Casus X heeft een legaat ontvangen waarover een bewind is ingesteld. De bewindvoerder is bevoegd het bewind te beëindigen voor: de betaling of financiering van een eigen woning, een eigen onderneming
Casus Erflaatster E heeft haar twee dochters benoemd tot enig erfgenamen voor gelijke delen. Tot de in 2007 opengevallen nalatenschap behoren twee verhuurde woningen. De huurovereenkomst is mondeling
Casus B drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Tot het vermogen van zijn onderneming behoorde een schuld aan A, bestaande uit een hoofdsom en een rentebestanddeel over de hoofdsom. A
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In 1986 overlijdt A (niet-hertrouwde weduwe) . A had drie kinderen, B, C en D. In het testament van A zijn ondere andere geldbedragen gelegateerd aan C en D. B had een volmacht gekregen van C en
Casus E heeft in zijn testament een bedrag van € 150.000 aan zijn partner (P) gelegateerd en een bedrag van € 104.000 aan een derde. Daarnaast is bepaald dat indien een of meer legitimarissen aanspraak
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Samen hebben ze drie kinderen. V overlijdt op 30 juni 2008 en M overlijdt op 19 december 2008. In hun vrijwel gelijkluidende testamenten hebben zij
C asus Erflater E is in 2015 op hoge leeftijd overleden. Uit het eerste huwelijk van E zijn twee kinderen geboren X1 en X2. Uit het tweede huwelijk van erflater is Y geboren. Y is gehuwd en heeft drie
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In 1995 is de broer van X overleden. Y is de weduwe van de broer van X. De vader van X (V) is overleden in 1978 en de moeder van X (M) overlijdt in 2007. Tot de nalatenschap van M behoort een erfdeel
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'. Redactie Op 23 januari 2018 ( nr 200.215.570/01 NOT, ECLI:NL:GHAMS:2018
Casus X heeft van zijn moeder een bedrag van € 100.800 geschonken gekregen ten behoeve van de eigen woning. X was ten tijde van de schenking ouder dan veertig jaar, maar zijn partner (Y) was ten tijde
Casus Belanghebbende V drijft samen met haar echtgenoot M een tandartsenpraktijk in de vorm van een man-vrouw-firma (hierna: de VOF). M heeft een lening van € 50.000 tegen een rente van 1% per maand (
Casus Vader draagt in 1999 in het kader van een bedrijfsopvolging zijn onderneming over aan zijn meerderjarige zonen, door de aandelen die de onderneming vertegenwoordigen (vanuit zijn BV) te leveren
Casus Belastingplichtige X investeert als informal investor in E BV. De investering bestaat uit een achtergestelde converteerbare geldlening (rente 4%), een achtergestelde niet-converteerbare geldlening
Casus X heeft over 2017 aangifte IB/PVV ingediend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. In de aangegeven rendementsgrondslag is begrepen een
Casus E benoemt in 2013 bij testament haar kinderen A, B en C als erfgenamen, ieder voor gelijke delen. Dezelfde dag maakt E een levenstestament waarin zij kind B een volmacht geeft om al haar vermogensrechtelijke
Casus A is in augustus 2013 gediagnosticeerd met een vorm van dementie. Op 4 maart 2014 is door notaris N het levenstestament van A gepasseerd, waarin A een algemene volmacht geeft aan zijn enige kind
Casus Erflater E is in 2018 overleden en laat zijn (minderjarig) kind K als enig erfgenaam achter. De nalatenschap van E is door K van rechtswege beneficiair aanvaard. E heeft in 2013 een overlijdensrisicoverzekering
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X, een commanditaire vennootschap, heeft een campingterrein met daarop drie aanwezige opstallen gekocht. Vervolgens heeft X de ongeveer 5,9 hectare grond van het voormalige campingterrein (het plangebied
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A is in Slovenië ingeschreven als zelfstandig ondernemer. Tussen 1998 en 2002 koopt A als particulier zeven percelen grond. Twee daarvan rekent hij tot zijn privévermogen en de overige vijf tot