Casus A BV verwerft in november 2002 een perceel. Twee dagen later verwerft A BV een belang van 40% in C BV. In maart 2003 levert A BV het perceel aan C BV. Een deel van de koopsom wordt schuldig gebleven
Casus X en Y houden ieder de helft van de aandelen in het kapitaal van A BV. Y is enig bestuurder van A BV. A BV is enig aandeelhouder en bestuurder van B BV en B BV is enig aandeelhouder en bestuurder
Casus X heeft overdrachtsbelasting op aangifte voldaan in verband met de verkrijging van aandelen in A BV en B BV. De vennootschappen exploiteren een recreatiepark. De exploitatie bestaat uit de verhuur
Casus BV X verwerft in 2003 alle aandelen in een camping-BV. Het totaal aan bezittingen van de BV bedraagt € 5.050.000, waarvan ruim 94% bestaat uit onroerende zaken (waard ongeveer € 4.760.000). De
Casus Erflaatster E is in 2008 overleden. Haar erfgenamen zijn X c.s. Tot de nalatenschap van E behoren onder meer alle aandelen in A BV. Voor de verkrijging van de aandelen doen X c.s. een beroep op
Casus Vader (V) is enig aandeelhouder in V BV, welke vennootschap 5% van de aandelen houdt in werkmaatschappij W BV. Z ,de zoon van V, is enig aandeelhouder in Z BV, welke vennootschap de overige 95%
Casus Tussen A BV enerzijds en moedermaatschappij M BV en dochtermaatschappij D BV anderzijds is in 2010 een huurovereenkomst tot stand gekomen ter zake van apparatuur. Op het moment van het aangaan van
Casus A en B zijn gezamenlijk eigenaar van 10 onroerende zaken. Van de onroerende zaken 7 tot en met 10 zijn zij ieder voor de helft eigenaar. Van de onroerende zaken 1 tot en met 6 heeft A de helft
Casus M en V laten voorafgaand aan hun huwelijk in 2008 huwelijkse voorwaarden opstellen waarin een beperkte gemeenschap van goederen is overeengekomen van een specifiek genoemde bank- en effectenrekening
Casus X en Y exploiteren sinds 1994 in maatschapsvorm een landbouwbedrijf. Ze zijn buiten gemeenschap van goederen gehuwd en zijn ieder voor de helft gerechtigd tot de winst en de stille reserves. Deze
Casus A is op 20 juli 1931 geboren. A heeft een dochter, D, die met schoonzoon Z is gehuwd. Vanaf 31 december 2000 heeft A zijn akkerbouwbedrijf gestaakt. In december 2000 zijn de bedrijfsopstallen en
Casus Moeder M is geboren op 1 maart 1918 en heeft drie kinderen: A, B en C, die zijn geboren tussen 1941 en 1949. Tot 1 mei 2010 dreef A als eenmanszaak een akkerbouwbedrijf . Op 1 mei 2010 zijn M,
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus A BV houdt sinds 1997 50% van de aandelen in V BV. A BV heeft in 2004 alle aandelen in onroerende-zaaklichaam H BV (een volle dochter van V BV) gekocht. A BV heeft ter zake van de verkrijging van
Casus A is directeur en enig aandeelhouder van A BV. De activiteiten van A BV bestaan onder andere uit de exploitatie van onroerende zaken. In 2006 vinden onder meer de volgende twee transacties plaats
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat als kosten met betrekking tot de eigen woning eerst uit privé-vermogen worden voldaan en nadien in verband daarmee een geldlening wordt afgesloten, de rente toch aftrekbaar
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
De levering van een bouwterrein is belast met omzetbelasting, voor de overdrachtsbelasting geldt in beginsel de vrijstelling van art. 15.1.a WBR. Van een bouwterrein is volgens de wet onder meer sprake
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus De Stichting Erfpachters Belangen Amsterdam (SEBA) procedeert tegen de rechtsgeldigheid van de herziening van erfpachtcanon in de gemeente Amsterdam. In de akten van vestiging wordt weliswaar de
Casus V heeft aan zijn kind X een bedrag geschonken onder de voorwaarde dat X op haar beurt aan haar kind Y hetzelfde bedrag vrij van recht schenkt. De schenking geschiedt onder de ontbindende voorwaarde
Casus Erflater E woonde tot 1996 in Nederland. In de periode van 1996 tot 2001 woonde E op Curaçao. Vanaf 2001 woont E op Puerto Rico. E neemt in 2005 samen met zijn zoon een belang in een onderneming
Casus In 2008 heeft de Inspecteur aan A een voorlopige aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2006 opgelegd conform de door A ingediende aangifte. Na een boekenonderzoek kondigt de Inspecteur aan af
Casus M heeft aan D in een jaar tijd twee bedragen geschonken. D heeft ten aanzien van deze schenking een aangifte schenkbelasting ingediend. D heeft geen beroep gedaan op de tijdelijk tot een bedrag
Casus Koper (A) is toerekenbaar tekort geschoten jegens verkoper B door een woon/winkelpand niet af te nemen dat hij eerder van B had gekocht. In cassatie speelt de vraag welke betekenis toekomt aan een