Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (8394)


Rechtspraak
Rechtbank Gelderland 21-10-2015 ECLI:NL:RBGEL:2015:8198

Casus M en V beëindigen hun samenlevingsovereenkomst in augustus 2012. In hun samenlevingsovereenkomst is het volgende opgenomen: ' Partijen zijn verplicht aan elkaar te vergoeden hetgeen aan het vermogen


Rechtspraak
Hoge Raad 17-07-2020 ECLI:NL:HR:2020:1310

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27-02-2014 ECLI:NL:RBZWB:2014:1358

Casus M en V hebben een zoon Z die in 2003 een onderneming is gestart in de vorm van een eenmanszaak. M en V hebben in rekening-courant gelden verstrekt aan de onderneming van Z, omdat hij over onvoldoende


Rechtspraak
Hoge Raad 28-02-2014 ECLI:NL:HR:2014:417

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13-07-2016 ECLI:NL:RBZWB:2016:4357

Casus Hypotheekhouder A is voornemens het hypotheekrecht op het onderpand, zijnde een woning, uit te winnen. B is eigenaar van het pand en heeft het pand (vermoedelijk) onderverhuurd aan C. In de hypotheekakte


Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam 08-10-2019 ECLI:NL:GHAMS:2019:3629

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Rechtbank Zutphen 15-07-2009 ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ3123

Casus K heeft van V een bungalow met een grote tuin gekocht. Voorafgaand aan de koop heeft K het perceel bezichtigd en geconstateerd dat het perceel aan twee kanten een natuurlijke begrenzing heeft


Rechtspraak
Hoge Raad 20-02-2004 ECLI:NL:HR:2004:AO4205

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Hoge Raad 11-02-2011 ECLI:NL:HR:2011:BP3893

Hof Den Bosch heeft zich gebogen over de vraag wat de heffingsmaatstaf is voor art. 13 WBR indien een gedeelte van de eerder geleverde onroerende zaak binnen zes maanden wordt doorgeleverd terwijl aan


Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22-10-2013 ECLI:NL:GHARL:2013:8030

Casus A is enig aandeelhouder in Beheer BV, welke BV op haar beurt alle aandelen houdt in Vastgoed BV en A BV. De dochtervennootschappen hebben A als enig directeur en verder geen werknemers in dienst


Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 24-07-2018 ECLI:NL:GHARL:2018:6788

Casus Kind X ontvangt door het overlijden van haar vader E een nabestaandenlijfrente, die kwalificeert als een quasi-legaat als bedoeld in art. 4:126 lid 2 sub b BW (zie Hof Arnhem-Leeuwarden 24 februari


Rechtspraak
Hoge Raad 26-03-2021 ECLI:NL:HR:2021:367

Casus M en V zijn in 1996 naar Zwitserland geëmigreerd. M, vader van belanghebbende X, heeft in 2007 een Stiftung naar het recht van Liechtenstein laten oprichten. Hierin heeft hij de aandelen in A BV


Rechtspraak
Hoge Raad 01-12-2023 ECLI:NL:HR:2023:1664

Casus Erflaatster E is in 2013 overleden en haar zoon Z is enig erfgenaam. E heeft stichting A opgericht en op het moment van overlijden waren bestuurders onder andere E, Z en de zoon van Z. Uit de boekhouding


Rechtspraak
Rechtbank Haarlem 19-01-2009 ECLI:NL:RBHAA:2009:BH2091

De trust is een rechtsfiguur naar Angelsaksisch recht waarbij de insteller (settlor) door middel van overdracht vermogensbestanddelen toevertrouwt aan een beheerder (trustee). De beheerder moet de vermogensbestanddelen


Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag 19-09-2018 ECLI:NL:GHDHA:2018:2415

Casus M en V zijn met elkaar gehuwd onder het maken van huwelijkse voorwaarden, inhoudende onder andere een verrekenbeding. Enkele dagen na het opstellen van die huwelijkse voorwaarden hebben zij een


Rechtspraak
Rechtbank Gelderland 27-03-2018 ECLI:NL:RBGEL:2018:1370

Casus A geniet in 2015 pensioeninkomen van € 61.058. Zijn vermogen bestaat uit een hypotheekvrije eigen woning met een WOZ-waarde van € 234.000 en uit in box 3 belaste bezittingen van € 445.225, waarvan


Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag 28-05-2013 ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2188

Casus V is eigenaresse van een woon-winkelpand. De winkel wordt gehuurd door K en V woont in het appartement. Omdat K graag zelf boven de winkel wil wonen, heeft hij een eerste recht van koop op het


Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13-03-2019 ECLI:NL:RBZWB:2019:1450

Casus Voor zijn overlijden was vader (V) aandeelhouder en bestuurder van een groep van vennootschappen. Aan het hoofd van de groep staat A BV. De aandelen van A BV zijn gecertificeerd en geplaatst bij


Rechtspraak
Rechtbank Haarlem 20-11-2007 ECLI:NL:RBHAA:2007:BC3826

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Hoge Raad 24-04-2009 ECLI:NL:HR:2009:BF3917

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland 18-08-2021 ECLI:NL:RBNHO:2021:6946

Casus Concern X heeft aan Y BV leningen verstrekt en tot zekerheid voor de terugbetaling hiervan pandrechten gevestigd op de roerende zaken en vorderingen van Y BV. X heeft hierna mededeling gedaan aan


Rechtspraak
Hoge Raad 23-09-2016 ECLI:NL:HR:2016:2172

Casus X is (middellijk) enig aandeelhouder en bestuurder van A BV. X heeft in februari 2008 een besluit genomen tot dividenduitkering. In juni 2008 is A BV failliet verklaard. De curator roept de nietigheid


Rechtspraak
Hoge Raad 27-10-2023 ECLI:NL:HR:2023:1486

Casus Erflaatster E heeft haar dochter D tot enig erfgenaam benoemd en zoon Z (impliciet) onterfd. Aan de uiterste wil is een bijlage gehecht, waarin E omschrijft dat Z haar heeft benadeeld en dat hij


Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag 22-10-2019 ECLI:NL:GHDHA:2019:3315

Casus In de zomer van 2016 levert dochtervennootschap X BV bij een daartoe bestemde notari ë le akte een bedrijfspand aan haar moedervennootschap in het kader van een herstructurering. Deze overdracht


Rechtspraak
Hoge Raad 18-12-2009 ECLI:NL:HR:2009:BK6921

Casus A levert in april 2002 een woning aan zijn schoonzoon B. Van de koopsom van ruim € 2 ton scheldt A een bedrag van ongeveer € 35.000 kwijt. Bij de verkoop wordt afgesproken dat A de woning huurt