Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (8484)


Rechtspraak
Hoge Raad 28-03-2014 ECLI:NL:HR:2014:728

Casus X BV vervreemdt in 1996 30% van de aandelen in A BV aan koper K. De overige aandeelhouders in A BV, zijnde B Holding BV (20,01%), X Beheer BV (30%) en C BV (19,99%), verkopen eveneens in 1996 hun


Rechtspraak
Hoge Raad 22-04-2016 ECLI:NL:HR:2016:703

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Hoge Raad 20-04-2018 ECLI:NL:HR:2018:652

Casus A heeft - als certificaathouder van B NV - B NV verzocht om als agendapunt met toelichting ter stemming op te nemen in de agenda van de algemene vergadering ‘Aanbeveling aan de Raad van Bestuur


Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam 11-08-2016 ECLI:NL:RBROT:2016:6624

Casus A heeft op een openbare executieveiling een aantal onroerende zaken gekocht die na gunning aan haar zijn geleverd. In de Bijzondere Veilingvoorwaarden staat onder meer dat de uitoefening van de


Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch 02-07-2019 ECLI:NL:GHSHE:2019:2338

Casus Op 23 juli 2013 koopt A een woning van B. Voorafgaand aan de koop heeft A bij B navraag gedaan naar de aanwezigheid van puin. B sluit de mogelijke aanwezigheid van puin niet uit, maar geeft aan


Rechtspraak
Hoge Raad 21-03-2008 ECLI:NL:HR:2008:BC1849

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam 06-10-2015 ECLI:NL:GHAMS:2015:4139

Casus Verkoper V verkoopt op 11 juli 2014 onroerende zaken aan een stichting. De koop is ingeschreven in de openbare registers conform art. 7:3 BW (Vormerkung). Schuldeiser S heeft op 31 juli 2014 conservatoir


Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland 29-09-2022 ECLI:NL:RBMNE:2022:3920

Casus Erflaatster (E) heeft bij uiterste wilsbeschikking een minderjarigenbewind als bedoeld in art. 1:253i lid 4 sub c BW ingesteld over het door haar aan X nagelaten geldbedrag van circa € 42.500. De


Rechtspraak
Hoge Raad 12-04-2013 ECLI:NL:HR:2013:BZ2903

Casus Het huwelijk van M en V wordt ontbonden in mei 2008. V gaat in hoger beroep omdat de Rechtbank heeft overwogen dat zij tijdens haar huwelijk de tussen haar en M bestaande wettelijke gemeenschap


Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 01-02-2022 ECLI:NL:GHARL:2022:725

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch 04-10-2022 ECLI:NL:GHSHE:2022:3335

Casus X c.s. hebben hun woning verkocht aan Y en Z. In de koopovereenkomst was onder meer een financieringsvoorbehoud opgenomen. In deze zaak staat de vraag centraal of Y en Z een beroep kunnen doen op


Rechtspraak
Hoge Raad 23-03-2012 ECLI:NL:HR:2012:BV1056

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Hoge Raad 27-03-2020 ECLI:NL:HR:2020:535

Casus Het huwelijk tussen M en V is door echtscheiding ontbonden. Het Gemeenschappelijk Hof van   Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft M veroordeeld om


Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam 29-08-2013 ECLI:NL:GHAMS:2013:2716

Om als ANBI te kwalificeren moest een instelling tot 1 januari 2010 voor meer dan 50% gericht zijn op het algemeen belang. Per deze datum is de eis verhoogd naar meer dan 90%. Door de aanscherping van


Rechtspraak
Hoge Raad 25-11-2016 ECLI:NL:HR:2016:2665

Casus De Inspecteur heeft het verzoek van de Scientology Kerk Amsterdam om per 1 januari 2008 te worden aangemerkt als ANBI afgewezen. De activiteiten van de Scientology Kerk bestaan onder andere uit


Rechtspraak
Rechtbank Breda 23-11-2011 ECLI:NL:RBBRE:2011:BV1094

Casus Erflater is in 2006 overleden en was gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Hij dreef samen met zijn echtgenote een onderneming. In het testament van erflater zijn de echtgenote en de twee


Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 07-06-2016 ECLI:NL:GHARL:2016:4548

Casus V overlijdt in 2009 en was onder huwelijkse voorwaarden gehuwd met M. De huwelijksvoorwaarden bevatten uitsluiting van gemeenschap en een finaal verrekenbeding bij overlijden. V heeft M en zoon 


Rechtspraak
Hoge Raad 10-08-2001 ECLI:NL:HR:2001:AB3243

Hof Hof Den Haag heeft geoordeeld dat onbebouwde grond in de zin van art. 11 lid 4 Wet OB ontstaat indien een gebouw geheel wordt gesloopt, zodanig dat op het perceel geen bebouwing meer over is die nog


Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch 24-01-2008 ECLI:NL:GHSHE:2008:BD0007

Casus A (eigenaar van een bouwkundig tekenbureau) en zijn accountant B kopen samen een stuk grond waarop zij twee woningen (naar ontwerp van A) bouwen. De percelen met woning worden vervolgens met winst


Rechtspraak
Hoge Raad 05-07-2019 ECLI:NL:HR:2019:1108

Casus In geschil is of een forfaitair rendement van 4% in box 3 over bank- en spaartegoeden en premiedepots in 2015 in strijd is met het recht op het ongestoorde van eigendom in de zin van art. 1 van


Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag 08-12-2020 ECLI:NL:GHDHA:2020:2720

Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.


Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag 29-03-2022 ECLI:NL:GHDHA:2022:449

Casus X is in 2006 als fiscalist in dienst is getreden bij A BV. Vanaf 1 juni 2014 is X aangesteld als Equity Partner. Dit hield onder meer in dat de arbeidsovereenkomst met A BV werd beëindigd, X zijn


Rechtspraak
Rechtbank Arnhem 17-11-2011 ECLI:NL:RBARN:2011:BU4789

Casus A heeft in zijn aangifte IB/PVV 2008 een gift van € 5.640 aan de Protestantse kerk Nederland (PKN) aangemerkt als aftrekbare periodieke gift. Bij het vaststellen van de aanslag heeft de Inspecteur


Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20-02-2024 ECLI:NL:GHARL:2024:1283

Casus X (een gemeente) heeft met (de rechtsvoorganger van) woningstichting Y in 2007 een overeenkomst gesloten tot levering van kavels bestemd voor woningbouw. Op deze kavels zou woningstichting Y woningen


Rechtspraak
Hoge Raad 09-02-2024 ECLI:NL:HR:2024:216

Casus X houdt zich bezig met het ontwikkelen van woningbouwprojecten en is als zodanig ondernemer in de zin van art. 7 Wet OB . In 2002 heeft X een stuk grond met daarop een oude snoepfabriek in eigendom