Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
18-05-2021
ECLI:NL:GHARL:2021:4884
Casus Erflater E heeft in zijn testament zijn echtgenote V en zijn kinderen benoemd tot erfgenaam. Ook is opgenomen dat, indien V de nalatenschap verwerpt, aan haar een legaat van inboedel en vruchtgebruik
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
24-03-2015
ECLI:NL:GHARL:2015:2134
Casus M en V zijn in 2009 gehuwd in gemeenschap van goederen. M heeft in 2012 een verzoek tot echtscheiding ingediend. De echtscheiding is in 2013 tot stand gekomen. Bij de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
16-03-2016
ECLI:NL:GHDHA:2016:1028
Casus M en V waren gehuwd na het maken van huwelijkse voorwaarden, inhoudende uitsluiting van gemeenschap van goederen en een periodiek verrekenbeding. De voormalige echtelijke woning valt in een tussen
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
12-06-2018
ECLI:NL:GHARL:2018:5401
Casus M en V hebben een affectieve relatie gehad en hebben samengewoond. Uit de relatie zijn twee kinderen geboren. In augustus 1993 hebben partijen een notariële samenlevingsovereenkomst opgesteld. In
Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland
09-05-2018
ECLI:NL:RBNHO:2018:4178
Casus Erflaatster E laat 97 erfgenamen na. Alle erfgenamen, op één na (hierna A), hebben haar nalatenschap zuiver aanvaard (art. 4:190 lid 1 BW). De Kantonrechter heeft wegens het verstrijken van de
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Gravenhage
16-03-2011
ECLI:NL:GHSGR:2011:BP8941
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
06-03-2012
ECLI:NL:GHSHE:2012:BV9349
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Hoge Raad
27-01-2023
ECLI:NL:HR:2023:96
Casus V en M waren gehuwd in de wettelijke gemeenschap van goederen. V heeft tijdens haar huwelijk uit de nalatenschap van haar vader een bedrag van circa € 172.000 onder uitsluitingsclausule verkregen
Rechtspraak
Gerechtshof Leeuwarden
02-10-2012
ECLI:NL:GHLEE:2012:BX9167
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder ‘Procedureverloop’.
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
21-11-2017
ECLI:NL:GHDHA:2017:3509
Casus M en V hebben enige tijd met elkaar samengewoond zonder samenlevingsovereenkomst. De woning waarin ze hebben samengewoond behoort uitsluitend in eigendom toe aan M. Deze woning is in 2011 verbouwd
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
15-11-2016
ECLI:NL:GHAMS:2016:4608
Casus M en V zijn na het maken van huwelijkse voorwaarden gehuwd met uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen. De huwelijkse voorwaarden bevatten een (verreken)beding ten aanzien van de kosten van
Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland
11-10-2018
ECLI:NL:RBMNE:2018:5021
Casus X is voornemens een mobiele mantelzorgwoning te plaatsen op het perceel van zijn dochter. Daartoe heeft X bij de gemeente een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met overlegging van
Rechtspraak
Hoge Raad
06-10-2017
ECLI:NL:HR:2017:2549
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam
09-02-2005
ECLI:NL:RBROT:2005:AT5302
Casus X en Y zijn eigenaren van twee aan elkaar grenzende percelen. De erfgrens werd tot 1966 gevormd door een sloot, waarbij de grens in het midden van de sloot lag. Vlak langs de sloot stond op het
Rechtspraak
Hoge Raad
27-03-2015
ECLI:NL:HR:2015:762
Casus M en V zijn in 1991 van echt gescheiden. Destijds is de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap verdeeld. De pensioenrechten van M zijn niet in de verdeling betrokken. Thans vordert V dat M wordt
Rechtspraak
Hoge Raad
07-12-2012
ECLI:NL:HR:2012:BY0957
Casus Twee ex-echtgenoten procederen over de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap. In een beschikking van rechtbank Rotterdam van 16 februari 2011 (brondocument niet beschikbaar) werd geoordeeld
Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland
21-06-2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:9059
Casus X en Y hebben een voortdurend recht van erfpacht verkregen van een perceel grond. Op het perceel hebben ze voor eigen gebruik een woning met bedrijfsruimte gesticht. In eigen beheer hebben X en
Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam
03-06-2015
ECLI:NL:RBROT:2015:3944
Casus Op 23 april 1979 heeft de Gemeente R aan de rechtsvoorgangers van A twee percelen grond in erfpacht uitgegeven. De Gemeente R is eigenaar van twee aangrenzende percelen grond. Deze aangrenzende
Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland
03-10-2013
ECLI:NL:RBNHO:2013:12843
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
11-08-2022
ECLI:NL:GHAMS:2022:2450
Casus X verkrijgt in juni 2018 50% van de aandelen in H BV, die kwalificeert als OZR in de zin van art. 4 WBR. H BV bezit een (voormalig) kantoorgebouw waarvan enkele etages zijn verbouwd tot units/
Rechtspraak
Parket bij de Hoge Raad
14-02-2025
ECLI:NL:PHR:2025:202
Casus A BV heeft in 2018 een perceel gekocht met daarop een woning met aanhorigheden. Het perceel is gesplitst in acht kavels en een perceel dat is aangewend voor de aanleg van infrastructuur, waaronder
Rechtspraak
Rechtbank Den Haag
16-12-2021
ECLI:NL:RBDHA:2021:15348
Casus X en zijn echtgenote Y verkrijgen in 2016 een perceel grond met een berging-stalling. De in de jaren ‘60 op dit perceel gebouwde woning is in 1966 volledig afgebrand, de niet-belendende berging-stalling
Rechtspraak
Rechtbank Gelderland
15-04-2022
ECLI:NL:RBGEL:2022:1917
Casus Erflaatster (moeder van X) is overleden op 30 juli 2018. Erflaatster was in koude uitsluiting gehuwd met haar echtgenoot (vader van X). Bij testament heeft erflaatster haar echtgenoot onterfd en
Rechtspraak
Hoge Raad
07-10-2011
ECLI:NL:HR:2011:BT6709
Art. 13 lid 1 WBR bepaalt dat als dezelfde goederen binnen zes maanden na een vorige verkrijging door een ander worden verkregen, de heffingsmaatstaf voor de overdrachtsbelasting wordt verminderd met het
Rechtspraak
Hoge Raad
18-09-2020
ECLI:NL:HR:2020:1440
Casus X heeft een kantoorpand laten bouwen en de op de bouwkosten drukkende omzetbelasting in aftrek gebracht. In 1995 heeft X de economische eigendom van het kantoorpand verkocht aan Y. Op 30 december