Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A c.s. is middels koop eigenaar geworden van het appartement van B. B heeft op 11 december 1990 via een verklaring van de VVE alsmede de betreffende eigenaren toestemming gekregen om de ruimte onder
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus V is op huwelijkse voorwaarden gehuwd met M; in december 2014 zijn V en M gescheiden. V bezit in 2014 alle aandelen in B BV. De Inspecteur constateert in verband met de aanschaf van een boot een
Casus Natuurlijk persoon X heeft op 1 oktober 2004 overdrachtsbelasting voldaan wegens de levering van een rijksmonument. Op 30 juni 2009 verzoekt hij om teruggaaf van de voldane overdrachtsbelasting.
Casus M en V zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. M is bestuurder en aandeelhouder van X BV. In 2012 koopt X BV een verzekeringsportefeuille van Y. Als tegenprestatie ontvangt Y een stamrechtuitkering
Casus M en V zijn in 1982 in gemeenschap van goederen gehuwd. Dit huwelijk is in 2012 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. Bij de echtscheidingsbeschikking
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In een vennootschapsakte van een vennootschap onder firma (hierna: VOF) is bepaald dat de VOF eindigt drie maanden nadat een vennoot schriftelijk of bij deurwaardersexploot te kennen heeft gegeven
Casus De Staat legde op grond van haar eigendom een heffing op aan het bedrijf Windmill voor het lozen van afvalgips in de Nieuwe Waterweg bij Rotterdam. Windmill was in het bezit van de benodigde vergunningen
Casus Koper (K) heeft op 20 juli 2006 een bedrijfspand gekocht voor € 600.000 nadat hij een tip kreeg over de lage koopprijs. De oorspronkelijke vraagprijs van het pand was € 887.000. K heeft het pand
Het uitponden van onroerende zaken wordt ingevolge art 3.91 lid 1 onderdeel c Wet IB 2001 aangemerkt als werkzaamheid, waardoor eventueel daarmee behaalde winst progressief wordt belast in box 1. Van uitponden
C asus A verleent fiscaal/juridisch advies aan B. Zij spreken met betrekking tot de dienstverlening af dat naast de betaling van een vast bedrag A als ( achteraf) nog aanvullend recht heeft op een bepaald
Casus X BV is opgericht op 22 april 2004 en Holding X BV (HX BV) is 100 percent eigenaar van X BV. Y BV zit in een fiscale eenheid met X BV samen met elf andere vennootschappen. De kernactiviteit van
Casus V is eigenaar van een appartement. Het appartement is gebouwd boven een loods die door V wordt gehuurd om zijn bedrijf in uit te oefenen. Eind 1998 verkoopt en levert V dit appartement aan K. In
Casus Koper (K) heeft in 2009 een woning gekocht van verkoper (V). Na de levering ontdekt K dat de woning op grond van het bestemmingsplan wordt aangemerkt als dienstwoning. K vordert dat V meewerkt aan
Casus A is eigenaar van een woning. In de periode van 2003 tot 2011 is A door zijn werkgever naar het buitenland uitgezonden. Gedurende deze periode heeft A de woning aangehouden en bij terugkomst is
Casus Vader overlijdt in 1999. Tot zijn nalatenschap behoort onder andere een woning. Op grond van het testament van vader (een ouderlijke boedelverdeling) hebben de kinderen een niet-opeisbare geldvordering
Casus X heeft aangifte IB/PVV gedaan over 2016. X was eigenaar van twee woningen. Eiser heeft woning B sinds 2011 als hoofdverblijf. Woning A is in 2016 ter verkoop aangeboden en deze is in 2017 verkocht
Casus A woont tot oktober 2010 in zijn woning die sinds november 2009 te koop staat. Daarna verhuurt A de woning tweemaal voor een jaar via een makelaar. In april 2012 wordt de woning opnieuw voor een
Casus M en V zijn in algehele gemeenschap van goederen gehuwd en scheiden in 2007. Tijdens het huwelijk verkopen en leveren de ouders van M twee woningen aan hem onder voorbehoud van een recht van
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A, B, C en D zijn erfgenamen in de nalatenschap van hun in 1985 overleden vader. Tot de nalatenschap behoort een woning welke D sinds 1966 van zijn vader huurt en waarin hij woont. De erfgenamen
Casus M en V zijn in 1978 in gemeenschap van goederen gehuwd. In 1983 is de echtscheiding tussen M en V uitgesproken. De woning wordt na de echtscheiding aan M toebedeeld. In het echtscheidingsconvenant