Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (8333)


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een stichting wordt opgericht bij notariële akte (art. 2:3 BW jo. 2:286 BW). In tegenstelling tot een vereniging kan een stichting door één persoon worden opgericht, derhalve bij een eenzijdige


Wetstoelichtingen

1 Benoeming en ontslag van bestuurders De eerste bestuurders van een stichting worden veelal aangewezen in de oprichtingsakte. De wet laat oprichters vrij in de wijze van benoeming van opvolgende bestuurders


Wetstoelichtingen

1 Organen van de stichting De stichting kent één wettelijk orgaan: het bestuur . Het bestuur kan worden opgedeeld in een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur. De stichting kent geen orgaan dat


Wetstoelichtingen

1 Jaarrekening en bestuursverslag Onder bepaalde voorwaarden is het bestuur van de stichting gehouden tot het opmaken en vaststellen van de jaarrekening (art. 2:300 BW). Deze voorwaarden zijn terug te


Wetstoelichtingen

1 Statutenwijziging Het uitgangspunt van de wet is, dat de statuten van een stichting niet kunnen worden gewijzigd. Toch vond de wetgever het wenselijk de oprichter de vrijheid te geven te bepalen dat


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Naast de algemene ontbindingsmogelijkheden uit art. 2:19 BW, art. 2:20 BW en art. 2:21 BW kan de Rechtbank overgaan tot ontbinding van een stichting op grond van art. 2:301 BW. Enerzijds kan


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Art. 2:290 BW schrijft voor dat het bestuur van een stichting een  intern  register (het 'uitkeringenregister') bijhoudt waarin de namen en adressen van alle begunstigden die een uitkering


Wetstoelichtingen

1 Werkingssfeer Art. 2:308 BW ziet op de werkingssfeer van fusies en splitsingen voor rechtspersonen naar Nederlands vennootschapsrecht. In principe geldt deze titel voor alle Nederlandse rechtspersonen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Uit overwegingen van doelmatigheid kan worden besloten het vermogen van een rechtspersoon te doen verkrijgen door een andere bestaande of daartoe opgerichte rechtspersoon. Fusie is een mogelijkheid


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Afdeling 2.7.2 BW schrijft voor welke stappen moeten worden genomen om tot een fusie van twee rechtspersonen te komen. Hieronder wordt ingegaan op deze stappen. 2 Voorstel tot fusie Het


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Afdeling 2.7.3 BW geeft enkele voorschriften om te komen tot een fusie van twee NV’s of BV’s. Deze voorschriften gelden naast de algemene voorschriften uit afdeling 2.7.2 BW . Hieronder


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De tegenhanger van de fusie is de splitsing. De rechtspraak over de grensoverschrijdende fusie brengt consequenties met zich mee die ook voor de grensoverschrijdende splitsing gelden. Door


Wetstoelichtingen

1 Procedure bij splitsing Splitsing vangt aan met een gemeenschappelijk voorstel tot splitsing van de partijen bij de splitsing (art. 2:334f BW). In de wet is opgenomen welke gegevens dit voorstel minstens


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In art. 2:334a tot en met 2:334u BW zijn algemene bepalingen voor de juridische splitsing opgenomen. De bepalingen in art. 2:334v tot en met 2:334ii BW geven een aanvulling op deze algemene


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Tussen aandeelhouders kunnen geschillen voorkomen. Soms is een geschil van zodanige aard, dat de onderlinge verhoudingen worden verstoord. Boek 2 BW geeft in dat geval een aantal regelingen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De regeling rondom het recht van enquête is opgenomen in art. 2:344 e.v. BW. Door middel van deze regeling krijgen bepaalde direct belanghebbenden de mogelijkheid om in de eerste fase van


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Voor het jaarrekeningenrecht (Titel 9 Boek 2, art. 2:360 e.v.) wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende categoriën ondernemingen. Categorieën en de daarbij geldende grensbedragen zijn


Wetstoelichtingen

1 Jaarrekening en aansprakelijkheid bij 403-verklaring Met betrekking tot de inrichting van de jaarrekening en het bestuursverslag voor een groepsmaatschappij (hierna: dochtermaatschappij) geldt Boek


Wetstoelichtingen

1 Definitie onroerende zaak Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij


Wetstoelichtingen

1 Bestanddelen Vooraf wordt opgemerkt dat de vraag of sprake is van een bestanddeel, een geheel andere vraag is dan de vraag of sprake is van een roerende of onroerende zaak. De vraag of sprake is van


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Misbruik van bevoegdheid, voorheen 'misbruik van recht', is een autonome rechtsfiguur die op veel rechtsgebieden toepassing vindt (art. 3:15 BW). Een bevoegdheid wordt onder meer misbruikt


Wetstoelichtingen

1 Algemeen In Boek 3 BW zijn de vermogensrechten in het algemeen geregeld. In art. 3:1 BW is het begrip 'goed' omschreven. Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten. Art. 3:2 BW bevat de definitie


Wetstoelichtingen

Algemeen In art. 3:5 BW is het begrip 'inboedel' omschreven. De wet omschrijft inboedel als 'het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken, met uitzondering


Wetstoelichtingen

1 Registergoed Met de term registergoed wordt gedoeld op goederen waarvan voor de overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is (art. 3:10 BW). Een aantal


Wetstoelichtingen

1 Vermogensrechten De wet geeft geen definitie van het begrip 'vermogensrecht.' Wel worden in art. 3:6 BW verschillende maatstaven gegeven om te bepalen wanneer sprake is van een vermogensrecht. Van