Casus M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. In 2012 overlijdt V. Tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behoorden alle aandelen in A BV. Door het overlijden van V zijn pensioen- en lijfrenteverplichtingen
Casus Erflater E laat achter zijn echtgenote V en zijn drie kinderen A, B en C. E en V waren in gemeenschap van goederen gehuwd. Tot de huwelijksgoederengemeenschap behoorde onder andere een 10% middellijk
Casus In 2009 overlijdt erflaatster E. Tot haar nalatenschap behoren aanmerkelijk belangaandelen in verschillende vennootschappen. De vennootschappen houden zich bezig met verhuur van woningen en bedrijfspanden
Casus In november 2010 is erflater E overleden. E was in gemeenschap van goederen gehuwd met V. Tot de huwelijksgoederengemeenschap behoort een aandelenbelang van 6,89% in A BV. De helft van dit belang
Casus Erflaatster E was met Z gehuwd tot zijn overlijden in 2004. E overlijdt in 2007. X is haar pleegdochter en enige erfgenaam. Tot de nalatenschap van E behoren aandelen in Z beheer BV. X doet geen
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A is eigenaar van een perceel waarop zich een vrijstaande woning, een theetuin en een boomkwekerij bevinden. Verder staan er diverse opstallen, waaronder een aantal tuinbouwkassen. De heffingsambtenaar
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X verkrijgt op 19 december 2014 een schenking van zijn vader, bestaande uit certificaten van aandelen die 20% van het aandelenkapitaal vertegenwoordingen in A (holding-)BV. De certificaten behoorden
Casus A is tot zijn overlijden op 18 maart 2014 enig certificaathouder in X BV. De activiteiten van X BV bestaan uit de exploitatie van onroerende zaken door middel van verhuur en projectontwikkeling.
Casus A is indirect directeur-grootaandeelhouder bij A BV. In 2007 is A BV een financierings-en kredietovereenkomst aangegaan met de bank. De financiering ziet op de inkoop in een maatschap waarin A indirect
Casus A en B zijn gewezen samenlevingspartners. Ter financiering van de aan A in eigendom toebehorende woning zijn zij - voordat hun samenwoning werd verbroken - een geldlening aangegaan bij een bank.
Casus In 2014 verstrekt Bank A een lening aan X BV van circa € 4 miljoen. Tot zekerheid heeft B, enig aandeelhouder en bestuurder van X BV, een borgtocht van € 500.000 afgegeven aan Bank A. Deze borgtocht
Casus X is zelfstandig bestuurder van A BV. Op 1 juli 2007 heeft A BV een bedrag van € 2.000.000 geleend van Y. X stelt zich bij de akte borg ten behoeve van Y voor de betaling van al hetgeen de schuldeiser
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In de huurovereenkomst tussen A en B is aan A de koopoptie verleend om na afloop van de huurovereenkomst de onroerende zaken te kopen. Na afloop van de huurovereenkomst wenst A de onroerende zaken
Casus Het perceel van A grenst aan de percelen van B en C. De rechtsvoorganger van A heeft in 1975 een betonnen muur op zijn perceel gebouwd. C heeft in 2011 een hek tegen deze muur geplaatst. Bij een
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus De levering van een bouwterrein is van rechtswege belast met omzetbelasting (artikel 11.1.a.1 juncto 11 lid 4 Wet OB). Als een perceel grond is bewerkt met het oog op toekomstige bebouwing, zodat
Casus In 1996 is moeder (M) in een psychiatrische instelling opgenomen. Zoon (Z) woont sindsdien in de woning van M, waarvoor hij aan M geen vergoeding betaalt. In geschil is of de woning van M tot
Casus A heeft op 31 december 2004 een prijs van € 20 miljoen euro gewonnen in de Staatsloterij. Hij ontvangt de prijs op 4 januari 2005. In geschil is of de prijs tot de rendementsgrondslag op 31 december
Casus X en partner Y hebben samen in 2018 € 1,3 miljoen vermogen. Zij hebben hieruit aan rente en dividenden € 26.427 genoten. X en Y bewonen een woning zonder hypothecaire schuld. X heeft na aftrek van
Casus X en zijn partner hebben in 2017 en 2018 een grondslag sparen en beleggen van respectievelijk € 977.077 en € 998.081, waarover respectievelijk €12.705 en €11.969 inkomstenbelasting is geheven.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.