Wetstoelichtingen
1 Inleiding De procedure van vereffening beoogt de belangen van schuldeisers te waarborgen. Hoofdregel is dat vereffening niet is vereist. In twee gevallen stelt afdeling 4.6.3 BW, vereffening volgens
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In afdeling 4.6.4 geeft de wet enkele bepalingen met betrekking tot de verdeling van de nalatenschap. Het betreft met name de regeling van de gedwongen schuldverrekening (art. 4:228 BW
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Het grootste deel van het huidige Burgerlijk Wetboek is op 1 januari 1992 in werking getreden. Met de komst van het nieuwe BW kwam ook een apart boek specifiek gericht op de zakelijke rechten
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Boek 5 BW handelt over zakelijke rechten. Deze zakelijke rechten zijn tevens absolute rechten; zij verlenen de rechthebbende aanspraken tegenover eenieder. Dit in tegenstelling tot relatieve
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Titel 5.2 BW regelt specifiek (maar niet limitatief) de verkrijging van nieuwe eigendomsrechten van roerende zaken (originaire verkrijging). In de laatste artikelen van titel 5.2 BW wordt
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De belangrijkste bepaling van titel 5.3 BW is art. 5:20 BW. Het eerste lid van dit artikel geeft in samenhang met art. 3:3 BW de superficies solo cedit -regel: de eigenaar van de grond is
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Het burenrecht is het samenstel van rechtsregels inzake de bevoegdheden en verplichtingen van eigenaren van naburige erven in hun onderlinge verhoudingen. De belangrijkste vindplaats van
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Het is een eigenaar van een erf verboden binnen een bepaalde afstand van de grenslijn met de buurman beplantingen te hebben (art. 5:42 lid 1 BW). De afstand varieert per type beplantingen
Wetstoelichtingen
1 Vensters of balkons bij een naburig erf (art. 5:50 BW) Teneinde de privacy van een eigenaar van een erf te beschermen, bepaalt de wet dat een nabuur niet binnen twee meter van de erfgrens vensters
Wetstoelichtingen
1 Erfafsluiting (art. 5:48 BW) Een eigenaar van een erf is in principe bevoegd zijn erf af te sluiten en daarmee het betreden van dat erf door anderen te verhinderen. Ook lagere wetgevers (bijvoorbeeld
Wetstoelichtingen
1 Het gebruik van het erf van de buurman voor werkzaamheden (ladderrecht) Voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een onroerende zaak kan het nodig zijn dat een eigenaar het erf van zijn
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Wanneer de eigenaar van een erf geen behoorlijke toegang heeft tot een openbare weg of een openbaar vaarwater kan hij van de eigenaren van de naburige erven te allen tijde aanwijzing van
Wetstoelichtingen
1 Afpalingstekens Bestaat tussen eigenaren van onroerende zaken geen geschil over de vraag waar de grens tussen die twee onroerende zaken loopt, dan kan ieder van hen vorderen dat op de grens duidelijk
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In de wet komt de definitie van mandeligheid niet voor. Mandeligheid is een bijzondere vorm van gemeenschappelijke eigendom (niet zijnde een bijzondere gemeenschap in de zin van art.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Iemand die eigenaar is van een zaak, heeft met uitsluiting van ieder ander het recht de zaak te gebruiken. Het eigendomsrecht is het meest omvattende recht dat iemand op een zaak kan hebben
Wetstoelichtingen
1 Overdracht van de eigendom van het erf
Een erfdienstbaarheid is een beperkt zakelijk recht waarmee de eigendom vande eigenaar van het dienend erf mee is bezwaard. De eigenaar heeft het alomvattende
Wetstoelichtingen
1 Vestiging Een eerste wijze waarop een erfdienstbaarheid kan ontstaan, is door vestiging. Voor vestiging is vereist een overeenkomst (titel), de inschrijving van een daartoe strekkende notariële akte
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De inhoud van de erfdienstbaarheid en de wijze van uitoefening worden bepaald door de akte van vestiging en, voor zover in die akte regelen daaromtrent ontbreken, door de plaatselijke gewoonte
Wetstoelichtingen
1 Verlegging erfdienstbaarheid Art. 5:73 lid 2 BW biedt de eigenaar van het dienend erf de mogelijkheid voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid een ander deel van het erf aan te wijzen, mits die
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Het recht van erfpacht is een beperkt zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft de onroerende zaak van een ander (de blote eigenaar c.q. erfverpachter) te houden en te gebruiken
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Het opstalrecht is het enige beperkte recht dat voor de opstalhouder leidt tot eigendom van bepaalde opstallen die zich bevinden in, op of boven de onroerende zaak van een ander. De opstalhouder
Wetstoelichtingen
1 Bevoegdheden van de opstalhouder
De opstalhouder heeft als eigenaar alle rechten en bevoegdheden met betrekking tot de opstallen. Hij kan opstallen gebruiken, aanbrengen en wegnemen (art. 5:102
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De wet stelt dat bij het tenietgaan van het opstalrecht de eigendom van de opstallen van rechtswege overgaat op de eigenaar van de grond (art. 5:105 lid 1 BW). Door de overgang van rechtswege
Wetstoelichtingen
1 Waarom appartementsrechten? De eigendom van de grond omvat, voor zover de wet niet anders bepaalt, tevens de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd (art. 5:20 lid 1 aanhef en onderdeel
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Splitsing in appartementsrechten geschiedt bij notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare register (art. 5:109 lid 1 BW). De appartementsrechten ontstaan op het tijdstip