Kennisbank voor het notariaat

Het bewijsvermoeden bij een niet-uitgevoerde periodieke verrekenplicht

Voor de beantwoording van de vraag of ingevolge art. 1:141 BW de waarde van de aandelen verrekend moet worden is bepalend of de volstorting van deze aandelen heeft plaats gevonden met inkomen dat verrekend moest worden. Met toepassing van het in art. 1:141 lid 3 BW opgenomen bewijsvermoeden is vastgesteld dat de financiering van de aandelen inderdaad met overgespaarde (en niet met de vrouw verrekende) inkomsten van de man heeft plaatsgevonden.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 08-06-2012
ECLI ECLI:NL:HR:2012:BV9605
Zaaknummer 11/03261
Bijzondere kenmerken Cassatie
Download
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • NJB 2012/1425
  • NJ 2012/365
  • RvdW 2012/827
  • RFR 2012/93
  • JWB 2012/295
  • JPF 2012/103 met annotatie van B.E. Reinhartz
  • PFR-Updates.nl 2012-0126

Voor de beantwoording van de vraag of ingevolge art. 1:141 BW de waarde van de aandelen verrekend moet worden is bepalend of de volstorting van deze aandelen heeft plaats gevonden met inkomen dat verrekend moest worden. Met toepassing van het in art. 1:141 lid 3 BW opgenomen bewijsvermoeden is vastgesteld dat de financiering van de aandelen inderdaad met overgespaarde (en niet met de vrouw verrekende) inkomsten van de man heeft plaatsgevonden. 8 juni 2012 Eerste Kamer 11/03261 EV/AS Hoge Raad…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle