Rechtspraak
Hoge Raad
04-04-2014
ECLI:NL:HR:2014:804
Casus A BV is een joint venture-vennootschap tussen B en C die elk voor een gelijk deel aandeelhouder zijn. Vanwege eisen van de bank in verband met het aantrekken van financiering dient een vordering
Rechtspraak
Hoge Raad
03-06-2016
ECLI:NL:HR:2016:1061
Casus A is enig aandeelhouder van A BV, A BV is enig aandeelhouder van B BV. B BV drijft een detailhandel in meubelen. B BV is lid van vereniging V (V ). Leden van V zijn detailhandelzaken in meubelen
Rechtspraak
Hoge Raad
13-04-2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ8521
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
30-11-2017
ECLI:NL:GHARL:2017:10505
Casus In 2007 is appartementencomplex X gesplitst in 29 appartementsrechten. In 2015 besluit de VvE het huishoudelijk reglement te wijzigen en daarin een van het splitsingsreglement afwijkende bepaling
Rechtspraak
Hoge Raad
26-03-2004
ECLI:NL:HR:2004:AO2778
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden
06-11-2018
ECLI:NL:TNORARL:2018:43
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
09-09-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:3066
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Hoge Raad
17-07-2020
ECLI:NL:HR:2020:1315
Casus A en B hebben zich tot X (VOF) gewend voor advies over een levensverzekering. Z is vennoot van X. Z is niet persoonlijk betrokken bij de advisering van A en B. Op 25 januari 2000 vindt de medische
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Gravenhage
23-11-2011
ECLI:NL:GHSGR:2011:BV2794
Het feit dat een onroerende zaak is aangemerkt als rijksmonument kan een waardedrukkende factor zijn. Aan de status van rijksmonument zijn voordelen verbonden (zoals de restauratiehypotheek met een lagere
Rechtspraak
Rechtbank Arnhem
15-04-2009
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6800
Is een onroerende zaak aangewezen als monument, dan kan dit een waardedrukkend effect hebben. Ook het ontbreken van een woonvergunning kan zorgen voor een lagere WOZ-waarde.
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
26-04-2012
ECLI:NL:GHAMS:2012:BW4964
Een heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van een grachtenpand vastgesteld op € 1.541.500, hierbij heeft hij geen rekening gehouden met de scheefstand van het pand. Belanghebbende heeft een waarderapport
Rechtspraak
Rechtbank Breda
28-06-2012
ECLI:NL:RBBRE:2012:BX4346
Belastingplichtige is eigenaar van een volledig door bebouwing omsloten perceel grond. Het perceel is uitsluitend bereikbaar via een appartementsrecht in een aangrenzend appartementencomplex. Dit appartementsrecht
Rechtspraak
Hoge Raad
23-02-2000
ECLI:NL:HR:2000:AA4901
Met de waardedrukkende invloed van de verplichting tot het betalen van de servicekosten wordt bij de vaststelling van de WOZ-waarde geen rekening gehouden.
Rechtspraak
Hoge Raad
10-02-2012
ECLI:NL:HR:2012:BV3140
Casus X heeft in 2005 en 2006 percelen grond met opstallen in eigendom verworven. De opstallen worden in 2006 gesloopt zodat een nieuwe woning kan worden gebouwd. De bouw vangt in 2007. Op 1 januari
Rechtspraak
Hoge Raad
18-01-2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1959
In art. 32.1.4.d SW is een drempelvrijstelling opgenomen voor kinderen van 23 jaar en ouder waarvoor de vrijstelling van art. 32.1.4.c SW niet geldt. Art. 32.1.7 SW bevat een vrijstelling van successierecht
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
12-09-2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:4099
Casus A overlijdt in 2006. Tot de nalatenschap behoren aanmerkelijkbelangaandelen in een BV waarvan de feitelijke werkzaamheden bestaan uit het beleggen van vermogen. Erfgenamen van A zijn diens echtgenote
Rechtspraak
Hoge Raad
27-03-2015
ECLI:NL:HR:2015:750
Casus In 2011 overlijdt erflaatster E. Tot haar nalatenschap behoort onder meer een landgoed dat is gerangschikt als opengesteld landgoed in de zin van de Natuurschoonwet (NSW). Op het NSW-landgoed zijn
Rechtspraak
Hoge Raad
13-12-2019
ECLI:NL:HR:2019:1940
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'
Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland
14-02-2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:917
Casus Belanghebbende X verkrijgt een gebouw in verhuurde staat in eigendom. Voorafgaand aan de verkrijging is het gebouw bouwkundig en installatietechnisch verbouwd om verpleegzorg te kunnen bieden aan
Rechtspraak
Rechtbank Den Haag
31-03-2020
ECLI:NL:RBDHA:2020:3026
Casus X verkrijgt op 28 december 2017 de eigendom van een kazerne bestaande uit een hoofdgebouw, inclusief ondergrond en een binnenplaats, voor een koopsom van € 2.685.000. X voldoet op 15 januari 2018
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
21-08-2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:3489
Casus A heeft in oktober 2011 twee bedrijfsruimten gekocht. Ter zake van deze verkrijging voldoet A overdrachtsbelasting naar een tarief van 6%. In geschil is of het verlaagde tarief voor woningen van
Rechtspraak
Hoge Raad
09-03-2012
ECLI:NL:HR:2012:BR6345
Casus X houdt indirect 50% van de aandelen in C BV. In november 2004 stelt X zich jegens de bank borg tot een bedrag van € 500.000 voor schulden van C BV. Eind 2005 staakt C BV haar activiteiten en in
Rechtspraak
Hoge Raad
09-07-2010
ECLI:NL:HR:2010:BL7276
Art. 3.92 Wet IB 2001 bevat een regeling waardoor het beleggen van vermogen naar het progressieve inkomstenbelastingtarief van box 1 wordt belast in plaats van het forfaitaire tarief van box 3. Het betreft
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
19-07-2006
ECLI:NL:GHSHE:2006:AY8370
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Hoge Raad
16-03-2012
ECLI:NL:HR:2012:BV0278
Casus Grootvader A is in 1985 overleden. Tot zijn nalatenschap behoorden enkele onroerende zaken. De hoofdgerechtigheid van de onroerende zaken is verkregen door drie kleinkinderen van A (waaronder K