Casus E heeft in zijn testament onder meer ten laste van zijn dochter D aandelen in een BV gelegateerd aan zijn zoon Z tegen de waarde in het economische verkeer. E heeft in zijn testament ten aanzien
Casus Krachtens ouderlijke boedelverdeling hebben de kinderen van erflater een niet-opeisbare vordering gekregen op hun moeder. De inspecteur heeft conform art. 21 SW de aanslagen berekend en aan moeder
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X ontvangt op 12 december 2013 van zijn buurvrouw, met wie hij een relatie heeft, een schenking van € 60.000. Dit geld gebruikt hij om zijn hypotheekschuld af te lossen. In de aangifte schenkbelasting
Casus A is eigenaar van een pand waarin hij een kantoorboekhandel exploiteert. Voor de toegang tot de achterzijde van de winkel maakt A gebruik van een recht van erfdienstbaarheid van weg over het perceel
Casus A en B hebben hun gezamenlijke eigen woning (in de zin van artikel 3.111 lid 1 Wet IB 2001) in 2017 zowel geheel als gedeeltelijk verhuurd via een verhuurbedrijf. Het geschil spitst zich toe op
Casus Belanghebbende X heeft alle aandelen in A BV geschonken gekregen van zijn vader. Op de schenking is de voorwaardelijke vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) toegepast (art. 35b
Casus X BV verkrijgt een aantal appartementen met omzetbelasting. X BV trekt deze btw af omdat het voornemen bestaat om deze nieuwe appartementen door te verkopen. Omdat de verkoopmarkt in 2013 slecht
Casus A BV is houder van een klein deel van de uitstaande aandelen in B BV. De overige geplaatste aandelen zijn in handen van derden. Op 17 augustus 2010 wordt een algemene vergadering van aandeelhouders
Casus M en V zijn in gemeenschap van goederen getrouwd en gaan scheiden. Tussen partijen is een partneralimentatie afgesproken van € 1.915 per maand, die M aan V dient te betalen . Dit bedrag wordt aanzienlijk
Casus X heeft in 2005 krachtens erfopvolging een onverdeeld één derde aandeel in de eigendom van een woning verkregen. De woning is vervolgens voor het geheel aan X toegedeeld (art. 3:182 BW), onder de
Casus Erflater E wil zijn partner V na zijn overlijden een levenslange uitkering nalaten van netto € 3.000 per maand. Op advies van zijn belastingadviseur regelt E dit door een aanpassing van de stamrechtovereenkomsten
Casus X is ten gevolge van een verkeersongeval in 1998 afhankelijk geworden van de hulp van zorgverleners. Haar vermogen is in 1999 onder bewind gesteld. In 2012 heeft X na eerdere voorschotbetalingen
Casus Vader V en zoon Z hebben in 2002 in verband met een door Z met de bank gesloten financieringsovereenkomst, aan de bank recht van hypotheek verleend op een aan V en Z gezamenlijk toebehorend winkelpand
Casus X BV heeft een aantal appartementsrechten in een service-appartementencomplex. In het splitsingsreglement is vastgelegd dat het gebouw en de privé-gedeelten de bestemming 'seniorenhuisvesting' hebben
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus T ot de nalatenschap van de in 2003 te Zwitserland overleden erflater E zijn diens drie kinderen gerechtigd, twee zoons Z1 en Z2 en een dochter D. In het door overlijden bekrachtigde testament van
Casus Tussen een Nederlandse BV (hierna: X BV) en een Zuid-Afrikaanse Ltd (hierna: Y Ltd) is een overeenkomst gesloten die Y Ltd recht geeft bepaalde koffie en koffieproducten te verkopen. Om
Casus M is gehuwd met V. M heeft een aangifte IB/PVV ingediend waarin het gezamenlijke inkomen van M en V is opgenomen. De belasting is door M voldaan. Een maand later heeft M een gewijzigde aangifte
Casus A is enig aandeelhouder van X BV en van B BV. De activiteiten van X BV en B BV bestaan uit het uitvoeren van een pensioenregeling ten behoeve van A en voor X BV voorts uit aan musicals gelieerde
Casus X heeft een nieuw gebouwd complex geleverd gekregen voor een koopprijs van € 5.670.000, inclusief € 984.049 omzetbelasting. Op het dak van het complex zijn 232 niet-geïntrigeerde zonnepanelen
Casus X BV is opgericht door A, B, C en D. De vier oprichters zijn elk voor 25% aandeelhouder. A, B en C zijn de enige bestuurders. D is vooral financier. In de tussen de aandeelhouders geldende aandeelhoudersovereenkomst
Casus M en V waren gehuwd buiten iedere gemeenschap van goederen, met een – niet verjarend – periodiek verrekenbeding ten aanzien van overgespaarde inkomsten. Zij scheidden in 2011 van echt. V had bij
Op welk moment vindt voor de Successiewet de schenking plaats wanneer aan de schenking een opschortende voorwaarde is verbonden? Is dit het moment waarop de schenkingsovereenkomst is gesloten of het moment
Casus A heeft samen met B 40 huurwoningen in eigendom waarover in 2014 verhuurderheffing is verschuldigd (art. 1.4 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II). Omdat er meer dan één genothebbende van de huurwoningen