Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (8257)


Wetstoelichtingen

1 Fiscale aspecten van de natuurlijke verbintenis Civielrechtelijk vormt de voldoening aan een natuurlijke verbintenis geen schenking, aangezien wordt voldaan aan een rechtens niet-afdwingbare schuld


Wetstoelichtingen

1 Algemeen (let op: overgangsrecht is vervallen sinds 1 januari 2023) Sinds 1 januari 2017 is in de Successiewet een permanente vrijstelling schenkbelasting opgenomen voor schenkingen tot € 100.000 (


Wetstoelichtingen

1 Tweetrapsmaking en tweetrapsschenking Door middel van een tweetrapsmaking of tweetrapsschenking kan de erflater respectievelijk de schenker meer dan één keer over de nagelaten dan wel geschonken


Wetstoelichtingen

1 Courante effecten/aandelen Voor de waardering van courante effecten of aandelen bevat art. 21 lid 3 SW een waarderingsregel. Verwezen wordt naar aandelen die zijn 'aangewezen krachtens art. 5.21 Wet


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Voor de schenking tussen ouder en kind gelden bijzondere vrijstellingen die zijn opgenomen in art. 33 onder 5 SW . In alle andere gevallen geldt dat jaarlijks een bedrag van € 2.690 (cijfers


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In beginsel is de verkrijging van een lijfrente belast op grond van art. 13 SW , maar als de lijfrente voldoet aan de eisen gesteld in art. 32 lid 4 SW is de waarde van een lijfrente vrijgesteld


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Art. 33 onder 11 SW bevat de vrijstelling voor de schenkbelasting van verkrijgingen door rechtspersonen die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend de bevordering van geestelijke of materiële


Wetstoelichtingen

1 Samenloop schenkbelasting en inkomstenbelasting Is een verkrijging een belastbaar feit voor de schenkbelasting, maar wordt over deze verkrijging Nederlandse inkomstenbelasting (of een voorheffing van


Wetstoelichtingen

In art. 32 lid 1 onder 11 SW 1956 is een vrijstelling erfbelasting opgenomen voor de in de verkrijging begrepen lopende termijnen. Om in aanmerking te komen voor deze vrijstelling gelden twee voorwaarden


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Op grond van de Wet Vpb wordt belasting geheven over winsten van lichamen en entiteiten. Art. 2 en 3 Wet Vpb geeft een opsomming van de lichamen die belastingplichtig zijn, waarbij onderscheid


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 bevat twee bijzondere regelingen voor beleggingsinstellingen, de regeling voor de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI), opgenomen in art. 6a Wet


Wetstoelichtingen

1 Fiscale eenheid In beginsel is elk lichaam voor de vennootschapsbelasting zelfstandig belastingplichtig. De regeling van de fiscale eenheid doorbreekt dit uitgangspunt. Op grond van deze regeling


Wetstoelichtingen

1 Algemeen In art. 9 Wet Vpb wordt van een aantal uitgavenposten vastgelegd dat deze in aftrek komen van de winst in de vennootschapsbelasting. De wetgever heeft hiermee willen voorkomen dat over de


Wetstoelichtingen

1 Bepaling van de winst in de vennootschapsbelasting De bepaling van de winst in de vennootschapsbelasting vindt in de basis op een gelijke wijze plaats als in de inkomstenbelasting. In art. 8 lid 1


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Uitgangspunt bij een bedrijfsfusie is een activa/passiva overdracht van (een zelfstandig onderdeel van) een onderneming van een vennootschapsbelastingplichtig lichaam ten titel van storting


Wetstoelichtingen

1 Tarief voor de vennootschapsbelasting Het tarief voor de vennootschapsbelasting is als volgt opgebouwd (cijfers 2023):  Belastbare winst Tarief € 0 - €200.000 19% meer dan


Wetstoelichtingen

1 Hoofdregels verliesverrekening Ingevolge art. 20 lid 2 Wet Vpb kan een vennootschapsbelastingplichtig lichaam een in een bepaald jaar geleden verlies in beginsel verrekenen met de belastbare winsten


Wetstoelichtingen

1 Verliesverrekening voor de vennootschapsbelasting Als de berekening van de belastbare winst of van het Nederlandse inkomen leidt tot een negatief bedrag, wordt dit aangemerkt als een verlies (art.


Wetstoelichtingen

1 Vrijstelling verenigingen en stichtingen De hoofdregel van art. 2 lid 1 onder e en lid 8 Wet Vpb is dat verenigingen en stichtingen die niet in het belang van de volkshuisvesting werkzaam zijn, vennootschapsbelasting


Wetstoelichtingen

Beleid Met betrekking tot dit onderdeel is het onderstaande beleid gepubliceerd: MvF 25 november 2019, nr. 2019-187751, Stcrt. 2019, 66223 . In dit besluit is beleid opgenomen over de subjectieve


Wetstoelichtingen

1 Aftrekbare giften In het geval een vennootschapsbelastingplichtig lichaam een gift doet aan een algemeen nut beogende instelling ( ANBI ) of een steunstichting SBBI kan deze onder voorwaarden


Wetstoelichtingen

1 Fiscale beleggingsinstelling (FBI) tot 1 januari 2025 De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 bevat twee bijzondere regelingen voor beleggingsinstellingen, de regeling voor de vrijgestelde beleggingsinstelling


Wetstoelichtingen

1 Ratio van de regeling  De deelnemingsvrijstelling is opgenomen in art. 13 Wet Vpb. De regeling voorkomt dat meerdere malen vennootschapsbelasting wordt geheven over de winst die door een vennootschap


Wetstoelichtingen

1 Aftrek fondswervende activiteiten Sinds 1 januari 2012 is de aftrek voor fondswervende activiteiten opgenomen in art. 9a Wet Vpb. Hierbij is de inzet van vrijwilligers en de kenbaarheid van fondswervende


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In art. 28a Wet Vpb worden de fiscale gevolgen van een omzetting van een rechtspersoon in een andere rechtspersoon behandeld. Hierbij is art. 28a Wet Vpb niet van toepassing op een omzetting