Wetstoelichtingen
1 Inleiding Voor de heffing van erf- en schenkbelasting speelt de woonplaats van de erflater of schenker een belangrijke rol. Erfbelasting wordt alleen geheven als de erflater ten tijde van het overlijden
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Voor de heffing van erf- en schenkbelasting is vereist dat de erflater of de schenker in Nederland woonde ten tijde van het overlijden respectievelijk de schenking. Met betrekking tot het
Wetstoelichtingen
1 Fiscale gevolgen van vaststelling van vermissing De heffing van erfbelasting sluit aan bij het overlijden van de erflater. Art. 4 SW voorziet in een regeling voor gevallen waarin niet zeker is of,
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Art. 5 lid 1 SW bepaalt dat erfbelasting wordt geheven van hetgeen ieder verkrijgt, na aftrek van zijn aandeel in de volgens op grond van de Successiewet voor aftrek in aanmerking komende
Wetstoelichtingen
1 Inleiding De Successiewet 1956 sluit ten aanzien van verkrijgingen aan bij het civielrechtelijke verkrijgingsbegrip. Indien civielrechtelijk geen sprake is van verkrijging krachtens erfrecht of schenking
Wetstoelichtingen
1 Vermindering heffingsmaatstaf met hetgeen is opgeofferd/bedongen (art. 7 lid 1 SW) Art. 7 lid 1 SW bepaalt dat in geval van een fictieve verkrijging krachtens erfrecht op grond van art. 8 , 10
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Een erflater kan op goederen een vermelding aanbrengen dat deze goederen toebehoren aan een ander. Denk bijvoorbeeld aan een sticker met een naam van iemand (de rechthebbende) op een kunstwerk
Wetstoelichtingen
1 Inleiding De verschuldigdheid van rente op geldvorderingen die zijn ontstaan bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot, kan worden ingezet als instrument om de nalatenschap van de echtgenoot
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Door het maken van contractuele afspraken kunnen mede-eigenaren bedingen dat bij een bepaalde gebeurtenis of het overlijden van een van hen het aandeel van de ene mede-eigenaar zal verblijven
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Wanneer iemand een levensverzekering afsluit op zijn leven en hij benoemt een ander als begunstigde, dan verkrijgt de begunstigde op grond van een zelfstandig recht van de verzekeringsmaatschappij
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Aandelen of winstbewijzen van een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal die door een ander dan de erflater worden gehouden en bij die ander behoren tot een aanmerkelijk belang
Wetstoelichtingen
In art. 14 SW wordt de opzegging van een beperkt recht voor de toepassing van de Successiewet gelijkgesteld met de verkrijging van dat recht door degene ten behoeve van wie de opzegging heeft plaatsgevonden
Wetstoelichtingen
1 Algemeen De bezittingen en de schulden van een afgezonderd particulier vermogen (APV) die op grond van art. 2.14a Wet IB 2001 aan de erflater tot aan zijn overlijden zijn toegerekend, worden geacht
Wetstoelichtingen
De vraag of sprake is van een vruchtgebruik of periodieke uitkering is vooral van belang voor de toepassing van art. 10 SW en de waarderingsregels van art. 21 lid 11 en 21 lid 14 SW . Art.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding De grondslag voor de heffing van erfbelasting is al hetgeen iemand krachtens erfrecht verkrijgt van iemand die (fictief) op dat moment in Nederland woonde ( art. 1 lid 1 onder 1 SW ), eventueel
Wetstoelichtingen
De redactie van Vakstudie Nieuws is van mening dat de periode waarbinnen de renteafspraak wordt gevolgd voor de erfbelasting te kort is (V-N 2022/33.11).
Wetstoelichtingen
1 Courante effecten/aandelen Voor de waardering van courante effecten of aandelen bevat art. 21 lid 3 SW een waarderingsregel. Verwezen wordt naar aandelen die zijn 'aangewezen krachtens art. 5.21 Wet
Wetstoelichtingen
Vooruitlopend op de wetswijziging was deze uitzondering voor de jaren 2010 tot en met 2013 al opgenomen in twee beleidsbesluiten ( MvF 25 november 2011, nr.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding In de Successiewet 1956 (hierna: Successiewet of SW) geldt de hoofdregel dat hetgeen dat wordt verkregen in aanmerking wordt genomen voor de waarde die daaraan op het moment van de verkrijging
Wetstoelichtingen
In het geval een recht van erfpacht op de woning rust, wordt de waarde van de woning verminderd met de gekapitaliseerde waarde van de erfpachtcanon ( art. 5.20 lid 4 Wet IB 2001 jo art. 17b UB IB
Wetstoelichtingen
Mede gelet op twee procedures die bij de Hoge Raad aanhangig waren heeft de Staatssecretaris van Financiën in twee beleidsbesluiten ( MvF 25 november 2011, nr BLKB2011/1541M en MvF 2 juli 2013, nr
Wetstoelichtingen
1 Inleiding
De waarde van een verkrijging onder de last van vruchtgebruik, een beperkt recht of periodieke uitkering wordt gesteld op de waarde in onbezwaarde staat verminderd met de waarde van de last
Wetstoelichtingen
Waardering eenheid van goederen
In aanvulling op art. 21 lid 1 SW, waarin is bepaald dat het verkregene in aanmerking wordt genomen naar de waarde in het economische verkeer, moet een complex van goederen
Wetstoelichtingen
1 Inleiding
De waardering van een recht van vruchtgebruik, een periodieke uitkering of een beperkt recht is afhankelijk van het jaarlijkse genot/rendement en de (verwachte) duur van het vruchtgebruik
Wetstoelichtingen
1 Algemeen Als de langstlevende alle goederen en schulden van de nalatenschap krachtens de wettelijke verdeling verkrijgt en aan de kinderen hun erfdeel moet schuldig erkennen, is deze over de niet-opeisbare