Casus A is een arbeidsongeschikte metselaar die tussen 1986 en 2011 een portefeuille heeft opgebouwd van 23 panden met in totaal 90 tot 100 kamers die worden verhuurd, de verhuur vindt voornamelijk plaats
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus De VvE is eigenaar van een gebouw met elf appartementsrechten. In art. 25 van het splitsingsreglement is opgenomen dat de privégedeelten moeten worden gebruikt overeenkomstig de bestemming en dat
Casus A is voor 25% aandeelhouder in A BV. A BV is eigenaar van een ingevolge de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed. Op een deel van het landgoed is een golfcomplex gerealiseerd door Y, aan wie
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A heeft met zijn twee broers 13 gereguleerde huurwoningen voor gelijke delen in mede-eigendom. Doordat de WOZ-beschikkingen voor alle woningen aan A zijn opgelegd, is A als enige belastingplichtig
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Op 2 september 2004 komt een kredietovereenkomst tot stand tussen Bank B enerzijds en aan de andere kant X en zijn echtgenote. B krijgt zekerheid in de vorm van een pandrecht op de aandelen die
Casus Gemeente G verkoopt een perceel als industrieterrein aan K BV. Ten tijde van de koop en van de levering in 1974 heeft het perceel de bestemming ‘recreatie’. Gedeputeerde Staten weigeren in 1979
Casus Moeder overlijdt met achterlating van een zoon (Z) en dochter (D) als erfgenamen. In haar hoedanigheid van erfgenaam vordert D van X - de echtgenote van Z - terugbetaling van het in 1996 geleende
Casus Echtgenoten A en B kopen in 2008 een perceel met woning en aangrenzende grond voor ca. € 677.000. In 2012 verkopen A en B het perceel na enkele substantiële prijsverlagingen voor € 850.000
Casus Erflater (E) is in eerste echt gehuwd geweest met mevrouw A. Dat huwelijk is door het overlijden van A in 1989 ontbonden. Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren. Ten tijde van zijn overlijden
Casus E benoemt haar neef C tot enig erfgenaam en executeur. Wanneer E komt te overlijden zendt C aan bank X de overlijdensakte van E, kopieën van het testament van E en een uittreksel uit het CTR. Hierbij
Casus X is voornemens een recht van hypotheek te vestigen op de eigen woning. De bank weigert echter medewerking te verlenen, omdat nog een eerste hypotheekrecht op de woning rust ten behoeve van een
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn in 1986 in gemeenschap van goederen gehuwd. M heeft ontslagvergoedingen van werkgever X en werkgever Y ontvangen. De ontslagvergoeding van X heeft M ondergebracht in een stamrecht-BV
Art. 3.55 Wet IB 2001 (jo 4.41 Wet IB 2001, indien de aandelen niet tot ondernemingsvermogen van een natuurlijk persoon behoren) geeft een doorschuifregeling indien een meerwaarde op aandelen wordt gerealiseerd
Casus A is enig aandeelhouder in A BV, welke BV een belang van 28% houdt in X BV. A is voor twee derde deel eigenaar van een onroerende zaak. De onroerende zaak wordt aan X BV verhuurd, zodat A de onroerende
Casus M en V zijn in 2005 van elkaar gescheiden. Bij de verdeling van de huwelijksgemeenschap wordt aan M 52% van de certificaten van aandelen in C BV toebedeeld en aan V de overige 48% van de certificaten
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Gemeente Nieuwegein (hierna: 'de gemeente') bereidt de uitgifte voor van vier kavels op een bedrijvenpark. X heeft bij de gemeente geïnformeerd naar de mogelijkheden om op één van de kavels
Casus Op 15 augustus 1997 draagt V zijn onderneming over aan Z. Op 6 januari 1998 scheldt V het door Z schuldig gebleven deel van de koopsom kwijt. In geschil is of het schenkingsrecht in verband met