Fiscaal onderscheid tussen huwelijkse kinderen en niet erkende biologische kinderen van erflater levert discriminatie op
CasusKind K is door zijn biologische vader V niet erkend. De man met wie de moeder van K nadien is getrouwd, heeft K wel erkend. K is door V bij testament als een van zijn erfgenamen aangewezen. Nadat V is overleden, verkrijgt K ruim een half miljoen euro. De Inspecteur heeft de aanslag erfbelasting opgelegd naar het derdentarief en heeft de vrijstelling voor overige verkrijgers toegepast. In geschil is of K recht heeft op toepassing van tariefgroep I en de vrijstelling voor kinderen.Recht…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 06-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1130
Parket bij de Hoge Raad, 22-12-2023, ECLI:NL:PHR:2023:1201
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-05-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4050
Rechtbank Gelderland, 22-03-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:1347
Gerelateerde wetstoelichtingen
Gelijkstellingen in de Successiewet (art. 19 SW)
Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW)
Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW)
Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW)
Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW)
Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW)