Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen inzake art. 4:193 BW
Casus E heeft in haar testament haar broer tot enig erfgenaam benoemd. Omdat deze broer de nalatenschap heeft verworpen en de ouders van E zijn vooroverleden, komt de nalatenschap toe aan de zus van E (X). Over de goederen van X is een bewind op grond van art. 1:431 BW ingesteld. De bewindvoerder (Y) heeft de Kantonrechter verzocht machtiging te verlenen de nalatenschap van E te verwerpen, maar dit is niet-ontvankelijk verklaard. In hoger beroep is in geding of een beschermingsbewindvoerder een…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 16-05-2025, ECLI:NL:HR:2025:758
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-04-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:2460
Gerelateerde wetstoelichtingen
Beschermingsbewind (art. 1:431 - 1:440 BW)
Bevoegdheden bewindvoerder (art. 1:441 BW)