Casus X en Y zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en wonen samen in woning A. Op 8 mei 2009 kopen zij samen woning B. X en Y besluiten niet meer samen te wonen, maar mede op grond van financiële redenen
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn gehuwd. V heeft een zoon (Z) uit een eerder huwelijk. In 2009 begint Z een winkel en richt daarom X BV op. M en Z houden ieder 50% van de aandelen in X BV en Z is bestuurder. M is zelf
Casus Aan de orde is de vraag of de wettelijke verplichting voor accountants om lid te zijn van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) in strijd is met de vrijheid om niet verplicht lid
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In de splitsingsakte voor vier appartementsrechten is het volgende beding opgenomen: bestemming van de privégedeelten is woning voor privédoeleinden. Daarnaast is een verbod inhoudende exploitatie
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn in 2004 gehuwd. Op 19 september 2013 heeft M een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend en op 25 september 2013 ook V. In 2015 is de echtscheiding tussen M en V uitgesproken. In
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X is meerdere jaren via een thuiszorgorganisatie als verzorgster van E werkzaam geweest. Vanwege de relatie die X met E in 2015 is aangegaan, is X door de thuiszorgorganisatie ontslagen. Na haar
Casus Het testament van erflater E bevat een tweetrapsmaking waarin hij zijn echtgenote X tot bezwaarde benoemt en zijn twee kinderen tot verwachters. Nadat E overlijdt, verzoekt X de verzekeringsmaatschappij
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Het huwelijk van M en V is door echtscheiding ontbonden. M en V waren gehuwd in wettelijke gemeenschap van goederen. Tussen M en V zijn geschillen gerezen omtrent de waardering van een aantal tot
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn in 1977 onder huwelijkse voorwaarde met elkaar gehuwd. De huwelijkse voorwaarden bevatten een periodiek en een finaal verrekenbeding. In 1999 wordt de echtscheiding tussen M en V uitgesproken
Zowel artikel 13 WBR als artikel 9 lid 4 WBR voorkomen cumulatie van overdrachtsbelasting bij opvolgende verkrijgingen. Wat gebeurt er als deze twee regelingen cumuleren? Casus A verkoopt en levert
Casus In 1979 heeft A een perceel bouwterrein gekocht en van de gemeente (G) geleverd gekregen met de bedoeling dat B, familielid van A, hier zou gaan wonen. G stelde voor verwerving van het perceel
In onderstaande tekst wordt op twee procedures ingegaan: de civielrechtelijke en de tuchtrechtelijke procedure. Casus Erflater E laat zijn echtgenote X als erfgename achter. X en E waren in gemeenschap
Casus A is sinds januari 2016 eigenaar van twee percelen, grenzend aan het perceel van B. Dit perceel had B sinds 1980 in economische eigendom. In 2013 is hij ook juridisch eigenaar geworden. Tussen één
Casus M en V zijn buiten iedere gemeenschap van goederen gehuwd en wonen in een woning die geheel in eigendom toebehoort aan V. Op de woning rust een hypothecaire geldlening waar M en V beiden hoofdelijk
Casus In 2002 heeft Y BV aan X 21% van de waardeontwikkeling van de hoofdgerechtigdheid van een perceel grond overgedragen onder voorbehoud van een economisch recht van erfpacht. Op het perceel grond
Casus Stel een onroerende zaak komt zonder heffing van overdrachtsbelasting in een concern, doordat de aandelen in een werkmaatschappij worden aangekocht waartoe deze onroerende zaak behoort. Vervolgens
Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat ook de verkrijging van de economische eigendom van aandelen in een onroerendezaaklichaam onder het bereik van art. 2 lid 2 WBR valt. Hof Den Haag heeft deze uitspraak
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Vader V verkoopt tijdens leven in Nederland gelegen onroerende zaken aan zijn zoon Z, er wordt niet geleverd (economische eigendomsoverdracht). Twee jaar na de economische eigendomsoverdracht overlijdt