Casus Belanghebbende B heeft in 2001 stichting A opgericht met onder andere als statutair doel het bevorderen van de goede berichtgeving aan gelovigen over de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland en Vlaanderen
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. M verkoopt een perceel grond aan kind X. M overlijdt. Hij heeft als erfgenamen achtergelaten zijn drie kinderen (X, Y en Z) en V. Vervolgens overlijdt
Casus M en V zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. M verkoopt percelen grond aan kind X. M overlijdt. Hij heeft als erfgenamen achtergelaten zijn drie kinderen (X, Y en Z) en V. Vervolgens overlijdt
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'
Casus X is enig aandeelhouder van een BV. De BV heeft voor € 2 mln alle aandelen in twee deelnemingen overgedragen aan een andere vennootschap waartoe X gerechtigd is. In de betreffende koopovereenkomst
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. M en V hebben een Liechtensteinse Stiftung doen oprichten, welke wordt bestuurd door derden. Na de oprichting hebben M en V schenkingen gedaan aan
Casus A verkrijgt op 2 oktober 2007 een onroerende zaak die is aangemerkt als rijksmonument. Ter zake van deze verkrijging voldoet A overdrachtsbelasting. Op 15 februari 2010 verzoekt A de Staatssecretaris
Casus Met het oog op de aankoop van het voormalige CBS-complex in Heerlen is de volgende vennootschapsstructuur opgetuigd: X is enig aandeelhouder en bestuurder van A BV, A BV is enig aandeelhouder en
Casus Koper K heeft in 2007 een villa in aanbouw gekocht voor € 1,4 miljoen en daarbij de verplichting op zich genomen de reeds vervallen bouwtermijnen (ad € 446.000) te voldoen. K heeft ter zake van
Casus K is onmiddellijk bestuurder van L BV en middellijk bestuurder van M BV en O BV. Notaris N is in 2016 betrokken bij de oprichting van deze vennootschappen. N verzoekt K om zijn belastingadviseur
Casus X verwerft in 2006 een aantal percelen met het oogmerk daarop een golfbaan aan te leggen. In de akte van levering worden de percelen aangemerkt als bouwterrein in de zin van de Wet OB en wordt voor
Casus Ondernemer X koopt drie percelen grond aan waarop hij een golfcomplex wil realiseren. Op het moment van de levering is een vergunning afgegeven voor het bouwen van een clubhuis. De percelen worden
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam is een beroep op non-conformiteit gehonoreerd. Het betrof een meer dan 70 jaar oude woning. In de koopovereenkomst was een ouderdomsclausule opgenomen
Casus Erflater E is in 1981 overleden. In 2011 hebben de erfgenamen aan de Belastingdienst meegedeeld dat E ten tijde van zijn overlijden beschikte over buitenlands vermogen. In de betreffende successieaangifte
Casus X verkrijgt in november 2011 een perceel bouwgrond waarop hij een woning gaat bouwen, belast met 6% overdrachtsbelasting. Bij besluit van 1 juli 2011 (nr BLKB2011/1290M ) is vooruitlopend op een
Casus X is eigenaar van een ziekenhuislocatie dat zal worden gesloopt. X heeft het perceel verkocht aan projectontwikkelaar K met de intentie om het als bouwterrein te leveren. Voorafgaand aan de levering
Casus X heeft in 2012 geleverd gekregen een perceel grond met daarop aanwezig de fundering van een afgebrande (en nadien gesloopte) boerderij dat fungeerde als woonhuis. Voor de overdrachtsbelasting is
Casus X verwerft in 2004 een perceel grond met daarop een boerderij met koetshuis en een schuur. De boerderij en het koetshuis zijn aangemerkt als rijksmonument als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
Casus M en V zijn in 1951 gehuwd op huwelijkse voorwaarden. In 1974 – toen M notaris was in Groningen – is het huwelijksgoederenregime met toestemming van de Rechtbank gewijzigd in algehele gemeenschap
Casus Erflaatster E was belast met de voogdij over haar kleinkind Y. Na het overlijden van E blijkt in haar testament een testamentaire voogdijaanwijziging te zijn opgenomen betreffende haar dochter D
Casus Broer B en zus Z zijn kinderen van erflaatster E. E is overleden en B is enig erfgenaam en executeur van haar nalatenschap. In het testament van E is aan Z gelegateerd ' een bedrag in contanten