Casus A en B hebben een affectieve relatie gehad en woonden samen in de woning die eigendom is van B. A is medeschuldenaar voor de hypotheeklening ten behoeve van deze woning. Na de beëindiging van de
Casus M en V zijn gezamenlijk eigenaar van twee naast elkaar gelegen woningen. Woning 1 wordt bewoond door M en V en hun twee kinderen. Woning 2 wordt voor 2/3e deel bewoond door de moeder van M. Zij
Casus Erflater E heeft als verzekeringnemer twee overeenkomsten van levensverzekering gesloten. De begunstigde van beide verzekeringen is erflaters dochter D. De aanwijzing als begunstigde had plaats
Casus Het huwelijk tussen M en V wordt na drie jaar door echtscheiding ontbonden. In hun huwelijkse voorwaarden (inhoudende koude uitsluiting) is bepaald dat wanneer het huwelijk door echtscheiding wordt
Gezien de situatie waarin X BV verkeerde, het in nieuws gekomen arrest van eind 2015 waaruit voorvloeit dat de bank de kredietfaciliteit heeft mogen beëindigen, mag worden geacht dat ook K wist van de
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Y BV heeft ter zake van de verkrijging van een onroerende zaak de btw in aftrek gebracht. Binnen de herzieningstermijn draagt Y BV de onroerende zaak over aan X BV. Voor deze levering is geen btw
Casus In 2008 heeft X BV drie panden verkocht aan particulieren. In de akten van levering wordt vemeld dat de koopsommen worden vermeerderd met 19% omzetbelasting en wordt een beroep gedaan op de vrijstelling
Casus K heeft in 2008 een appartementsrecht geleverd gekregen van A BV. In de akte van levering staat dat ter zake van de levering omzetbelasting is verschuldigd en is een beroep gedaan op de vrijstelling
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A heeft in de periode december 2001 tot en met januari 2003 tien stukken grond verworven voor een oplopende prijs van € 22 tot € 49 per m2. In de aangiften overdrachtsbelasting is voor de vaststelling
Casus M en V waren gehuwd en zijn in september 2010 gescheiden. In het echtscheidingsconvenant zijn M en V overeengekomen dat M met ingang van 1 januari 2010 maandelijks partneralimentatie moet voldoen
Casus Erflater E heeft een zevental erfgenamen die de nalatenschap hebben verworpen op 27 juni 2016. Twee van de erfgenamen hebben tevens verklaard de nalatenschap te verwerpen namens hun minderjarige
Casus Op erflater E was ten tijde van zijn overlijden de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing. Na het overlijden van E heeft de bewindvoerder een groot deel van de nalatenschap
Casus A bezit 100% van de aandelen in X BV en Y BV. A en Y BV zijn in de verhouding 90/10 eigenaar van een winkelpand. A is tezamen met X BV en Y BV vennoot in Z vof in de verhouding 45/45/10. A brengt
Casus A oefent in Bulgarije zelfstandig het beroep van gerechtsdeurwaarder uit. Hiervoor is hij BTW-belastingplichtig. A verbindt zich om als lasthebber biedingen te doen op de veiling van drie onroerende
Casus Erflater E was enig aandeelhouder van A BV en hield 20% van de aandelen B BV. De activiteiten van A BV waren gericht op het houden van aandelen en exploitatie van onroerende goederen. A BV hield
Casus De vader van A is in 2000 overleden. Destijds heeft A aangifte voor het successierecht gedaan naar een verkrijging van € 220.050. In 2014 heeft A melding gemaakt van niet aangegeven buitenlands
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
De bevoegdheid tot het vaststellen van een aanslag vervalt na 3 jaar (art. 11 lid 3 AWR). Hof Arnhem heeft geoordeeld dat indien zich na de termijn van 3 jaar een erfgenaam meldt, dit kan worden aangemerkt
Casus Erflater (A) overlijdt in 2008 met achterlating van zijn echtgenote (B) en dochter (C). B en C krijgen een heffing successierecht/erfbelasting opgelegd. Op verzoek van X wordt A zes jaar na zijn
Casus V is samen met haar echtgenoot M directeur-grootaandeelhouder (dga) van een BV. In 2012 hebben M en V een perceel grond voor € 850.000 verkocht aan de BV. De Inspecteur stelt dat de waarde van het
Casus Erflater E is ongehuwd en laat als erfgenamen achter zijn moeder M, twee broers B1 en B2 en zus Z. M verwerpt de nalatenschap van E, zodat B1, B2 en Z ieder voor gelijke delen erfgenaam zijn. B1
Casus Moeder M heeft in 2013 aan ieder van haar dochters, X en Y, een schenking gedaan van € 37.713.473. De Inspecteur heeft van X en Y de aangiftes schenkbelasting op papier ontvangen. Bij het verwerken