In dit besluit staat het beleid met betrekking tot het inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Dit besluit is een actualisering van het besluit van 31 oktober 2016 (nr. 2016-113962) zoals dat is gewijzigd
Dit besluit is een actualisering van het besluit van 17 december 2014 ( nr. BLKB2014/1894M ). Het nieuwe onderdeel 3.2.1 gaat nader in op het aanwijzen van vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsbestanddelen
De Staatssecretaris van Financiën heeft op 22 mei 2024 een besluit genomen, inhoudende de intrekking van de ruime uitleg door de Belastingdienst van de netwerkvrijstelling van art. 15 lid 1 onder y WBR
Dit besluit bevat beleid voor de beleggingsinstelling bedoeld in art. 28 Wet Vpb. Het besluit van 14 oktober 2022 ( nr. 2022-219522 ) is ingetrokken. Ten opzichte van dit besluit is het volgende gewijzigd
De Staatssecretaris van Financiën heeft aan het Bedrijfsopvolgingsbesluit van 17 januari 2013 ( nr. BLKB2012/1221M ), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 november 2015 ( nr. BLKB2015/1346M ) enkele
In het besluit van 22 februari 2017 (nr. 2017-36415) is een goedkeuring opgenomen dat de maatstaf van heffing naar beneden kan worden afgerond naar een veelvoud van € 50. Met het besluit van 9 januari
Dit besluit is een actualisering van het Besluit van 27 oktober 2021, nr. 2021-210997. In dit besluit zijn goedkeuringen opgenomen voor de toepassing van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting,
Dit besluit is een actualisering van het besluit van 15 december 2013, nr. BLKB/2013/2291M. (Stcrt. 2013, 35891). Het besluit bevat een aantal wijzigingen van de richtlijnen voor het vaststellen van de
Voor de aangifte inkomstenbelasting, moet de waarde worden opgeven van bezittingen in box 3, zoals verpachte gronden. Daarbij moet worden uitgegaan van de waarde in het economische verkeer. De normwaarden
Dit besluit wijzigt het besluit van 11 september 2014, Omzetbelasting en overdrachtsbelasting. Verkoop onder voorwaarden, nr. BLKB2014/112M (Stcrt. 2014, 26406). De wijziging betreft de aanpassing van
Beleidsbesluit vrijstellingen schenk- en erfbelasting geactualiseerd Het besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023 en vervangt het besluit van 29 november 2018, 2018-194402 (Stcrt. 2018
Dit besluit wijzigt onderdeel 5 van het besluit Overdrachtsbelasting en omzetbelasting. Samenloop (besluit van 16 maart 2017, nr. 2017-51500, Stcrt. 2017, 16579). De wijziging betreft de uitbreiding van
Het kabinet wil de bedrijfsopvolgsregelingen (BOR) en doorschuifregelingen (DSR) niet afschaffen. Wel wil het kabinet binnen de BOR en de DSR schijnconstructies en oneigenlijk gebruik aanpakken, onder
Box 3 rechtsherstel kan gevolgen hebben voor de erfbelasting De Belastingdienst heeft vragen beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van het Webinar ‘Box 3 rechtsherstel’. De Belastingdienst gaat
Dit besluit wijzigt het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/873M (Stcrt. 2010, 20508). De wijziging betreft een aanpassing van onderdeel 2.2.1 Premie-incasso door meerdere premieplichtigen, waardoor
Dit besluit is ingetrokken bij besluit van 29 februari 2024 ( nr. 2024-192882 ).
Dit besluit wijzigt het besluit van 24 november 2009 ( nr. CPP2009/2342M ), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 november 2014 ( nr. BLKB2014/1947M ). De wijziging betreft onderdeel 6.2, waarbij
Dit besluit bevat mijn beleid voor de beleggingsinstelling bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Gewijzigd ten opzichte van het ingetrokken besluit van 18 februari 2014, BLKB2014