Wetstoelichtingen
1 Collectieve schadevergoedingsactie (WAMCA)
Op 1 januari 2020 is de Wet Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van massaschade
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In het geval dat twee of meer schuldeisers in een procedure ten aanzien van hetzelfde goed een recht op levering vorderen, dan gaat in hun onderlinge verhouding het oudste recht op levering
Wetstoelichtingen
1 Inleiding
Wanneer een schuldenaar zijn verbintenis om iets te doen niet nakomt, kan de schuldeiser door de rechter worden gemachtigd om zelf deze verbintenis te doen uitvoeren op kosten van de schuldenaar
Wetstoelichtingen
1 Hoofdregel Een rechtsplicht moet worden nagekomen. Art. 3:296 BW bepaalt dan ook dat wie jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten daartoe, op vordering van die ander, door
Wetstoelichtingen
De stukken vanaf 1995 zijn raadpleegbaar via https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ waarbij onder meer de volgende wetsvoorstellen van belang zijn: Kamerstukken 17 141 (Invoeringswet Boek 4
Wetstoelichtingen
Met betrekking tot Titel 5 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek is geen toelichting opgenomen. U kunt de actuele tekst van de wet raadplegen op het tabblad 'Wettekst'.
Wetstoelichtingen
1 Bestaansvereiste
Voor het ab intestaat erfrecht geldt een uitdrukkelijke bestaanseis in art. 4:9 BW: een erfgenaam moet bestaan op het moment dat de nalatenschap openvalt.
Voor het testamentaire
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De quasi-wettelijke verdeling (hierna: ‘QWV’) is een testamentaire variant op de wettelijke verdeling (art. 4:13 BW, vergelijk ook de ouderlijke boedelverdeling ). In de praktijk wordt
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Wanneer een erflater een echtgenoot/geregistreerd partner - hierna: langstlevende of langstlevende echtgenoot - en tenminste één (klein)kind als erfgenamen achterlaat, is van rechtswege de
Wetstoelichtingen
1 Algemeen
Art. 4:27 BW bevat een bijzondere bepaling voor de erflater die wenst de eigen kinderen en de stiefkinderen gelijk te behandelen door een stiefkind als eigen kind in de wettelijke verdeling
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Was een erflater ten tijde van zijn overlijden gehuwd (hierna wordt onder huwelijk het geregistreerd partnerschap begrepen) en laat hij naast zijn echtgenoot ook kinderen achter, dan is de
Wetstoelichtingen
1 Voortgezet recht tot bewoning (art. 4:28 BW) 1.1 Aan wie komt het recht toe en voor hoe lang (termijn)? Indien de woning die de echtgenoot van de erflater bij diens overlijden in gebruik toekwam
Wetstoelichtingen
1 Kenmerken uiterste wilsbeschikking 1.1 Definitie en soorten uiterste wilsbeschikkingen Een uiterste wilsbeschikking is: een ongerichte eenzijdige rechtshandeling (art. 3:32 en 3:33 BW);
Wetstoelichtingen
1 Uitleg van uiterste wilsbeschikkingen Uitleg van een uiterste wilsbeschikking moet men onderscheiden van aanvulling van een uiterste wilsbeschikking. Zijn de bewoordingen van een beschikking niet duidelijk
Wetstoelichtingen
Art. 4:47 BW gaat over het vervallen van een uiterste wilsbeschikking. De uiterste wilsbeschikking vervalt in beginsel zonder dat daar een andere beschikking voor in de plaats mag worden gesteld, indien
Wetstoelichtingen
Art. 4:48 BW is een aanvulling van een uiterste wilsbeschikking door de wet. Indien in een uiterste wil twee of meer personen tot hetzelfde, al dan niet voor bepaalde delen, zijn geroepen en de beschikking
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Heeft de erflater een bepaald goed of een op een bepaald goed te vestigen recht gelegateerd, dat ten tijde van het overlijden niet (meer) tot de nalatenschap van de erflater behoort, dan
Wetstoelichtingen
1 Algemeen
Een gelegateerd goed moet door degene op wie het legaat rust worden geleverd in de ( feitelijke, dan wel juridische) staat waarin het goed zich ten tijde van het overlijden van de erflater
Wetstoelichtingen
1 Legaat ten laste van huwelijksgemeenschap (art. 4:51 BW)
1.1 Algemeen
Heeft een echtgenoot ten laste van zijn gezamenlijke erfgenamen een goed uit de huwelijksgemeenschap vermaakt, dan verkrijgt
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Een beschikking die een erflater heeft gemaakt ten behoeve van degene met wie hij op het tijdstip van het maken van de uiterste wil was gehuwd of reeds trouwbeloften (vgl. art. 1:49 BW
Wetstoelichtingen
Art. 4:53 BW bevat een bijzondere bepaling van uitlegging van een uiterste wilsbeschikking. Het artikel is van toepassing als in een uiterste wilsbeschikking de term 'naaste bloed' of 'naaste bloedverwanten
Wetstoelichtingen
1 Termijn verjaring rechtsvordering tot vernietiging (art. 4:54 lid 1 BW)
De mogelijkheid een uiterste wilsbeschikking te vernietigen, kan verjaren. Dit gebeurt een jaar nadat degene die een beroep
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De (ex-)voogd, leermeesters BIG-personen, geestelijk verzorgers, verzorgers en verplegers in een 'instelling', de notaris en getuigen, alsmede de tussenbeide komende personen kunnen niet onaantastbaar
Wetstoelichtingen
1 Algemeen
Handelingsbekwamen en minderjarigen die de 16-jarige leeftijd hebben bereikt, kunnen uiterste wilsbeschikkingen maken. Dat geldt ook voor degenen die op een andere grond dan hun lichamelijke
Wetstoelichtingen
1 Bestaanseis
Om als erfgenaam bij versterf te kunnen optreden, moet men bestaan op het ogenblik dat de nalatenschap openvalt, art. 4:9 BW . Dit geldt ook voor diegene die aan een making - een erfstelling