1 Afgezonderd particulier vermogen (APV) Sinds 1 januari 2010 is in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet een regeling opgenomen met betrekking tot het afgezonderd particulier


Wetstoelichtingen

1 Toerekening inkomensbestanddelen en bestanddelen van de rendementsgrondslag bij partners In art. 2.17 lid 1 Wet IB 2001 bevat de hoofdregel hoe bij fiscaal partners inkomensbestanddelen en bestanddelen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding  Boek 5 BW handelt over zakelijke rechten. Deze zakelijke rechten zijn tevens absolute rechten; zij verlenen de rechthebbende aanspraken tegenover eenieder. Dit in tegenstelling tot relatieve