Wetstoelichtingen
1 Algemeen
In beginsel bepaalt de inschrijving in de openbare registers de rang van het goederenrechtelijke recht. In 1992 is in de wet de rangwisselingsfiguur geïntroduceerd die bestaat in de mogelijkheid
Wetstoelichtingen
1 Inleiding
In een hypotheekakte komen bedingen van verschillende aard voor. In de eerste plaats de zogenaamde hypotheekbedingen, regels die ook verbindend zijn voor de rechtsopvolger van de hypotheekgever
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De bepalingen omtrent het retentierecht staan in art. 3:290 e.v. BW. Het retentierecht is een opschortingsrecht. De definitie van het retentierecht staat in art. 3:290 BW: 'Retentierecht is
Wetstoelichtingen
1 Hoofdregel Een rechtsplicht moet worden nagekomen. Art. 3:296 BW bepaalt dan ook dat wie jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten daartoe, op vordering van die ander, door
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In het geval dat twee of meer schuldeisers in een procedure ten aanzien van hetzelfde goed een recht op levering vorderen, dan gaat in hun onderlinge verhouding het oudste recht op levering
Wetstoelichtingen
1 Inleiding
Wanneer een schuldenaar zijn verbintenis om iets te doen niet nakomt, kan de schuldeiser door de rechter worden gemachtigd om zelf deze verbintenis te doen uitvoeren op kosten van de schuldenaar
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Indien iemand is gehouden een bepaalde rechtshandeling te verrichten maar dit nalaat, kunnen tegen hem verschillende rechtsvorderingen worden ingesteld om hem te dwingen alsnog na te komen
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Op grond van art. 3:302 BW is het mogelijk om een verklaring voor recht te verzoeken bij de rechter. Hierbij stelt de rechter de rechtsverhouding tussen partijen vast en wijst hij bij toewijzing
Wetstoelichtingen
1 Collectieve schadevergoedingsactie (WAMCA)
Op 1 januari 2020 is de Wet Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van massaschade
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Elke gerechtigdheid tot een goed kan verjaren, dus ook een rechtsvordering. Art. 3:306 BW bevat de hoofdregel voor verjaring van rechtsvorderingen: tenzij de wet anders bepaalt, verjaart
Wetstoelichtingen
De stukken vanaf 1995 zijn raadpleegbaar via https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ waarbij onder meer de volgende wetsvoorstellen van belang zijn: Kamerstukken 17 141 (Invoeringswet Boek 4
Wetstoelichtingen
Met betrekking tot Titel 5 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek is geen toelichting opgenomen. U kunt de actuele tekst van de wet raadplegen op het tabblad 'Wettekst'.
Wetstoelichtingen
1 Soorten erfopvolging: niet altijd automatisch plaatsvervulling (art. 4:1 BW) Erfopvolging kan op twee verschillende manieren plaatsvinden: (1) op grond van de wet (ab intestato) en (2) op grond van
Wetstoelichtingen
1 Belemmeren om erfrechtelijke bevoegdheden uit te oefenen (art. 4:4 lid 1 BW) 1.1 Nietige rechtshandelingen Een rechtshandeling die is verricht vóór het openvallen van een nalatenschap is nietig,
Wetstoelichtingen
1 Betalingsregeling voor geldschulden ontstaan door erfrecht Het erfrecht kan geldvorderingen doen ontstaan, bijvoorbeeld wegens een som ineens, een legitimaire vordering of een vordering wegens onderbedeling
Wetstoelichtingen
1 Tijdstip waardering goederen van de nalatenschap Art. 4:6 BW bepaalt dat het tijdstip voor het berekenen van de waarde van de nalatenschapsgoederen het tijdstip is onmiddellijk na het overlijden van
Wetstoelichtingen
1 Schulden van de nalatenschap: aansprakelijkheid en welke schulden vallen eronder Aansprakelijkheid van erfgenamen voor de schulden van de nalatenschap vloeit niet voort uit art. 4:7 BW, maar uit art
Wetstoelichtingen
1 Bestaansvereiste
Voor het ab intestaat erfrecht geldt een uitdrukkelijke bestaanseis in art. 4:9 BW: een erfgenaam moet bestaan op het moment dat de nalatenschap openvalt.
Voor het testamentaire
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Was een erflater ten tijde van zijn overlijden gehuwd (hierna wordt onder huwelijk het geregistreerd partnerschap begrepen) en laat hij naast zijn echtgenoot ook kinderen achter, dan is de
Wetstoelichtingen
1 Algemeen
Art. 4:27 BW bevat een bijzondere bepaling voor de erflater die wenst de eigen kinderen en de stiefkinderen gelijk te behandelen door een stiefkind als eigen kind in de wettelijke verdeling
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De quasi-wettelijke verdeling (hierna: ‘QWV’) is een testamentaire variant op de wettelijke verdeling (art. 4:13 BW, vergelijk ook de ouderlijke boedelverdeling ). In de praktijk wordt
Wetstoelichtingen
1 Voortgezet recht tot bewoning (art. 4:28 BW) 1.1 Aan wie komt het recht toe en voor hoe lang (termijn)? Indien de woning die de echtgenoot van de erflater bij diens overlijden in gebruik toekwam
Wetstoelichtingen
1 Kenmerken uiterste wilsbeschikking 1.1 Definitie en soorten uiterste wilsbeschikkingen Een uiterste wilsbeschikking is: een ongerichte eenzijdige rechtshandeling ( art. 3:32 en 3:33 BW
Wetstoelichtingen
Art. 4:47 BW gaat over het vervallen van een uiterste wilsbeschikking. De uiterste wilsbeschikking vervalt in beginsel zonder dat daar een andere beschikking voor in de plaats mag worden gesteld, indien
Wetstoelichtingen
Art. 4:48 BW is een aanvulling van een uiterste wilsbeschikking door de wet. Indien in een uiterste wil twee of meer personen tot hetzelfde, al dan niet voor bepaalde delen, zijn geroepen en de beschikking