Wetstoelichtingen
1 Stortingsplicht Bij het nemen van een aandeel is het verplicht om daarop het nominale bedrag te storten. Dit geldt bij oprichting en bij uitgifte van nieuwe aandelen en kan niet uitgesloten worden
Wetstoelichtingen
De eigenaar van een zeeschip wordt aangeduid met de term ‘reder’ ( art. 8:10 BW ). Uiteraard is het ook mogelijk dat er meerdere eigenaren van één schip zijn. In dat laatste geval kan sprake zijn
Wetstoelichtingen
1 Teboekstelling zeeschip Teboekstelling van een zeeschip of vissersschip is niet verplicht. Art. 8:194 BW spreekt over de mogelijkheid tot teboekstelling van het schip, maar bevat geen verplichting.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding ‘ De enige zakelijke rechten, waarvan een in de openbare registers te boek staand zeeschip het voorwerp kan zijn, zijn de eigendom, de hypotheek, het vruchtgebruik en de in art. 8:211 BW
Wetstoelichtingen
In het binnenvaartrecht, art. 8:770 BW tot en met art. 8:1066 BW, zijn veel bepalingen opgenomen die in grote mate overeenkomen met de bepalingen van het zeerecht. Hierna wordt niet op alle bepalingen
Wetstoelichtingen
1 Teboekstelling binnenschip Waar bij de teboekstelling van zeeschepen in art. 8:194 BW onderscheid wordt gemaakt tussen a) zeeschepen, b) zeeschepen in aanbouw en c) vissersschepen, wordt in artikel
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Uit art. 8:788 BW volgt dat de enige zakelijke rechten waarvan een in het register teboekstaand binnenvaartschip het voorwerp kan zijn, de eigendom, de hypotheek, het vruchtgebruik en de
Wetstoelichtingen
In art. 8:800 BW e.v. is een regeling getroffen voor huurkoop van teboekstaande binnenschepen. Scheepshuurkoop van een teboekstaand binnenschip komt tot stand bij notariële akte, waarbij de koper zich
Wetstoelichtingen
De Kamerstukken van de betreffende wetsvoorstellen en beide brieven zijn te raadplegen in paragraaf 2.
Wetstoelichtingen
1 Inleiding Naast de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (hierna: Wvps) is een tweede wet relevant voor de pensioenaspecten bij scheiding: de Pensioenwet (hierna: PW). In de PW is het recht
Wetstoelichtingen
1 Inleiding De vrijstelling van art. 15 lid 1 onder h WBR ziet onder meer op de juridische splitsing , waarbij het vermogen van een rechtspersoon met een in aandelen verdeeld kapitaal onder algemene
Wetstoelichtingen
1 Volmachtverlening door gevolmachtigde Hoewel het begrip ‘substitutie’ in de wet niet als zodanig wordt genoemd, wordt dit begrip in de praktijk wel veel gebruikt. Het betreft de bevoegdheid namens
Wetstoelichtingen
1 Gevolg bevoegde vertegenwoordiging Het gevolg van het handelen op grond van een volmacht is dat bij (bevoegde) vertegenwoordiging de rechtshandeling tussen de volmachtgever en de derde tot stand komt
Wetstoelichtingen
1 Gevolmachtigde als wederpartij De gevolmachtigde is beperkt in gevallen waarin hij zelf als wederpartij van de volmachtgever optreedt. Dat is slechts mogelijk als de inhoud van de te verrichten rechtshandeling
Wetstoelichtingen
1 Overschrijden vertegenwoordigingsbevoegdheid Mocht de vertegenwoordiger zijn bevoegdheid te buiten zijn gegaan, dan kan de pseudo-vertegenwoordigde (ofwel: de volmachtgever) de rechtshandeling bekrachtigen
Wetstoelichtingen
1 Bewijs van volmacht Art. 3:71 BW bepaalt dat verklaringen door een gevolmachtigde afgelegd, door de wederpartij als ongeldig van de hand kunnen worden gewezen, als hij de gevolmachtigde terstond om
Wetstoelichtingen
1 Beheer De belangrijkste taak van de vereniging van eigenaars is het beheer over de gemeenschap, althans over de gemeenschappelijke gedeelten (art. 5:126 lid 1 BW). Voor het antwoord op de vraag wat
Wetstoelichtingen
1 Toegang en oproeping Alle appartementseigenaars hebben toegang tot de vergaderingen van de vereniging van eigenaars (art. 5:127 lid 1 BW). Andere gebruikers van de appartementsrechten – bijvoorbeeld
Wetstoelichtingen
1 Bestuur en benoeming De wet gaat uit van een bestuur van de vereniging van eigenaars van één bestuurder (art. 5:131 lid 1 BW). Is sprake van twee of meer bestuurders, dan moet dit uit het reglement
Wetstoelichtingen
1 Algemeen In art. 30 Inv. is bepaald dat de ontvanger het bedrag van de invorderingsrente vaststelt bij een voor bezwaar vatbare beschikking. Het bedrag van de invorderingsrente wordt afzonderlijk vermeld
Wetstoelichtingen
1 Ontvangst en afvoer van water (art. 5:38 BW en art. 5:39 BW) Lagere erven moeten het water ontvangen dat van hoger gelegen erven van nature afloopt (art. 5:38 BW). Dit wil zeggen dat de eigenaar van
Wetstoelichtingen
1 Overhangende beplanting en doorschietende wortels Een eigenaar die op zijn erf beplantingen heeft, is niet verplicht deze in hun natuurlijke groei te hinderen, ook niet als die het erf van de buurman
Wetstoelichtingen
De Kamerstukken van de betreffende wetsvoorstellen en de brief zijn te raadplegen in paragraaf 2.
Wetstoelichtingen
1 Overbouw Van overbouw is sprake wanneer een gebouw of werk ten dele op, boven of onder het erf van een ander is gebouwd. De hoofdregel met betrekking tot overbouw is af te leiden uit art. 5:1 BW: is
Wetstoelichtingen
1 Dreigende instorting Indien door een dreigende instorting van een gebouw of werk een naburig erf in gevaar wordt gebracht, kan de eigenaar van dat erf te allen tijde vorderen dat maatregelen worden