Casus A heeft een woonhuis op een executoriale veiling gekocht. Het dak van de serre behorende bij het woonhuis lekte. Naar aanleiding van deze lekkage heeft A het dak laten vervangen, waarna B het huis
Casus In 2009 verkrijgt X tweederde deel van de aandelen in A BV. Het doel van A BV is het verwerven, restaureren, in standhouden en vervreemden van monumenten. In de door de notaris opgestelde aangifte
C asus X krijgt via notaris N een woning geleverd. Nadien blijkt dat op de woning de bestemming dienstwoning rust. Daarmee beantwoordt de geleverde woning niet aan de koopovereenkomst. X stelt
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus De notaris heeft in de periode van januari 2017 tot en met maart 2018 diverse ondernemingsrechtelijke dossiers behandeld, betreffende de oprichting van BV's en de overdracht van aandelen. Het BFT
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Deze zaak betreft de uitleg van een parkeerovereenkomst waarin onder meer een door A aan B te betalen beschikbaarheidsvergoeding is opgenomen voor het geval minder parkeerabonnementen worden afgenomen
Casus Tussen V en K is een notariële koopovereenkomst gesloten met betrekking tot een woning. Later is de koopsom van de woning verlaagd naar aanleiding van een bouwtechnische keuring. Ook de termijnen
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X BV exploiteert een expeditie-, opslag-, cargadoors- en stuwadoorsbedrijf. Sinds 2000 heeft X BV een opstalrecht op een van de gemeente gehuurd terrein. In 2002 heeft een zustermaatschappij van
C asus M en V zijn gehuwd onder huwelijks voorwaarden inhoudende een eenvoudige gemeenschap van inboedel, een periodiek verrekenbeding van inkomens en een finaal verrekenbeding. Het finaal verrekenbeding
Casus Erflaatster (E) en haar man (M) zijn gehuwd onder koude uitsluiting met een finaal verrekenbeding. In de akte van huwelijkse voorwaarden, verleden in 2006 is in art. 7 lid 1 opgenomen: ‘1. Indien
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus De enig erfgename van een overleden aandeelhouder (E) was statutair verplicht de door E gehouden aandelen in een BV aan de overige aandeelhouders te koop aan te bieden. De erfgename bleef daarmee
Casus X is enig erfgenaam van zijn overleden moeder en verzoekt de gemeente om de historische adresgegevens van zijn moeder aan hem te verstrekken. De gemeente wijst dit verzoek af. In geschil is onder
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A is in 1996 naar Noorwegen verhuisd. Hij is eigenaar van in Nederland gelegen onroerende zaken. Als A met zijn echtgenote in Nederland is, verblijven zij in de woning. De woning wordt niet verhuurd
Casus A en een derde verkrijgen elk exact een gelijk aandelenpakket (20%) in hetzelfde onroerendezaaklichaam voor dezelfde prijs. A is terzake van deze verkrijging overdrachtsbelasting verschuldigd
De Hoge Raad heeft op 11 juli 2014 geoordeeld dat art. 2 lid 2 WBR voldoende concreet is en daarom niet onverenigbaar met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM.
Hof Amsterdam oordeelt dat de heffing van overdrachtsbelasting niet in strijd is met art. 1 eerste protocol EVRM. Naar het oordeel van het Hof heeft de wetgever de hem toekomende ‘wide margin of appreciation