Casus A heeft aangifte inkomstenbelasting gedaan over het jaar 2008. In juni 2009 is een voorlopige aanslag opgelegd, waarmee € 10.000 dividendbelasting is verrekend. De definitieve aanslag is in september
Casus Op grond van de Wet op het primair onderwijs (Wpo) respectievelijk de Wet voortgezet onderwijs (Wvo) is Gemeente G verplicht zorg te dragen voor het huisvesten/in stand houden van scholen. G heeft
Casus V is onder curatele gesteld vanwege een 'geestelijke stoornis'. De curator dient een paar jaar later een verzoek in bij de Kantonrechter om het eerder gemaakte testament van V, waarin ze X tot enig
Casus A en B BV vormen samen de fiscale eenheid X BV en zijn allemaal ondernemer in de zin van art. 7 Wet OB. Vanaf eind 2005 t/m begin 2006 is de woning van A en zijn partner verbouwd. Door de verbouwing
Casus V, gehuwd in gemeenschap van goederen met M, is overleden. Zij heeft de kinderen tot enige erfgenamen benoemd. Aan M heeft zij het recht van vruchtgebruik van haar gehele nalatenschap gelegateerd
Casus X BV heeft aandelen A en aandelen B geplaatst. De aandelen A hebben een nominale waarde van ƒ 1,- op deze aandelen is ƒ 5,- gestort zodat het agio ƒ 4,- bedraagt. De aandelen B hebben een nominale
Casus M en V zijn op huwelijkse voorwaarden gehuwd. Zij wonen samen in de woning van V. In 2003 rustte op de woning een hypothecaire schuld van € 70.925. M heeft in maart 2004 een Stichting opgericht
Casus Twee wensouders hebben ervoor gekozen hun kinderwens in het buitenland te realiseren via zogenaamde hoogtechnologisch draagmoederschap. Van de geboorte van het daaruit voortgekomen kind is in het
Casus In de geboorteakte van A staat als geslacht vermeld ‘mannelijk’. A voelt zich echter non-binair en identificeert zich ongeveer 60% als man en 40% als vrouw. Dit is ook hoe A zich in het maatschappelijk
Casus E en V waren gehuwd met uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen en een finaal verrekenbeding bij overlijden. E is in 2009 overleden. E heeft in zijn testament een quasi-wettelijke verdeling
Casus X is voor 95% onverdeeld aandeel eigenaar van een perceel grond, waarvan diens BV (BV X) het resterende onverdeelde gedeelte van 5% bezit. In het verleden (1986-1987) heeft de BV op diens kosten
Casus BV X heeft een koopovereenkomst gesloten met BV A voor de verkoop van vijf monumenten, onder de ontbindende voorwaarde van oprichting van G BV. Gelijktijdig heeft BV X een koopovereenkomst voor
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. In 2012 wordt de huwelijksgemeenschap ontbonden door indiening van het verzoek tot echtscheiding. Een hond maakt onderdeel uit van de ontbonden huwelijksgemeenschap
Casus A is enig aandeelhouder van A BV. Eind 2004 heeft de B-bank een bedrag van € 200.000 geleend aan A BV. A heeft zich hierbij hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de verplichtingen uit de geldlening
Volgens de Hoge Raad kan van terbeschikkingstelling ook sprake zijn indien de hoofdgerechtigheid van onroerende zaken bij een indirect AB-houder berust en het vruchtgebruik van de onroerende zaken bij
Casus A BV en B BV zijn aandeelhouders van C BV. Onder andere A BV en B BV zijn een aandeelhoudersovereenkomst aangegaan. Op enig moment wordt de aandeelhoudersovereenkomst beëindigd en sluiten A BV en
Casus M en V zijn met elkaar in wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd in 1998. M heeft de Nederlandse nationaliteit en V heeft de Nederlandse nationaliteit en is daarnaast Burger van Rusland. De
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Op 17 augustus 2007 is een gebouw gesplitst in appartementsrechten. Op dat moment waren X c.s. eigenaar van het gehele pand. De appartementen op de verdiepingen 1 tot en met 4 zijn vervolgens verkocht
Casus Koper K is in 2015 eigenaar geworden van een perceel in gemeente X. Een maand na de eigendomsoverdracht maakt notaris N in opdracht van de gemeente een verklaring van verjaring op waarin staat dat
Casus X verkrijgt in 2013 de eigendom van een gebouw met bestemming 'woonhuis'. In het gebouw is een hospice gevestigd. In geschil is of het gebouw is aan te merken als woning in de zin van art. 14 lid
Casus A verkrijgt bij akte van levering een onroerende zaak voor de prijs van € 415.000. Vast staat dat de onroerende zaak is ontworpen en gebouwd als woning. Daarna is het achter een v olgend gebruikt
Casus Tussen M en V is echtscheiding uitgesproken. M en V waren op huwelijkse voorwaarden gehuwd. Doordat de huwelijkse voorwaarden niet helder zijn geredigeerd verschillen zij van mening over de vraag
Casus BV X exploiteert een manege waar paardrijlessen worden gegeven en geeft pension aan paarden. Zij houdt zich niet bezig met het fokken van paarden. In december 2011 koopt BV X een perceel grasland