Casus X BV kocht van Y BV een tijdelijk recht van erfpacht van een perceel in Rotterdam voor € 3.440.000 (met een waarborgsom van 10% van de koopsom). In de overeenkomst was bepaald dat X BV aansprakelijk
Casus Een stichting die basisonderwijs aanbiedt heeft de Rechtbank verzocht om een statutenwijziging op grond van art. 2:294 BW, aangezien zij haar statutaire grondslag wil wijzigen om beter aan te sluiten
Casus Een (Pools) echtpaar A en B is in wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd. Volgens het Poolse recht kan een tot de gemeenschap behorend goed slechts door beiden echtgenoten samen worden vervreemd
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X is eigenaar van een pand en heeft A ingehuurd voor de bouw van een kelder. A heeft bouwveiligheidsplan opgesteld, waarin staat dat risicovolle werkzaamheden zullen worden uitgevoerd die mogelijk
Casus X verkrijgt op 31 juli 2020 een pand. De verkrijging betreft een in 1800 (vermoedelijk) als woning gebouwd pand. Uit verstrekte vergunningen voor het uitvoeren van verbouwingen in de periode van
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Echtgenoten M en V hebben vier kinderen. V overlijdt en heeft bij uiterste wil over haar nalatenschap beschikt. In haar testament heeft zij M en de kinderen tot haar enige erfgenamen benoemd en
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X BV was enig aandeelhouder van Y BV. De algemene vergadering heeft Y BV ontbonden en uitgeschreven uit het handelsregister. De enige baten die Y BV nog had, waren aandelen in A en B BV. Dit aandelenpakket
Casus X maakt bezwaar tegen een aan hem opgelegde aanslag erfbelasting. De aanslag is gebaseerd op een verkrijging door X van € 323.300 uit de nalatenschap van zijn vader (E). Onder deze verkrijging
Casus A schenkt de certificaten in STAK 1 aan X en de certificaten van STAK 2 aan Y. Deze twee STAK’s hebben ieder een 50% belang in de holding BV 1. Deze holding staat aan het hoofd van een uitgebreide
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X heeft in haar aangifte IB/PH 2019 cryptovaluta, waaronder bitcoins en altcoins, als overige bezittingen in box 3 aangegeven. In geschil is of deze cryptovaluta terecht als vermogensbestanddelen
Casus X is oprichter en enig bestuurder van een Stichting Administratiekantoor (STAK). In 2017 houdt de STAK alle aandelen in H BV. De STAK heeft ter zake van die aandelen certificaten uitgegeven die
Casus Verkoper (V) draagt aandelen in X BV over aan koper (K). In de leveringsakte is een relatiebeding opgenomen op grond waarvan het V is verboden om contact op te nemen met cliënten van de X BV, op
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X en erflater (E) zijn in 1982 gehuwd onder algehele uitsluiting van goederen, winst, verlies, vruchten en inkomsten. In 2005 heeft E X benoemd tot zijn enige erfgename en in dat jaar zijn zij
Casus Een Stichting heeft een verzoek ingediend bij de Rechtbank om op grond van art. 2:299 BW een nieuw lid en/of voorzitter van de Raad van Toezicht te benoemen, omdat alle leden van de Raad van
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn tijdens hun relatie een samenlevingsovereenkomst aangegaan. Hierin zijn ze onder meer overeengekomen dat vergoedingsrechten direct opeisbaar zijn, tenzij de redelijkheid en billijkheid
Casus M en V zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden met een finaal verrekenbeding bij overlijden. M overlijdt in 2021 op 82-jarige leeftijd. V stelt dat zij op grond van het finaal verrekenbeding schuldeiser
Casus X BV heeft aandelen verkregen in een OZR. De OZR bezit onder meer een perceel grond. Ten aanzien dit perceel doet X BV een beroep op de samenloopvrijstelling ( art. 15 lid 1 onder a WBR ) omdat