Casus X (zoon) en Y (twee dochters) zijn geboren uit het huwelijk van M en V. M en V exploiteerden via een BV een kledingwinkel. Later hebben zij alle aandelen in de BV aan X overgedragen. De winkel
Casus Het BFT heeft tien aandelenoverdrachten van een oud-notaris onderzocht. Het betrof zeven aandelenoverdrachten aangebracht door A in de periode 11 maart 2015 tot en met 11 februari 2016. Daarnaast
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn in 1992 in gemeenschap van goederen gehuwd. Zij zijn van buitenlandse afkomst en hebben tot 2005 in Nederland gewoond en daarna in Engeland, China en Mexico. Het huwelijk is in 2015
Casus Erflater E (langer dan 10 jaar woonachtig in Italië) laat bij zijn overlijden onder meer een in Nederland gelegen onroerende zaak na. Vanwege de in het testament opgenomen ouderlijke boedelverdeling
Casus M en V waren op huwelijkse voorwaarden, inhoudende de uitsluiting van elke gemeenschap van goederen, gehuwd. M heeft in 1975 een stichting opgericht naar het recht van Liechtenstein en daarin geldmiddelen
Casus X heeft bij notariële akte al haar aandelen in een BV verkocht aan haar zoon Y voor €763.187. De koopsom is vervolgens door X kwijtgescholden als een gift. De schuldeiser van X heeft paulianabeslag
Casus X c.s. heeft conservatoir beslag laten leggen op de aandelen van Y in A BV. De rechter wijst de vordering waarvoor het beslag is gelegd toe en het beslag is executoriaal geworden. X c.s. had op
Casus Via een A-B-C-D-transacties in 2005-2011 zijn leveringsakten van aandelen in het kapitaal van A NV gepasseerd. De uiteindelijke verkrijger van de aandelen is B BV. Hierbij is de statutaire blokkeringsregeling
Casus Een groep beleggers bezit diverse onroerende zaken. Zij vormen een maatschap. De maten dragen in 2016 door middel van inbreng hun aandelen in de onroerende zaken over aan een door hen opgerichte
Casus Vader en zoon exploiteren samen een landbouwbedrijf in maatschapsvorm. In het maatschapsvermogen bevindt zich de economische eigendom van enkele onroerende zaken, waarvan de juridische eigendom
Casus BV X verkoopt een deel van haar bedrijfspand met erf en parkeerplaatsen aan BV Y, terwijl BV X eigenaar blijft van het andere gedeelte van het bedrijfspand en de bijbehorende grond. In de leveringsakte
Casus Koper K heeft van verkoper V op 23 januari 2007 een winkelpand met bijbehorende grond gekocht. Nadien wordt de koopovereenkomst aangevuld met onder meer de bepaling dat V eraan zal meewerken dat
Hof Leeuwarden oordeelde in 2006 dat bij overdracht van een onderneming bestaande uit de ontwikkeling van een project door een projectontwikkelaar aan een andere projectontwikkelaar sprake is van een algemeenheid
Casus In 2019 koopt X een motorschip van A BV. Bij de koop gingen X en A BV ervan uit dat het schip niet was geregistreerd en dus door middel van bezitsverschaffing kon worden geleverd. Blijkens een
Casus In het kader van de beëindiging van een maatschap tussen vader en zoon draagt vader op 3 december 2001 onder andere onroerende zaken over aan zijn zoon, waarbij een deel van de koopprijs wordt
Casus Vader en zoon exploiteren een veehouderijbedrijf in maatschapsvorm. Vader treedt uit de maatschap, zoon zet de onderneming voort op grond van het in de maatschapsakte opgenomen voortzettingbeding
Casus Ouders exploiteren samen met hun dochter een melkveebedrijf in de vorm van een maatschap. In het jaar 2000 wordt de maatschap ontbonden. De dochter zet de onderneming voort, gebruik makend van
De overdracht van een aandeel van 50% in een appartementencomplex waarvan de appartementen belast (met een optie voor de BTW) worden verhuurd aan bedrijven, is door Hof Den Haag ook aangemerkt als een
Casus A bezat samen met B en C de onverdeelde eigendom van een perceel grond. Dit gezamenlijke perceel diende oorspronkelijk tot uitweg van drie naastgelegen percelen naar de openbare weg. Een van de
Casus Door de gezamenlijke eigenaren van 44 appartementsrechten in een in Nederland gelegen winkelcentrum is een beleggingsmaatschap opgericht. De eigendom van de onroerende zaken ligt bij de gezamenlijke
Casus X heeft in 2016 een perceel grond waar twee woningen op staan verkregen. In 2019 heeft X met negen verschillende kopers koopovereenkomsten gesloten ter zake van negen te realiseren woningen. Voor
Casus A BV heeft betalingsachterstanden bij haar pensioenfonds en de Belastingdienst. Als bestuurder van A BV doet X meerdere mededelingen omtrent de onmogelijkheid om de betalingsachterstand in
Casus De aandelen van X BV worden gehouden door een viertal BV’s. X BV en deze vier BV’s gelden als verbonden lichamen in de zin van art. 4 WBR. X BV verkrijgt van de vier BV’s 10% van de aandelen in
Casus Na het overlijden van erflater E stellen zijn kinderen, X c.s., als legitimarissen, onder andere dat hun legitieme portie is geschonden door de overdracht van het agrarisch bedrijf aan hun broer