Casus In het kader van hun echtscheiding vordert de vrouw (V) de afstorting bij een verzekeringsmaatschappij van - in een vennootschap van de man (M) - opgebouwde pensioenaanspraken. De Rechtbank heeft
Casus In 1992 draagt moeder M de economische eigendom van haar woning over aan haar vier kinderen. In 2008 overlijdt M. Haar enige erfgenamen zijn haar vier kinderen. Dochter D koopt de woning van haar
Casus Aan A BV is een aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2007 opgelegd. In september 2009 vermindert de Inspecteur de aanslag ambtshalve. Hierbij vergoedt de Inspecteur geen heffingsrente.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A verricht onder de naam X twee activiteiten namelijk klusactiviteiten met betrekking tot woon- en bedrijfsruimten en het ontwikkelen van een diervriendelijke insectenvanger. Op de insectenvanger
Casus M en V hebben zonder samenlevingsovereenkomst samengewoond in een aan hen beiden, ieder voor de helft, toekomende woning. Zij hebben ieder investeringen in de woning gedaan, waardoor over en weer
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten van artikel 35b SW en verder voor de verkrijging van aandelen in een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal, is vereist dat dit niet
Casus M en V zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden inhoudende uitsluiting van elke gemeenschap van goederen met een periodiek verrekenbeding. M en V zijn voornemens om van echt te scheiden. V heeft
Casus Op 30 november 2007 is voor de notaris de hypotheekakte verleden waarbij klager een bedrag van € 1.000.000 ter leen heeft verstrekt aan X. Tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X BV en Y BV zijn de aandeelhouders en bestuurders van Z BV. X is de aandeelhouder en bestuurder van X BV en Y is de aandeelhouder en bestuurder van Y BV. X overlijdt en zijn vrouw (V) wordt daardoor
Handelingen met betrekking tot deviezen, betaalmiddelen, effecten en andere waardepapieren en het beheer van collectief vermogen zijn vrijgesteld van omzetbelasting (art. 11.1.i Wet OB). In onderhavige
Casus A is meerderheidsaandeelhouder en bestuurder van X BV, waarin hij een aandelenbelang houdt van 95%. B is minderheidsaandeelhouder en houdt de overige 5% van de aandelen. A heeft tegen B een uitkoopvordering
Casus M heeft een alimentatieachterstand aan V van circa € 70.000. V heeft geen verhaalsmogelijkheden meer voor haar vordering ter zake van de partalimentatie, onder meer omdat M een onroerende zaak aan
Casus M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. V heeft op 13 mei 2013, te weten binnen zes maanden voor de aanvang van het echtscheidingsgeding op 10 juni 2013, het op haar spaarrekening aanwezige
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A en B hebben ieder afzonderlijk in 2006 het appartementsrecht verkregen van respectievelijk de boven- en benedenwoning. Voor deze aankopen hebben A en B afzonderlijke hypothecaire leningen afgesloten
Casus M en V waren in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Uit hun huwelijk zijn negen kinderen geboren: dochter X en haar 8 broers en zusters, van wie een is vooroverleden met achterlating van
Casus Vader (V) verkoopt en levert aan een van zijn dochters (Y) een winkel met een bovenwoning. De koopprijs bedraagt € 100.000. Y verhuurt op dezelfde dag de winkel voor € 500 per maand en de bovenwoning