Kruislingse schenking leidt niet tot tweede verhoogde schenkingsvrijstelling eigen woning
CasusIn juli 2017 ontving X, net als zijn zus Y, een schenking van € 100.000 van zijn moeder (A). Bij deze schenking deed X een beroep op de eigenwoningvrijstelling (art. 33 onder 5 sub c SW). Een dag later ontvingen X en Y opnieuw elk een schenking van € 100.000 van een oude zakenrelatie van hun overleden vader (B). Bij deze schenking maakte X gebruik van de eigenwoningvrijstelling zoals bedoeld in art. 33 onder 7 SW. A schonk in 2017 aan de kinderen van B in totaal € 200.000.In…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 03-10-2025, ECLI:NL:HR:2025:1328
Parket bij de Hoge Raad, 11-10-2024, ECLI:NL:PHR:2024:1055
Gerechtshof Den Haag, 27-03-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:647
Rechtbank Den Haag, 27-06-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:10328
Rechtbank Den Haag, 27-06-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:10331
Gerelateerde wetstoelichtingen
Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW)
Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW)