Kennisgroepstandpunt: toepassing art. 4.12a Wet IB 2001 op (per saldo) positief vervreemdingsvoordeel

Een natuurlijk persoon X houdt aandelen in A BV met een verkrijgingsprijs van € 50.000 en aandelen B BV met een verkrijgingsprijs van € 1,2 miljoen. Op het moment dat X overlijdt, is de overdrachtsprijs (waarde in het economische verkeer) van de aandelen A BV € 850.000 en van de aandelen B BV € 1 miljoen. In de aangifte IB is in box 2 een vervreemdingsvoordeel aangegeven van € 800.000 ter zake van de aandelen A BV en een negatief vervreemdingsvoordeel van € 200.000 ter zake…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Dividenduitkering binnen twee jaar na vererving aanmerkelijkbelangaandelen (art. 4.12a Wet IB 2001)