Rechtspraak
Hoge Raad
11-09-2015
ECLI:NL:HR:2015:2499
Casus M en V hebben in 2008 van de ouders van V een kavel grond gekocht. In de koopovereenkomst is een ontbindingsclausule opgenomen op grond waarvan de koopovereenkomst kan worden ontbonden indien de
Rechtspraak
Hoge Raad
10-04-2020
ECLI:NL:HR:2020:645
Casus A en B zijn per 1 januari 2009 met elkaar een vennootschap onder firma aangegaan, waarin ze een agrarische onderneming exploiteerden. Het melkveebedrijf in Nederland is medio 2010 gestopt. Na
Rechtspraak
Hoge Raad
17-09-2021
ECLI:NL:HR:2021:1321
Casus X BV verhuurt ongeveer 1.100 garageboxen en 57 bedrijfsruimten. De geschatte waarde van het verhuurde vastgoed is € 10.000.000. Alle aandelen in X BV worden gehouden door M en zijn echtgenote V
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
10-09-2019
ECLI:NL:GHSHE:2019:3319
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
29-07-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:4297
Casus In 1975 is erflater E met zijn zoon Z een maatschap aangegaan ter exploitatie van een landbouwbedrijf. Na het beëindigen van de maatschap in 1988 heeft E zijn landbouwgronden verpacht aan Z, die
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
29-07-2014
ECLI:NL:GHDHA:2014:4297
Casus In 1975 is erflater E met zijn zoon Z een maatschap aangegaan ter exploitatie van een landbouwbedrijf. Na het beëindigen van de maatschap in 1988 heeft E zijn landbouwgronden verpacht aan Z, die
Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam
14-10-2020
ECLI:NL:RBROT:2020:9333
Casus In 2013 overlijdt E. E heeft aan zijn geregistreerd partner A het recht van gebruik en bewoning van zijn aandeel in de gemeenschappelijke woning gelegateerd. Voor het gebruik is geen vergoeding
Rechtspraak
Hoge Raad
30-11-2012
ECLI:NL:HR:2012:BV7390
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
20-09-2016
ECLI:NL:GHDHA:2016:3754
Casus Erflater E heeft de Nederlandse nationaliteit en is woonachtig in Portugal, waar hij in 2010 overlijdt. Bij testament, verleden voor een Portugese notaris, heeft E zijn tweede echtgenote B tot
Rechtspraak
Geschillencommissie Financiële Dienstverlening
18-02-2019
2019-125
Casus X heeft aan de bank een hypotheekrecht verstrekt op haar woning. In de hypotheekakte staat vermeld dat X tevens aan de bank een pandrecht verleent op roerende zaken die volgens verkeersopvatting
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
23-05-2017
ECLI:NL:GHAMS:2017:1956
Casus Op 28 oktober 2002 tekenen M en V een hypotheekakte, volgens de tekst waarvan zij onder meer op de hen ieder voor de onverdeelde helft toebehorende woning een derdenhypotheek verlenen voor de schuld
Rechtspraak
Hoge Raad
19-10-2012
ECLI:NL:HR:2012:BX5636
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Hoge Raad
28-09-2018
ECLI:NL:HR:2018:1810
Prejudiciële vraag Aan de Hoge Raad is door Rechtbank Amsterdam (26 februari 2018, nr C/13/641880 / KG ZA 18-55, ECLI:NL:RBAMS:2018:2546) de prejudiciële vraag voorgelegd of aanleiding bestaat bijzondere
Rechtspraak
Rechtbank Breda
23-11-2011
ECLI:NL:RBBRE:2011:BV1094
Casus Erflater is in 2006 overleden en was gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Hij dreef samen met zijn echtgenote een onderneming. In het testament van erflater zijn de echtgenote en de twee
Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
07-06-2016
ECLI:NL:GHARL:2016:4548
Casus V overlijdt in 2009 en was onder huwelijkse voorwaarden gehuwd met M. De huwelijksvoorwaarden bevatten uitsluiting van gemeenschap en een finaal verrekenbeding bij overlijden. V heeft M en zoon
Rechtspraak
Hoge Raad
10-08-2001
ECLI:NL:HR:2001:AB3243
Hof Hof Den Haag heeft geoordeeld dat onbebouwde grond in de zin van art. 11 lid 4 Wet OB ontstaat indien een gebouw geheel wordt gesloopt, zodanig dat op het perceel geen bebouwing meer over is die nog
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
24-01-2008
ECLI:NL:GHSHE:2008:BD0007
Casus A (eigenaar van een bouwkundig tekenbureau) en zijn accountant B kopen samen een stuk grond waarop zij twee woningen (naar ontwerp van A) bouwen. De percelen met woning worden vervolgens met winst
Rechtspraak
Hoge Raad
05-07-2019
ECLI:NL:HR:2019:1108
Casus In geschil is of een forfaitair rendement van 4% in box 3 over bank- en spaartegoeden en premiedepots in 2015 in strijd is met het recht op het ongestoorde van eigendom in de zin van art. 1 van
Rechtspraak
Rechtbank Overijssel
02-05-2022
ECLI:NL:RBOVE:2022:1424
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
23-09-2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:3756
Casus P, Q en R zijn sinds 1987 gezamenlijk eigenaar van het ouderlijk huis van hun inmiddels overleden moeder. Q is sinds 1982 respectievelijk 1986 eigenaar van twee erven die aan het ouderlijk huis
Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam
19-04-2016
ECLI:NL:GHAMS:2016:1507
Casus Naar aanleiding van het door M ingediende echtscheidingsverzoek en het door V ingediende verzoek tot nietigverklaring van hun huwelijk doet de vraag zich voor of het door hen in 1994 in Marokko
Rechtspraak
Hoge Raad
05-09-2014
ECLI:NL:HR:2014:2627
Casus X stelt dat A jegens haar onzorgvuldig heeft gehandeld door namens A BV c.s. verplichtingen tot verlening van eerste pandrechten aan te gaan terwijl hij wist of behoorde te begrijpen dat A BV c.s
Rechtspraak
Hoge Raad
07-03-2014
ECLI:NL:HR:2014:504
Casus V levert in 2010 een deels verhuurde onroerende zaak aan K voor een koopprijs van € 325.000. In de koopovereenkomst is opgenomen dat de koop wordt ontbonden als voor eind 2012 een hogere verkoopprijs
Rechtspraak
Hoge Raad
20-05-2022
ECLI:NL:HR:2022:720
Casus
X heeft over de jaren 2015 t/m 2018 een aanslag inkomstenbelasting opgelegd gekregen. Hierin is onder meer het voordeel uit sparen en beleggen belast. Tegen deze aanslagen heeft X bezwaar gemaakt
Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag
19-12-2019
ECLI:NL:GHDHA:2019:3380
Casus Erflaatster E heeft een testament gemaakt waarin een quasi-wettelijke verdeling is opgenomen. Dochter D heeft op grond van deze quasi-wettelijke verdeling een (in beginsel) niet-opeisbare geldvordering